Sven Bresser over Rietland
‘Het is wachten tot de wind draait’
Sven Bresser. Foto: Janniek Sinnige
Na een wereldpremière in Cannes is Sven Bressers debuut Rietland, over de morele vertwijfeling van een rietsnijder nadat hij een lijk op zijn perceel vindt, nu de slotfilm van het Nederlands Film Festival. “Het is vrij saai als een controlfreak volledige controle heeft.”
“Voor mijn moeder, die mij het riet deed zien”, zo luidt de opdracht waarmee Rietland van Sven Bresser eindigt. Met zijn speelfilmdebuut doet Bresser ook ons nu het riet zien.
“Mijn moeder is fotograaf en in mijn jongste jaren ging een groot deel van haar werk over het rietlandschap rond het dorp in Waterland waar we zijn opgegroeid, in foto’s en 16mm-film”, legt Bresser uit. “Dat was een belangrijke inspiratie voor de film. Ook omdat dat landschap op die plek eigenlijk niet meer bestaat – begin jaren 2000 is de rietteelt daar grotendeels uitgestorven – maar de kleuren en texturen ervan zitten nog wel heel sterk in mijn herinnering.”
Ik spreek Bresser via een videoverbinding vanuit Nieuw-Zeeland, waar hij Rietland op een festival presenteert. Sinds de film afgelopen mei in Cannes in première ging in het zijprogramma Semaine de la Critique (“een overweldigende ervaring”) reist hij behoorlijk wat af met de film.
Maar Rietland begon juist met een behoefte om dicht bij huis te blijven. “Ik had een paar korte films gemaakt op best wel verspreide plekken – She Used to Sing Here [2021] in België, L’été et tout le reste [2018] op Corsica”, legt Bresser uit. “Voor She Used to Sing Here draaide ik een soort proefshot in een rietveld in Waterland. We waren met drie man op pad en ik merkte: deze mentaliteit van draaien, dáár heb ik behoefte aan. Op een heel specifieke plek, met een kleine groep mensen, wachten tot de zon goed staat of de wind draait.”
Om een speelfilm in dat landschap te maken, waren de plukjes riet die nog resteerden in Waterland niet voldoende. Via oude rietsnijders en een boswachter uit Waterland belandde Bresser bij Nationaal Park Weerribben-Wieden in Overijssel. “Daar leeft een groot deel van de mensen nog echt van de rietteelt, als laatste gemeenschappen in Nederland.”

Schuldvraag
Rietland draait om een man in zo’n gemeenschap. De eerste pakweg tien minuten van de film, waarin geen woord wordt gesproken, zien we deze Johan aan het werk op zijn stuk land: maaien, dorsen, binden en de restanten verbranden. Maar dan stuit Johan tussen het riet op het dode lichaam van een tienermeisje – Bresser brengt er bijna niets van in beeld, maar dat ze is verkracht voordat ze werd vermoord is in één oogopslag duidelijk.
De gemeenschap heeft al snel een schuldige gevonden – iemand van buiten – maar Johan verdenkt iemand die dichterbij staat. Maar de zoektocht naar de dader is in Rietland nooit de hoofdzaak. Veel meer draait het om wat die zoektocht met Johan doet, om hoe hij naar de wereld kijkt; de wereld waarin ook zijn elfjarige kleindochter, voor wie hij vaak zorgt, moet leven.
“De grootste zoektocht, vanaf het begin van het schrijven tot aan de laatste edit, was: hoe zorgen we ervoor dat de vraag rond de feitelijke waarheid – wie is de moordenaar? – altijd een vertrekpunt blijft voor complexere vragen over de menselijke natuur”, zegt Bresser. “Hoe kan je die schuldvraag interessant en complex houden, in plaats van dat het alleen plotmatig is?”
Hij vervolgt: “Een film begint bij mij altijd met een paar beelden, die al een vrij sterke toon in zich hebben. Hier was een van de beelden een man die zichzelf door een rietkraag heen langzaam zichtbaar snijdt. En een ander was een heel simpel beeld van een man die door het rietland loopt, plotseling stopt en achterom kijkt, met een blik die angst verraadt, maar waar ook gewelddadigheid in zit. Vanuit die toon begon het, daar kleven vervolgens andere beelden aan vast, en dan gaan het personage en de film groeien en probeer ik orde aan te brengen in al die ideeën en beelden en geluiden.”
Handen
Rietland is stevig geworteld in de gemeenschap waar hij werd gedraaid en Bresser castte veel van zijn niet-professionele acteurs in de omgeving – inclusief hoofdrolspeler Gerrit Knobbe. “Ik ben drie jaar lang af en aan veel op die plek geweest en heb er vier maanden gewoond, zo’n twee jaar voor het draaien”, legt Bresser uit. “Ik trok toen met verschillende rietsnijders op.”
Werken met de mensen zelf was nodig om hun wereld op een oprechte en eerlijke manier in beeld te brengen, stelt Bresser. “Het zijn mensen die daar al generaties lang wonen; je ziet aan alles – hun gezichten, hun handen, hoe ze praten – dat ze onderdeel zijn van het landschap. En als ik in mijn hoofd een professionele acteur de morele ambiguïteit zag spelen die ik met de film wilde onderzoeken, voelde dat altijd een beetje ongemakkelijk. Een smeerpijp spelen, dat kan, maar onschuld spelen is complexer. Natuurlijk zijn er acteurs die dat op een hele mooie manier hadden kunnen doen, en misschien was het daarmee ook een mooie film geworden, maar het was een totaal andere film geweest. Ik zocht naar een meer onbewuste belichaming van die morele ambiguïteit. Meer een canvas waar je dingen op kan projecteren als kijker, en ik als maker.”
Knobbe ontmoette hij voor het eerst bij een vergadering tussen drie verschillende besturen uit het gebied. “Er zaten acht mannen aan tafel en er was een vrij heftige discussie, maar Gerrit zei eigenlijk anderhalf uur lang niks, hij keek naar zijn handen. Dat intrigeerde me direct. Twee weken daarna heb ik hem opgezocht ergens in het veld waar hij riet aan het doorbinden was. Een enorm contrast met die eerste ontmoeting: hij was heel open, er was een zachtheid en vriendelijkheid, heel anders dan de hardheid die ik ook in hem zag. Na die ontmoeting heb ik gelijk mijn producent Marleen gebeld en gezegd dat ik iemand heel bijzonders had gevonden – maar ik heb niet gelijk tegen Gerrit gezegd dat ik al aan het fantaseren was dat hij de hoofdrol zou spelen.”
Vlees en bloed
Vervolgens is het personage deze acteur zo’n beetje op het lijf geschreven. “Mensen hebben het altijd over personages van vlees en bloed schrijven, maar daar ben ik niet zo mee bezig”, zegt Bresser. “Er moet wel complexiteit zitten in wat ze doen, maar voor mij zijn het toch een soort lege hulzen die gevuld moeten worden met personen die ik tegenkom. Ik heb wel een sterk beeld ervan in mijn hoofd, maar dat beeld verandert constant, tot het moment dat ik iemand tegenkom voor de rol, en dan beweeg ik naar diegene toe.”
De wisselwerking tussen wat hij bedenkt en wat hij vervolgens in de realiteit aantreft, is voor Bresser misschien wel de kern van het filmmaken, niet alleen in het werken met acteurs maar in elk aspect ervan. “Het is altijd een balans tussen controle willen houden over je verbeelding, het willen maken zoals je het in je hoofd hebt, en die controle loslaten om je verbeelding te laten botsen op de werkelijkheid. Veel filmmakers zijn controlfreaks, en ik reken mezelf daar ook toe, maar het is vrij saai als een controlfreak volledige controle heeft. Het wordt veel interessanter als je ook openstaat voor hoe je verbeelding botst met wat er voor de camera gebeurt, of juist achter de camera, buiten het kader dat je hebt bedacht. Zodat iets tot leven komt.”
Rietland is de slotfilm van het Nederlands Film Festival en draait vanaf 9 oktober 2025 in de bioscoop.