Santiago Otheguy
De angst voor de ander

Santiago Otheguy (foto Ilona van Genderen Stort)
De Argentijn Santiago Otheguy studeerde film aan de Parijse Sorbonne en is ook jazzmusicus. Veelzeggend, want achter het gestileerde la león blijkt een regisseur te schuilen die gelooft in improvisatie, zijn films rustig laat rijpen en niets moet hebben van handheld camera’s en ‘het monopolie van de onmiddellijke affecten’.
la león speelt zich af op de Paraná. Komt u daar vandaan? Nee, maar het ligt heel dicht bij mijn Buenos Aires. De Paraná loopt van Brazilië door Paraguay en Argentinië en mondt uit in de grote rivierdelta Rio de la Plata. We filmden in het noordelijke deel. Dat is alleen over water bereikbaar: vijf uur varen vanuit Buenos Aires. De mensen leven er volkomen geïsoleerd door de enorme watermassa. Alsof ze stil staan in de tijd. Geen elektriciteit. Nauwelijks communicatiemiddelen. In de film is Turu’s boot het enige contact tussen de rivierbewoners en de stad. Die boot is een mooi symbool voor dominantie en macht.
Want dat is de kern van het verhaal? Ik ben eigenlijk niet uitgegaan van een verhaal, maar van bepaalde thema’s. Wat me interesseerde zijn de mechanismen van geweld. Welke krachten zijn er in het spel? Angst is een centrale factor: de angst voor de ander. Vervolgens vond ik die locatie en boden de mensen van de Paraná me hun geschiedenissen aan. Ik interesseer me het meest voor non-narratieve cinema, moet ik zeggen, voor de cinematografische taal. Waar la león om gaat, wordt tussen de regels van het verhaal door verteld.
Het is vooral een heel poëtische film. Ja, maar het gaat uit van socio-politieke elementen. De rivierdelta is een open gebied zonder grenzen, zonder duidelijke politieke of sociale structuur, zonder politie. In die wereld waarin iedereen gelijk is, iedereen vist en riet kapt, bestaan geen mechanismen die tussen mensen bemiddelen. Conflicten spelen zich daar veel helderder af. Turu, de man met de boot, ontleent zijn macht aan het simpele feit dat hij de communicatie beheerst, de boodschappen en de brieven brengt. Maar hij leeft in de voordurende angst dat hij dat kleine beetje waarover hij heerst zal verliezen. En omdat het maar zo weinig is, heeft hij weinig marge voor tolerantie. Hij kan niet accepteren dat iemand homoseksueel is, dat er buitenlanders zijn, dat hijzelf bepaalde gevoelens heeft. Hij kan de vrijheid van een ander niet accepteren. (Lacht) Maar er zijn vele andere lezingen, hoor.
Zoals: de film gaat ook over eenzaamheid? Natuurlijk, maar dat is de andere kant van dezelfde medaille. De film gaat over bekende, simpele thema’s. Ik zoek naar de wortels, zo helder mogelijk, van sommige mechanismen en giet het in de vorm van een soort mythe. In de Paraná spelen dezelfde angsten als in Parijs of in Nederland met migranten. De angst voor de ander. Naarmate de wereld meer globaliseert, zoeken de mensen elkaar op in steeds kleinere denominaties: regio’s, dorpen, huizen. De kleinste vorm is het individu: helemaal alleen.
De film ontleent zijn kracht vooral aan het prachtige camerawerk van Paula Grandiós. Zeker, en dat met minimale middelen. Aanvankelijk was er alleen een korte film die Paula en ik daar met heel weinig geld maakten. Met dat materiaal zijn we naar de producenten gegaan en zijn we gaan nadenken over een uitbreiding. Een jaar later zijn we teruggekeerd en hebben we de rest gefilmd. Dat jaar verschil maakte het moeilijk omdat mensen in de tussentijd veranderen, maar het stelde ons ook in staat om dingen te verbeteren. Noch Paula noch ik had ooit met High Definition gewerkt. Ik heb vooraf heel veel foto’s gemaakt. Met Paula heb ik wel lang over het concept gesproken. We kwamen uit op het begrip ‘een woestijn van water’. Meer niet, maar dat zei genoeg.
Wat mij opviel is dat de camera op zekere afstand blijft. Ik wilde een documentaireachtige kwaliteit. Dit is een gebied in Argentinië dat nog nooit eerder gefilmd is. Die oude man bijvoorbeeld wilde laten zien hoe ze riet kappen, met welke techniek, want dat is niet dezelfde manier waarop ze het verder stroomopwaarts doen. Als een antropoloog over vijftig jaar een kopie van la león vindt, dan weet men: zo deden ze dat in Paraná. Dat was belangrijk voor me. Dat bepaalde de stijl en het ritme van de film.
Het komt anders heel doordacht en gecomponeerd over. Toch was het totaal geïmproviseerd. We hadden een lijn, een concept, maar de film werd gevoed door de mensen uit de omgeving.
Opvallend is ook dat de camera bijna niet beweegt. Dat viel niet mee in een gebied waar alles drijft en golft! De mensen uit de streek hebben een drijvend platform voor ons gebouwd. Ik hou van films die je de tijd geven om een relatie aan te gaan met het beeld. Je hebt tijd nodig om het beeld te begrijpen, de relatie tussen de dingen, en je eigen pad te vinden. Ik wil niet met een handheld camera tussen de personages rennen. Ga zitten en kijk toe. Ik ben echt tegen het monopolie van de onmiddellijke affecten. Tv, film, het nieuws: je krijgt geen tijd om iets te zien, om een idee geboren te laten worden. Er is geen ruimte om een relatie aan te gaan met de wereld waarover het zou moeten gaan.
Waarom koos u voor zwart-wit? Dat had economische en logistieke voordelen, maar ik koos allereerst voor zwart-wit omdat het heel expressief is. Kleur is niet realistischer, integendeel. Kleur komt net zo goed voort uit een chemisch proces. Mijn keuze voor Kodak 72 of 82 bepaalt en deformeert wat je ziet. Echte kleur bestaat niet. Ik geloof zelfs dat zwart-wit dichter staat bij de poëtische werkelijkheid van de wereld. Bovendien denk ik dat de keuze van het medium invloed heeft op de houding van het publiek. Sinds kort zijn er bijvoorbeeld kleurenfoto’s te zien uit de Tweede Wereldoorlog, van de bevrijding van Parijs. Wat maakt dat een verschil! Het maakt onze relatie tot het verleden opeens helemaal anders. Zwart-wit stelt het publiek in op een andere tijd, op het rijk van de fabelen en de mythes, en dat paste bij dit project.
Hoe viel de keuze op de hoofdrolspelers Jorge Román en Daniel Valenzuela? Ze zijn beiden, ik zou bijna zeggen, non-acteurs. Het zijn mensen met een sterk persoonlijke achtergrond, en ze voegden veel toe. Zij waren trouwens de enige twee professionele acteurs, de overigen komen uit de streek: zoals die oude man die Iribarren speelt. Ik koos de cast en crew op de manier waarop ze zich tot de wereld verhouden, meer dan op hun technische kwaliteit. De artdirector, bijvoorbeeld, is iemand van zeventig die zich tijdens de militaire dictatuur in de delta verborgen hield. Hij startte de eerste school van de streek en sommige mensen noemen hem nog steeds de schoolmeester. Zijn ideologie, zijn relatie tot de mensen, was essentieel. Ik had naar de beste artdirector van New York kunnen zoeken, maar als hij zich niet kan verhouden tot de mensen dan heb ik er niks aan.
Wat zijn uw toekomstplannen? Als ik dit soort films wil blijven maken, moet ik nadenken over hoe mijn vrouw en ik en onze dochter de komende drie jaar gaan leven. Er is een behoorlijk discrepantie tussen de interesse voor la león en wat het opbrengt. Andere regisseurs zouden op je vraag geantwoord hebben met de plotlijn van hun volgende film, maar voor mij is het verhaal ondergeschikt. Ik ben meer geïnteresseerd in cinema. Wat is cinema? Wat betekent het om cinema te maken? Als cineast te leven? Het is een beetje een langzaam proces. Ik denk nu over immigratie na. In Frankrijk heb je immigranten die na vijfentwintig jaar volkomen zijn aangepast, maar illegaal in het land zijn. Ze worden teruggestuurd naar een land waarmee ze geen enkele culturele binding hebben. Wat is een nationaliteit? Wat is identiteit? Maar goed: (lacht) ik weet nog niet welke vorm het zal aannemen. Het rijpt.
Barend de Voogd