Frans Zwartjes (1927-2017)

Living
Frans Zwartjes, de vader van de Nederlandse experimentele film, is zaterdag op 90-jarige leeftijd overleden. Met baanbrekende films als Pentimento en Living heeft hij veel van zijn leerlingen op de Vrije Academie geïnspireerd. De meester van de ontregeling voerde ons mee naar een duister-erotische wereld en de krochten van de menselijke geest.
Extase verandert in een nachtmerrie, erotiek in duisternis. De sfeer kan zo omslaan in de iconische films van Frans Zwartjes (1927-2017). In Spectator kneedt hij ons tot willige voyeurs, en in zijn huiveringwekkende, omstreden film Pentimento waart hij rond in een psychiatrische kliniek. Zijn korte, intense films zitten niet alleen vol sensualiteit maar tonen vaak ook scheve machtsverhoudingen. Met zijn gretig onderzoekende camera duikt hij in de krochten van de menselijke geest, de grenzen opzoekend -desoriënterend, schokkend, spannend én wonderschoon.
Bij een vertoning van Pentimento in Rotterdam in de jaren zeventig, met veel feministen in de zaal, kreeg hij woedende reacties. Als zijn film in die tijd ergens vertoond werd, renden vrouwen de cabine binnen, pakten de projector en gooiden die de straat op, met film en al, zo herinnerde hij zich in een interview met Anna Abrahams voor het boek mm2.
Spare Bedroom (1970) en Living (1971) waren zijn favoriete films: “Die rare, ondefinieerbare sfeer, dat eigenaardige gedraai van de camera en dan dat gedrein van die muziek erbij. Toen ik die film weer eens zag, dacht ik: hoe kom je er in godsnaam op?”
Frans Zwartjes was een vrije, nuchtere geest. Hij putte voor zijn films alleen maar uit zijn eigen ervaringen en emoties, zonder die te interpreteren. Film kan ook grote zeggingskracht hebben zonder boodschap, vond hij. Niet weten maar doen, was zijn instelling. De filmer, musicus, vioolbouwer, schilder en beeldhouwer was het boegbeeld van de Haagse School, en illuster docent aan de Vrije Academie in Den Haag, die hij ook een tijd als directeur leidde. “Ik vertel de studenten niks. Ze moeten er zelf maar opkomen. Er zijn geen regels.” Hij ging in tegen de gangbare opvatting dat als je maar echt wilt, en je doorzet, dat alles dan voor elkaar komt. Hij geloofde daar niet in. “Dat per se willen is juist een grote rem.” Je moet oog hebben voor wat zich voordoet, en niet vasthouden aan wat je hebt bedacht. Vaak wilden studenten van alles van hem weten. Maar hij vond: voor alle kunsten geldt dat je niks moet weten. Anders ga je doen wat je weet.
“Als je maar de aanknop en de ontspanknop weet te vinden, dan kun je filmen”, zei hij tegen zijn oud-leerling Ruud Monster. Juist door zijn leerlingen uiterst liberaal te laten werken — anders gezegd: hij stuurde ze expres het bos in —, zette hij ze aan tot een vrije stijl waar paradoxaal genoeg juist vaak de handtekening van Zwartjes in was te herkennen.
Zwartjes liet zich inspireren door de New American Cinema van Bruce Connor, Gregory Markopoulos en Andy Warhol en de films van Peter Kubelka. Zijn eerste film maakte hij in 1968, toen hij les gaf op de Academie voor Industriële Vormgeving in Eindhoven, waar hij ‘Niet-Toegepast Ontwerpen’ doceerde — vooral met dat ‘niet-toegepast’ was hij in zijn nopjes. Daar ontmoette hij zijn vrouw Trix, leerlinge op de academie, die zijn muze zou worden. Hij heeft Trix in vele sensuele gedaanten gefilmd. Ook Moniek Toebosch is te zien in veel van zijn films, die vele filmmakers tot inspiratie dienden. Erkenning kreeg Zwartjes ook internationaal. Susan Sontag noemde hem in On Photography ‘de belangrijkste experimentele filmer van zijn tijd’.
Zwartjes was de zoon van een gedeserteerde non en een kampioen amateurboksen, die al op 42-jarige leeftijd overleed. Als twintiger werkte Zwartjes bij een vioolbouwer en speelde hij zes jaar altviool bij de Nederlandse opera. Daarna ging hij, om uit een persoonlijke crisis te komen, op aanraden van zijn moeder een jaar als verpleger werken in het psychiatrisch ziekenhuis in Santpoort. Deze ervaring heeft hem emotioneel gevormd. De ontregelende taferelen die hij daar aantrof maakten enorme indruk op hem en dienden direct en indirect tot inspiratie van zijn films.
Hij vond voor de donkertes die hij wilden laten zien een toepasselijke vorm: extreem contrastrijk zwart-wit, dat hij zelf in zijn lab ontwikkelde. Hij deed het liefst alles zelf, productie, regie, montage, vaak in direct in de camera. Bewonderaar Ruud Monster maakte in 2005 de documentaire De grote tovenaar over Zwartjes. Monster filmt hem thuis, met een filmprojector en camera op statief; alles stand-by: “Als er wat gebeurt moet ik meteen kunnen beginnen.” Frans Zwartjes overleed op 18 november in zijn woonplaats Den Haag.