Wij zijn 30: Joe Swanberg
over zes films per jaar
Hij had dit jaar twee films in première in het Forum van de Berlinale en eentje simultaan in Sundance. Joe Swanberg heeft voor zijn dertigste al zeker 25 films gemaakt. "En een paar series."
"Zes films?!" "Ja, of zeven. Ik heb nog geen tijd gehad om ze allemaal te monteren." Joe Swanberg grijnst lijzig. Zes (of zeven) films heeft hij vorig jaar gedraaid. En twee gingen er afgelopen februari in première tijdens het festival in Berlijn en eentje op het filmfestival in Sundance. Voor de goede orde: we hebben het over speelfilms. In augustus wordt hij dertig, en dan hoopt Joe Swanberg toch zeker dertig films op zijn naam te hebben geschreven. "Nee, dat bedoel ik niet zo. Ik werk nu eenmaal snel en heb een korte attentiespanne. Bovendien hoop ik dat ik hoe meer films ik maak ik steeds beter ga begrijpen wat ik aan het doen ben. Filmmaken is ook leren filmmaken."
Het begon allemaal toen hij na zijn filmstudie aan de University of Southern Illinois naar Chicago verhuisde waar hij met zijn vrienden films begon te maken. "Persoonlijke, half-geïmproviseerde lowbudgetfilms die zich bezig houden met de dingen waar wij ons mee bezig houden: relaties, werk, de zin van het leven." Al snel werden de films van Swanberg en zijn geestverwanten Andrew Bujalski en Mark Duplass oneerbiedig ‘mumblecore’ genoemd, om het eindeloze verbale geneuzel van hun hoofdpersonen. Inmiddels is het een geuzennaam.
Zes films in een jaar. Hoe doet u dat? "Allereerst door een ander baantje te hebben, je vrienden te vragen voor niets mee te doen, op video te werken, zelf te monteren op Final Cut Pro. Al snel groeide dat uit tot een hele beweging. Zeker nadat het filmfestival South by Southwest in Texas er aandacht aan begon te besteden, want toen konden we elkaar ook ontmoeten en ideeën uitwisselen. Die festivals zijn belangrijk omdat onze films geen reguliere distributie hebben. Buiten festivals proberen we ze zelf te distribueren via VOD of andere kanalen."
Improvisatie is een belangrijk deel van uw werkwijze. Hoe gaat dat? "Mijn films zijn het meest geïmproviseerd van alle mumblecore films, want ik werk helemaal niet met een script of een outline. Het uitgangspunt is een acteur waar ik mee wil werken of een idee en dan begin ik maar te draaien zonder te weten waar de film naartoe gaat. Bij anderen is er wel een script, maar krijgen de acteurs het nooit te zien. Ik begin wel steeds meer vanuit een van tevoren opgezet plan te werken."
In silver bullet en art history die in Berlijn te zien waren speel je zelf ook een filmregisseur. Kunnen we daaruit afleiden hoe je werkt? "Voor een deel. Ik ben veel stiller en probeer zo onzichtbaar mogelijk te zijn. Doorgaans draaien we lange takes waarin ik volledig afwezig ben. In beide films speel ik ook meer een parodie op mezelf, omdat ze gaan over een aantal dilemma’s waar ik zelf als regisseur mee worstel. In art history ben ik denk ik een verschrikkelijk slechte regisseur, omdat de film gaat over de kritiek die ik op mijn werk heb gekregen."
Als het zo zelf-reflexief is, is het voor buitenstaanders ook lastig om nog te volgen wat er aan de hand is. "Zeker. Maar ik moest er een keer mee afrekenen. Mijn werk is nogal seksueel expliciet en daar heb ik veel kritiek op gekregen. Maar ik denk dat de centrale dilemma’s, zoals wat is echt en wat niet, wat kun je mensen vragen om te doen, hoe echt wil je het eigenlijk hebben als regisseur, voor iedereen wel duidelijk worden. Om eerlijk te zijn had ik over veel van die zaken nog niet eerder zo nagedacht. Ik maak al mijn films met mijn vrienden, mijn vrouw heeft in een aantal van mijn films meegespeeld. Ik vraag ze om zichzelf te spelen en daarmee stellen ze zich heel kwetsbaar op. Op het moment dat meer mensen die films gaan zien, kan dat heel ongemakkelijk en pijnlijk worden. Uiteindelijk heeft dat natuurlijk met communicatie te maken en met hoe moeilijk het is om met elkaar over je gevoelens te praten. art history is mijn manier om aan hen mijn excuses aan te bieden en te zeggen: sorry dat ik zo’n gevoelloze, manipulatieve zak ben geweest."
Waarom heet de film art history? "Het is mijn eigen geschiedenisles natuurlijk. Maar ik hou ook van de titel omdat hij zo’n grandioze verwijzing is naar de hele kunstgeschiedenis en de rol die naakten die daarin hebben gespeeld. De vraag hoe moreel het is om een naakt lichaam af te willen beelden is al zo oud als het eerste kunstwerk denk ik. Er zit altijd een seksuele component aan de manier waarop een regisseur met een actrice werkt, of ze er nu iets mee doen of niet. En wat ik ook interessant vind, is de vraag of de emotionele band die je met iemand krijgt waarmee je werkt eigenlijk niet veel bedreigender is dan lichamelijke ontrouw."
Dat zijn ook allemaal heel gewone menselijke gevoelens natuurlijk. Vanuit een cultureel perspectief zou je je ook af kunnen vragen waarom Amerikaanse films daar steeds weer zo’n ‘big deal’ van maken. "Dat komt omdat Amerika is gesticht door uitgeweken puriteinen. Wij hebben hier altijd een soort religieuze restricties gehad, en nog steeds eigenlijk, die het heel moeilijk maken om op een normale open manier over gevoelens te praten. Wij zijn een emotioneel heel gesloten land. Er zijn ongelooflijk veel taboes; er zijn heel veel sociale codes en dingen waar je niet geacht wordt over te praten. Films zijn ook een manier om die dingen te onderzoeken. Soms voel ik me meer een cultureel antropoloog of een natuurfilmer, omdat ik deze fenomenen op dezelfde afstandelijke manier waarneem. Als het zou kunnen zou ik een soort ongefilterd realisme willen creëren, zodat de acteurs niet eens weten dat ze gefilmd worden. Maar terwijl ik dit nu aan het vertellen ben zou ik hier liever een film over maken."
In silver bullet gaat het ook over de verschillen tussen jouw soort van persoonlijke artfilms en genrefilms, die zelfs als ze lowbudget worden gemaakt, misschien meer succes hebben. "Ja dat was ook wel een punt. Niet genoeg misschien om mijn manier van filmmaken te veranderen. Voorlopig hoef ik niet per se met grotere budgetten te werken. Maar genrefilm is beslist een manier om boven een soort budgetplafond uit te stijgen. En er komen steeds meer voorbeelden van persoonlijke genrefilms. Zoals acteur/regisseur Larry Fessenden die een rol heeft in silver bullet. Hij verdient zijn geld door in Hollywoodfilms te spelen en maakt dan persoonlijke horrorfilms. Het knappe van genrefilms is dat ze een groot publiek kunnen bereiken, maar ik verkloot dat altijd door toch weer teveel te willen nadenken of het genre binnenstebuiten te willen keren. Maar dat wil een publiek niet, want dat wil allen maar wat het kan verwachten."
Dana Linssen
De films van Joe Swanberg zijn te verkrijgen en bekijken via joeswanberg.com.