Timo Ottevanger over Ningyo

'De wereld is een dierentuin'

Ningyo

In de reeks Lichting 2019 interviewt de Filmkrant de hele zomer vers afgestudeerd filmtalent van verschillende Nederlandse academies. Deze week Timo Ottevanger (Filmacademie) over zijn dystopische spiegelwereld Ningyo. “Het moest zo groot en inclusief mogelijk worden.”

In Ningyo van Timo Ottevanger wordt de zeventienjarige Valentina uit een benarde situatie gered door de zelfverzekerde Alex, die een groep jonge, sterke vrouwen voorgaat in de strijd tegen systematisch onrecht en patriarchale onderdrukking. Wie die raadselachtige titel googlet, vindt naast een Rotterdams sushi-restaurant ook een visachtig wezen uit de Japanse mythologie.

Hoe zijn jullie op deze filmtitel gekomen? “In het eerste of tweede jaar van mijn opleiding werd al duidelijk wat de insteek van het verhaal zou zijn. Toen zijn we meer research gaan doen, waarbij we onder andere op zoek waren naar een naam voor de georganiseerde vrouwenbende die je in de film ziet. Dat gang-element zit er nu niet meer zo sterk in, maar was in een eerdere versie van het scenario explicieter aanwezig. Op een gegeven moment kwamen we bij de Ningyo’s uit Japanse mythes terecht. Deze zeemeerminnen lijken eigenlijk ook op de sirenes uit de westerse mythologie: vrouwen die aanbeden worden, maar ook gevangen. De Ningyo laat zich een stuk moeilijker vangen, en is veel gevaarlijker en duisterder dan de westerse zeemeermin.”

Kun je iets zeggen over hoe de productie visueel vorm kreeg? “[Scenarist] Perla Vita Beerens en ik oriënteerden ons al in een vroeg stadium op Aziatische cinema, in het bijzonder op Oldboy (2003), één van onze favoriete films. We werden ook gedreven door de vrije cameravoering en vertelstructuur die je in veel animefilms vindt. Dat was wel een zoektocht, want hoe ver ga je in die stijl? In het scenario was er bijvoorbeeld even een fase dat alle mannen dierenkoppen hadden. Dat heb je in anime ook wel eens: dat dat soort fantastische elementen deel van de film worden, en dat vergeet je dan na twee minuten, want het is nu eenmaal de wereld waar je inzit. Verder speelde ook mee dat Ningyo een zichtbaar universeel en kosmopolitisch karakter moest hebben, en veel Aziatische films pakken dat ook goed aan.”

Timo Ottevanger (foto: Filmacademie)

In dat verband valt ook het gebruik van taal sterk op. Zo spreekt jullie hoofdpersonage bijvoorbeeld zowel Frans als Vlaams met een accent. “We vonden Valentina eigenlijk per toeval. Zij bleek Waals-Frans te zijn, en we dachten dat het spannend kon werken om haar interne monoloog in haar moedertaal te houden, terwijl ze zich binnen de bende conformeert aan het taalgebruik van Alex. Verder wilden we dat de mannen één blok zouden vormen, ook in taal, waardoor zij dus allemaal Engels spreken, alleen in verschillende accenten. De vrouwen spreken allemaal hun eigen taal, maar ze verstaan elkaar wel. Dat was ook om de barrières die er van nature zouden zijn qua culturele achtergrond te doorbreken. Dat was een groot experiment. We hebben vervolgens overal gezocht om deze meiden bij elkaar te krijgen. We wilden niet vijf Europese talen, want dan houdt de film een sterk westers karakter. Het moest echt zo groot en inclusief mogelijk worden. Dat zorgde dus voor een heftig castingproces. Eenmaal op de set is er bij het spreken van de eigen taal ook regelmatig geïmproviseerd – dan kwamen we er in de montage pas achter wat er nu exact gezegd was.”

Hoe kijk je naar de verhouding tussen de gestileerde fictie van Ningyo en de realiteit, tussen de film als product en de wereld daarbuiten? “Tijdens het productieproces is er altijd reflectie geweest op de huidige tijd, bijvoorbeeld op hoe vrouwen zich ‘moeten’ gedragen op straat en zich moeten aanpassen als ze in hun eentje zijn in een steeg. Daarnaast begint de film ook met het gegeven dat er een nieuwe president aan de macht is gekomen. Ik vind het belangrijk dat mensen in de film kunnen zien wat ze willen zien, maar voor mij hebben parallellen met de realiteit wel telkens een centrale rol ingenomen.”

Dans is een belangrijk expressiemiddel in de film. Hoe kwam je erop om die kunstvorm zo in te zetten? “Bijna iedereen in deze wereld heeft wel een masker. Dat zie je ook bij die groep vrouwen, die met z’n allen de strijd aangaan en daarin sterk staan. In zo’n proces ontwikkel je een persoonlijkheid, daar sta je ook achter, maar je emotie tonen is daarin erg lastig. We wilden Valentina een soort kracht laten ontwikkelen die haar uiteindelijk toelaat om haar interne gevoelens richting de wereld te uiten.”

Valentina en Alex zeggen op een gegeven moment tegen elkaar dat de wereld beter af zou zijn zonder mensen, en in Ningyo zien we in het bijzonder hoe het samenscholen van groepen mensen garant staat voor haat. Hoe denk je daar zelf over? “Ik link het voor mezelf aan een dierlijk instinct om elkaar te volgen en samen een gemeenschappelijke vijand te creëren. Met een kudde ben je sterker dan in je eentje. Vandaar dat er ook best wel een lijn in de film zit waarin dieren in het algemeen een terugkerende factor zijn, onder andere in het productieontwerp. ‘De wereld is een dierentuin, we zijn allemaal een soort groepsdieren geworden’, zegt iemand in de film. De film is een tegenreactie op die verdeeldheid, het voor of tegen moeten zijn.”


Diverse afstudeerfilms zullen te zien zijn op het Nederlands Film Festival dat van 27 september t/m 5 oktober plaatsvindt in Utrecht. Dit interview werd geschreven in het kader van Filmkrant Lab 2019, een workshop voor jonge filmcritici.