Fons Rademakers (1920-2007)

Vechtjas vermomd als zondagskind

Hij had het eeuwige leven willen hebben, maar ook Fons Rademakers bleek sterfelijk. Hij laat een wijze les na.

Een zondagskind is Fons Rademakers (1920-2007) altijd genoemd. Welke Nederlandse regisseur kan bogen op elf speelfilms en een Oscar? Rademakers fikste het, waarbij het leek alsof het hem kwam aanwaaien. Van Bert Haanstra weten we dat hij depressief werd als het tegenzat, maar gentleman Rademakers leek altijd goedgemutst.

Gretig bevestigde hij in elk interview het beeld van zondagskind. Jazeker, hij was voor het geluk geboren. Mooie filmcarrière en sinds 1960 getrouwd met de geweldige Lily Veenmans, met wie hij de laatste twaalf jaar van zijn leven afwisselend een appartement in Rome en een huis buiten die stad bewoonde. God in Italië. Lekker eten. Bourgondisch leven.

Was het Rademakers allemaal komen aanwaaien? Wie van de daken schreeuwt dat hij een zondagskind is, doet dat niet voor niets. Rademakers koesterde het imago van geluksvogel en bon vivant. Het leven moet worden genoten en Rademakers wist hoe. De laatste jaren speelde hij de rol van oude, vitale filmoom, die af en toe naar Nederland kwam om te zeggen hoe heerlijk het leven in Italië was. Zoals vijf jaar geleden toen het Filmmuseum zijn films vertoonde. In interviews had Rademakers geen zin, maar ik mocht met zijn vrouw en hem in een Chinees restaurant gaan eten. Het werd een geestige avond, waarin Rademakers uit een onuitputtelijk reservoir de ene na de andere anekdote putte. Lily Rademakers hoorde ze aan met de blik van een vrouw die voor de honderdste keer haar man dezelfde grap hoort maken, maar er toch door wordt geamuseerd. Aan de liefde van de Rademakers hoefde niemand te twijfelen.

Vrinden
Spraakwaterval Rademakers riep een voorbije wereld tot leven, waarin filmmakers niet van de straat waren, maar heren van stand. Rademakers had ‘vrinden’ waarmee je een goed glas cognac kon drinken en een fijne sigaar roken. Mannen als Harry en Hugo, die wij kennen als Mulisch en Claus. Met de Mulisch-verfilming De aanslag (1986) won Rademakers in 1987 de Oscar voor de beste buitenlandse film. Claus schreef de scenario’s van vijf Rademakers-films.

Ook buiten Nederland had Rademakers ‘vrinden’. Zoals Orson Welles, die hij ‘een geschikte vent’ noemde. In het begin van de jaren zeventig probeerde Rademakers hem te strikken voor een rol in Because of the Cats (1973). Dat het niet lukte was volgens hem de schuld van een Amerikaanse financier die zich terugtrok. Welles was een geschikte vent, maar de maker van Citizen Kane (1941) had ook zo zijn eigenaardigheden, zei Rademakers. Volgde een anekdote over hoe Welles ’s avonds tijdens opnamen van een Franse oorlogsfilm, waaraan honderden figuranten en tientallen tanks meededen, doodleuk zei dat hij moe was en naar bed ging. Maar Rademakers vertelde tussen neus en lippen ook dat hij voor Because of the Cats een jaar achter Welles had aangezeten. Niet met briefjes, maar letterlijk. In een poging hem voor de film te strikken, zocht hij Welles onder meer op in Boekarest, Londen en Rome. Als een pitbull weigerde hij hem los te laten.

Dat verhaal toonde de andere kant van Rademakers: de doordouwer die overal op af ging. De meeste producenten — Rademakers produceerde zelf zijn films — zouden contact hebben gezocht met de agent van Welles, maar Rademakers hield niet van tussenpersonen. Als hij iets wilde, stapte hij er op af.

Gedoe
Het regisseren van elf films was al een enorme klus, maar door zelf ook de productie te doen, namen de Rademakers een hels karwei op de schouders. Hoezo bourgondisch leven? Tachtig procent van zijn tijd ging op aan ‘gedoe’, merkte Rademakers op tijdens het eten. Altijd was hij bezig met het zoeken naar geld. Flops kwamen niet alleen artistiek, maar ook financieel hard aan, voegde Lily toe. Soms vroegen ze zich ’s nachts op het randje van hun bed af waaraan ze waren begonnen.

Nadat critici en publiek het in 1966 lieten afweten bij het op het toneelstuk van Claus gebaseerde De dans van de reiger (1966) wierp Rademakers als regisseur de handdoek in de ring. Na zeventien jaar ging hij weer acteren, maar het filmen bleef trekken. Na veel leuren en sleuren lukte het hem om vijf jaar later weer een film van de grond te tillen. Het geluk lachte de Rademakers deze keer toe, want Mira (1971), met de debuterende Willeke van Ammelrooy, werd hun grootste commerciële succes. Vier films later kwam Rademakers carrière tot een hoogtepunt met de Oscar voor De aanslag.

Wie Rademakers een zondagskind noemt, doet hem onrecht. De successen kwamen hem niet aanwaaien, maar dwong hij met Lily af door keihard te werken. Samen waren zij een ijzersterk duo, waarbij Lily haar eigen regiecarrière — ze regisseerde twee lovend ontvangen films in de jaren tachtig — opofferde aan die van haar man. Rademakers filmleven stond in het teken van incasseren, opstaan en doorgaan. Nooit opgeven. Hij was een vechtjas vermomd als zondagskind.


Filmografie
Dorp aan de rivier (1958)
Makkers, staakt uw wild geraas (1960)
Het mes (1961)
Als twee druppels water (1963)
De dans van de reiger (1966)
Mira (1971)
Because of the Cats/Niet voor de poesen (1973)
Max Havelaar (1976)
Mijn vriend — of het verborgen leven van Jules de Praeter (1979)
De aanslag (1986)
The Rose Garden (1989)