Saodat Ismailova over 18.000 Worlds

'Je kunt je dromen zelfs aan de wasbak toevertrouwen'

Two Horizons

In haar thuisland werden hoofddoeken door de Russen van de ene op de andere dag verboden, de schrijftaal veranderde er in de vorige eeuw zes (!) keer, maar mensen vertellen hun dromen er ook nog steeds aan stromend water. Tot 4 juni is in Eye Filmmuseum de tentoonstelling 18.000 Worlds te zien van de Oezbeekse kunstenaar Saodat Ismailova, die in 2022 Eye Art & Film Prize won.

De jury voor de Eye Art & Film Prize noemde Ismailova’s werk ‘verfrissend’, ‘urgent’ en ‘afgewogen’, maar dat klinkt te algemeen. Het is ook lastig zo’n rijk en gelaagd oeuvre in een paar woorden samen te vatten. Ismailova’s films en objecten zijn vooral ook heel specifiek en tastbaar. Van de beschermende amuletten en oude foto’s van familieleden die op de tentoonstelling te zien zijn tot de vloerkleden om op te zitten en de paardenharen sluiers die Oezbeekse vrouwen droegen, voordat de Sovjets ze honderd jaar geleden verboden.

Andere woorden uit die jurytekst komen dichter bij de reikwijdte van Ismailova’s fascinaties: ‘intrigerend, mysterieus en betrokken’. Maar noem het niet ‘magisch’, benadrukt Ismailova tijdens ons gesprek.

Betrokken toont Ismailova zich bij heel Centraal-Azië, waarvan de grenzen overigens door verschillende mensen en instanties anders getrokken worden. Laten we een nauwe definitie aanhouden die stelt dat Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan en Turkmenistan tot het gebied behoren. Volgens anderen horen ook Kazachstan en Mongolië erbij en zelfs delen van China.

In ons collectieve bewustzijn speelt Centraal-Azië een bescheiden rol, om het vriendelijk te zeggen. 18.000 Worlds geeft je wat dat betreft een mooi nieuw venster op de wereld. Eye stelt trouwens niet alleen tentoon, het heeft ook een flink aantal historische Oezbeekse films in de collectie opgenomen met het oog op restauratie en archivering. Die lagen tot dan op zolder bij een oom van Ismailova, die deed wat hij kon om de historische collectie niet verloren te laten gaan. Zo kunnen dingen rollen.

Saodat Ismailova (1981, Tashkent) studeerde in Tashkent, Italië, Lille en aan Robert Redfords Sundance Institute. In 2004 won haar documentaire Fishing in an Invisible Sea het filmfestival van Turijn. Ze exposeerde in onder meer Tromsø, Parijs en New York en nam in 2022 deel aan de Biennale van Venetië. ‘Ismailova is een belangrijke stem binnen de eerste generatie Centraal-Aziatische kunstenaars die volwassen werd in het post-Sovjettijdperk’, aldus Eye. ‘In haar werk onderzoekt ze de rijke, complexe en gelaagde cultuur van haar geboorteregio. Ze portretteert de geest van Centraal-Azië, kruispunt van culturen en laat veel ruimte voor intuïtie, verhalen en muziek.’

De rivier die we aan het eind van de tentoonstelling zien stromen, waaraan mensen hun dromen vertellen. Die eindigt in een meer dat aan het opdrogen is. Is die rivier ook aan het opdrogen? Want opgedroogde dromen, dat is een wreed idee.  “Die rivier begint hoog in de bergen. Daar is nergens sprake van droogte, omdat de grond naast de rivier niet gebruikt kan worden voor de katoenteelt. Die begon toen Turkistan, zoals Kazachstan toen heette, door de Russen werd gekoloniseerd voor de katoenteelt. ‘Wit goud’, noemden ze katoen. De rivieren werden compleet verlegd en er werden een heleboel irrigatiekanalen aangelegd. Die rivier stroomt voor een deel ook naar Turkmenistan, een woestijnachtig land. Een groot deel van het water verdampt in die woestijn. Het water dat in Oezbekistan blijft, verdwijnt vervolgens in die irrigatiekanalen.”

De verhalen over mensen die hun dromen vertellen aan het water, heeft u die uit de geschiedenis naar boven gehaald?  “Nee, dat ritueel is nog steeds heel erg aanwezig in het dagelijks leven van mensen. Ze vertellen hun dromen aan het water.”

Speciaal aan deze rivier?  “Nee, het is overal in Centraal-Azië een gebruik, het is niet een of ander vergeten historisch fenomeen. Mensen doen het ook in de stad. Je kunt het zelfs in je wasbak doen, als het maar stromend water is. Dus niet tegen een meer of een vijver. Maar een wasbak in de keuken: ja.”

Wat is het idee daarachter?  “Het zou me niet verbazen als je een variatie hierop over de hele wereld tegenkomt. Het symboliseert de band tussen mens en natuur. Water, grond, lucht. Toen ik mensen sprak uit de hoogstgelegen gebieden van Centraal-Azië, waar deze gebruiken nog het meest deel van de cultuur zijn, delen ze hun dromen met vuur. Dat gebruik hebben we niet in lager gelegen gebieden. Het hangt ook af van iemands temperament.”

Misschien omdat vuur in hoger gelegen, koudere gebieden, belangrijk is om te overleven?  “Dat zou kunnen inderdaad.”

Ik maakte eerst de denkfout dat de hoofddoeken een soort nostalgisch verlangen naar het Oezbekistan van voor de Russische bezetting symboliseerden.  “Oh, nee, nee, nee.”

Of het behoud van de cultuur.  “Zelfs dat niet. Het is misschien goed om te weten dat het nog maar een eeuw geleden is dat vrouwen ‘ontsluierd’ werden. Toen konden vrouwen eindelijk deelnemen aan de samenleving: ze konden studeren en werken. De sluiers symboliseren die verandering: gelijkwaardig zijn. Ik heb ze in de tentoonstelling opgenomen als herinnering aan die bevrijding. Maar ook om iets te kunnen zeggen over hoe vrouwen zich voelden achter die sluier.”

Hoe kunt u dat weten?  “Dat kan ik niet weten. Daarvoor moest ik interviews lezen die waren gedaan door geleerden die dat historische moment hadden vastgelegd. Het viel me op dat sommige vrouwen dachten dat als je die hoofddoek maar wegneemt, dat vrouwen dan vanzelf vrij zouden zijn. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Je hebt educatie nodig. En zelfs dan. De Russen dachten zo: hoofddoek weg, bevrijding. Maar vrouwen voelden zich ontkleed. Ze werden aangevallen door conservatieve Oezbeekse mannen. Het duurde even voordat mensen het belang van educatie inzagen.
“Ik sta ambivalent tegenover die tijd. Ik ben als hoogopgeleide vrouw een product van die tijd. Maar toen de archieven opengingen na het verdwijnen van de Sovjet-Unie hoorden we voor het eerst over de bittere ervaringen van vrouwen toen. Dat doet pijn. Ze zaten klem tussen een communistische ideologie en een traditionele samenleving. Die hervorming was belangrijk voor Oezbekistan. Maar het was een gedwongen hervorming. Het was niet dat vrouwen hun hoofddoek uit het raam gooiden en door de straten dansten.”

Maar er groeide de afgelopen jaren een nostalgie naar die tijd.  “Mensen willen niet terug naar die tijd. Het punt is, door de Sovjets werd religie verboden. Nadat de Russen vertrokken waren, was religie weer mogelijk. Als mensen al sluiers gaan dragen, dan zal het zijn zoals in Turkije. Je ziet dat nieuwe conservatisme ook op andere plekken in de cultuur. En toch, als je mensen vraagt waarom ze een sluier zijn gaan dragen, hebben ze er geen helder antwoord op. Het lijkt meer mode dan overtuiging.”

Geen ideologie?  “Een deel van de mensen heeft een neiging om religieus te worden, maar het is allemaal erg ondoordacht.”

Is het een verlangen naar een fictief, geromantiseerd verleden?  “Het is niet eens fictie waar men naar terugkijkt. Er is nul historische reflectie. Er is alleen een spirituele leegte. Als een verschijnsel als religie plotseling weer wordt toegestaan, heeft het de neiging die leegte te vullen. In Spanje zag je na de dood van dictator Franco het tegenovergestelde. Franco was een religieuze extremist. Toen hij eenmaal in de grond lag, lieten mensen religie meteen vallen.
“Ik bekritiseer de Oezbeken niet, het is alleen een observatie. Als ik iets moet bekritiseren dan is dat het onderwijs in Oezbekistan. Vrijheid en emancipatie krijg je alleen als je mensen goed onderwijs geeft en dat gebeurt niet. Men heeft wel toegang tot onderwijs en het land is volledig gealfabetiseerd, ook weer met dank aan de Russen, maar de kwaliteit van onderwijs ligt erg laag. Onderwijs in Oezbekistan heeft niets met analyseren en nadenken te maken, alleen met feitjes onthouden. Mijn filmstudie in Tashkent was heel onbevredigend. Als ik echt iets wilde leren, begreep ik al snel, moest ik naar het buitenland.”

Ik begrijp dat het alfabet van Oezbekistan in de vorige eeuw zes keer is veranderd. Dat zal het onderwijs niet ten goede komen.  “Het creëert allerlei problemen. Elke keer als de officiële schrijftaal wordt veranderd, beginnen mensen van voor af aan. Het gaat om de schrijftaal. Mensen praten gewoon Oezbeeks of Russisch, maar het gaat om de taal van de wetenschap, om kennis vastleggen en doorgeven. Als je de taal van de vorige generatie niet beheerst, kun je niks doorgeven. Een nieuwe generatie kan dan niet de bronnen van de vorige generatie raadplegen.
“Meer dan duizend jaar schreven we Arabisch. Al sinds de achtste of negende eeuw. Het Arabisch zat diep in ons metabolisme. De Sovjets veranderden dat een eeuw geleden naar het Latijn. Dat lukte omdat onze intellectuelen in die tijd niet inzagen wat de Sovjet-Unie was, een agressieve bezettingsmacht. Die intellectuelen gebruikten die bezetting om de Oezbeekse monarchie eruit te werken en het onderwijs te hervormen. Voor hen waren Turkije en Ataturk het voorbeeld en die hadden ook voor het Latijn gekozen, omdat Ataturk het land meer westers wilde maken.
“Toen zagen de Sovjets in dat die groeiende invloed van Turkije een bedreiging kon gaan vormen voor de Russische aanwezigheid in Centraal-Azië en veranderden ze de schrijftaal naar het Cyrillisch. Dat gebeurde vrij snel nadat ze het Latijn hadden ingevoerd. Toen de Russen verdwenen in 1992 wilde men de Russische invloed uitwissen en werd de officiële schrijftaal weer Latijn. Terug naar het Arabisch wilde men niet, want men wilde niet dat het land de kant van Afghanistan opging. Toen werd Turkije opnieuw het model. Tien jaar later werd de taal opnieuw aangepast omdat mensen om de een of andere reden teveel moeite hadden met de klinkers in het Latijn. In het kort: een ramp. Op dit moment hebben we twee alfabetten: Cyrillisch en Latijn. We hebben nieuwe generaties die maar een van die twee talen spreekt en dus geen toegang heeft tot alles wat in de andere taal is geschreven.”

De traditie dat mensen beschermende amuletten bij zich dragen, bestaat die ook nog steeds?  “Ik heb er een in m’n tas zitten.”

Kunt u zeggen wat er in geschreven staat?  “Nee.”

U heeft het nooit iemand verteld?  “We kijken er zelf niet naar. Ik kreeg het van een familielid die me goede dingen toewenst.”

U graaft in de cultuur. Ziet u zichzelf als een archeoloog?  “Dat zou je kunnen zeggen. Niet van ruïnes maar van herinneringen.”

Waarom die titel 18.000 Worlds?  “Omdat elk werk voor mij een wereld op zichzelf is. Dat begrip ‘18.000 werelden’ komt uit de mystieke islam. Bij de orthodoxe islam zul je het niet vinden. Mijn grootmoeder gebruikte die uitdrukking. ‘Je leeft in één van 18.000 werelden’, zei ze dan. ‘Hoe zien die andere werelden er dan uit?’, vroeg ik. Maar dat was niet voor mij om te weten, zei zei. Het is het soort gedachte die je nederig maakt maar je fantasie de vrije loop laat. Het kunnen werelden uit het verleden zijn. Uit de toekomst. Virtuele werelden, werelden die mensen creëren, werelden die de natuur creëert. Werelden die we niet zien, niet kennen, niet begrijpen.”

Er schuilen ongrijpbare dingen in uw werk, dingen die door een cultuur zweven. Zoals herinneringen.  “Dat is waar ik het meest mee werk. Dingen die bestaan maar nooit echt zijn aangeraakt. Dingen die je door de vingers glippen. Ik vroeg Eye om nooit het woord ‘magie’ in de teksten bij de tentoonstelling te gebruiken. Sommige dingen hebben wel met magie te maken, of met magisch denken, maar ze moeten niet worden gereduceerd tot dat label. Helaas maken we in onze moderne wereld onderscheid tussen een mythische, magische gefantaseerde wereld en een rationele, analytische wereld. Tussen die werelden zien we geen connectie. Ik wil dat onderscheid niet maken. Er staat geen grote muur tussen die werelden. Mythes en rituelen zijn helemaal niet zo ver verwijderd van ons dagelijks leven. Ze moeten alleen niet losgezongen zijn van de realiteit. In beeld en geluid óver die mythes en rituelen kun je de realiteit loslaten zoveel je wilt. Maar de mythes en rituelen zelf moeten een basis hebben in de realiteit.”