Arab Camera richt zich op nieuwe generatie makers

  • Datum 13-11-2013
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Openingsfilm Coming Forth by Day

Korte filmgedichten uit Irak, discussies over de rol die film zou kunnen spelen bij post-revolutionaire wederopbouw en documentaires over onder andere abortus in Damascus en waterverspilling in Egypte. Arab Camera Filmfestival is een podium voor de aanstormende generatie Arabische filmmakers, waaronder zich opvallend veel vrouwen bevinden.

Tot twee jaar geleden heette het Rotterdamse evenement, dat van 14 tot en met 17 november plaatsvindt in Cinerama, simpelweg Arabisch Filmfestival. Maar toen de van oorsprong Syrisch-Koerdische filmmaker Rosh Abdelfatah het roer overnam, veranderde hij de naam in Arab Camera Filmfestival. ‘Die naamsverandering staat voor een koerswijziging’, vertelt hij. ‘We willen meer brengen dan film alleen. Fotografie, poëzie en muziek komen ook aan bod. Hoewel film natuurlijk de hoofdmoot blijft.’

Het speelveld van de Arabische cinema is drastisch veranderd de afgelopen tien, vijftien jaar, constateert Abdelfatah, en dat wil hij ook laten zien in het festival. ‘Vroeger kon je alleen films maken als je de machthebbers en het grote geld — vaak één en dezelfde partij — achter je had. Met de huidige goedkope techniek kan iedereen een film maken. Wat je ziet is dat er onder die nieuwe filmmakers erg veel jongeren en vrouwen zitten. En die maken natuurlijk een heel ander soort films dan voorheen.’

Als sprekend voorbeeld haalt Abdelfatah de openingsfilm aan, Coming Forth by Day. De Egyptische regisseuse Hala Lofty portretteert een oudere vrouw die veroordeeld is tot het verzorgen van haar bedlegerige vader. Frustratie, berusting en tederheid wisselen elkaar af in lange, stille shots die atypische zijn voor de Arabische filmtaal. Lofty trad zelf op als producent en bij gebrek aan een echte distributeur zorgde ze er zelf voor dat de film te zien was op festivals in Abu Dhabi, Carthago, Oran, Thessaloniki en Berlijn.

Coming Forth by Day is een debuut, net als het gros van het festivalaanbod. ‘Wij willen talent vroeg signaleren’, stelt Abdelfatah. ‘Wij hebben in het verleden de eerste films laten zien van Talal Derki, die nu met Return to Homs het IDFA opent. Maar we hebben ook oog voor makers uit de diaspora. Zo vertonen we bijvoorbeeld ook Die Welt van Karim Alexander Pitstra.’

Veel meer dan hun voorgangers experimenteert de jongste generatie Arabische filmmakers met vorm en inhoud. Natuurlijk, de focus ligt vaak op conflict gerelateerd materiaal — met de Arabische lente en een trits revoluties vers in het geheugen kan dat haast niet anders — maar ook andere onderwerpen komen aan bod. De lekker ironisch getitelde documentaire I’m Tremendously Happy that I am Going to Play Golf gaat bijvoorbeeld over de decadente verspilling van water voor de aanleg van golfbanen in de woestijn van Egypte.

Stilistisch is de Arabische film langzaam losgeweekt van de sjablonen van de tot voor kort dominante Egyptische entertainmentfilm. ‘De korte film Alban Wady El-Neel bijvoorbeeld is behoorlijk surrealistisch, met een paar over the top scènes’, vertelt Abdelfatah. ‘Anderzijds is ook realisme is opkomst. Ik denk dat je die trend helemaal kunt terugvoeren tot The Dupes uit 1973. Die film van Tawfik Saleh wordt algemeen gerekend tot de tien beste Arabische films ooit. En je voelt de invloed ervan tot vandaag. Dat is ook de reden waarom we hebben opgenomen in het programma.’

Een aantal makers zal op het festival aanwezig zijn voor het beantwoorden van vragen en het aangaan van discussie. Want dat is wat Abdelfatah ook graag wil: dat het festival een plek is voor ontmoeting en dialoog. ‘We willen het netwerk van de makers verbreden; de Arabische wereld en het westen aan elkaar koppelen. Dat gebeurt niet alleen door makers van daar naar hier te halen. Onze technicus uit Cinerama draait bijvoorbeeld ook film op een festival in Dubai.’

Van het publiek van Arab Camera Filmfestival — vorig jaar vijfduizend man — heeft ongeveer veertig procent een Arabische achtergrond. Er wordt alles aan gedaan om de vaak niet kapitaalkrachtige en vanzelfsprekend cultureel angehauchte bezoekers over de drempel te trekken. Zo was er vorig jaar een busbios en werden er wijkedities van het festival georganiseerd. Dit jaar is er ‘couscous met film’, waarbij tijdens de traditionele vrijdagmiddagmaaltijd gediscussieerd kan worden over de film die net bekeken is. Bekende Rotterdammers als Jack Wouterse en John Buijsman treden op als ambassadeurs van Cinemaatje, waarbij bezoekers worden opgeroepen een kaartje te sponsoren voor iemand die het minder makkelijk kan betalen.

Edo Dijksterhuis