Rüdiger Suchsland over Von Caligari zu Hitler
Film aan de pols van de tijdgeest
De Weimarfilms hebben het fascisme voorspeld, schreef de Duitse criticus Siegried Kracauer in Von Caligari zu Hitler. Een hedendaagse filmcriticus trad in zijn voetsporen en maakte er een essayfilm over, die ook over het heden gaat. Te zien op het IDFA.
Door Dana Linssen
"Weimar is nu", zegt de Duitse filmcriticus Rüdiger Suchsland. "Terugkijken naar de Weimarrepubliek, de periode tussen het einde van het keizerrijk en de Eerste Wereldoorlog en de machtsovername van de nationaalsocialisten is reuze actueel. Ook nu zijn economie en democratie in crisis, zonder alternatieven, zonder utopie. We hoeven niet eens naar Hongarije of naar Italië te kijken om dat te begrijpen, we zien het ook in Duitsland en in Nederland."
Ik sprak Suchsland tijdens de Viennale, het Weense festival waar zijn documentaire Von Caligari zu Hitler te zien was tijdens een tussenstop in de festivaltoernee die hem van Venetië naar IDFA voert. Ik ken hem als collega en door onze gedeelde interesse in de Duitse filmtheoreticus, cultuurcriticus, socioloog en journalist Siegfried Kracauer, die in 1947 vanuit ballingschap in Amerika het boek Von Caligari zu Hitler: Eine psychologische Geschichte des deutschen Films publiceerde. Daarin beschrijft Kracauer hoe de films van de Weimarrepubliek — van de stille horrorfilm Das Kabinett des Dr. Caligari (1919) via sciencefictionfilm Metropolis (1927) tot misdaadfilm Das Testament des Dr. Mabuse (1933), over de gelijknamige superschurk en een van de eerste door de nazi’s verboden films — de vinger aan de pols legden van een verwarde tijd, en de komst van het fascisme als het ware voorspelden. Voor Kracauer is filmkritiek ook altijd cultuurkritiek. En zelfs als je het op dat punt niet met hem eens bent, blijft zijn analyse van de filmoogst van 1919 tot 1932 frappant. Niet alleen voor filmcritici, maar voor iedereen met een interesse in geschiedenis en sociologie.
Von Caligari zu Hitler is de eerste lange film die er in Duitsland over de Weimarcinema is gemaakt. Opmerkelijk. Het was een immens productieve periode, die bovendien de filmmakers voortbracht die later in exil de Amerikaanse filmindustrie van de jaren dertig en verder zouden vormgeven: Fritz Lang, F.W. Murnau, Joseph von Sternberg, Ernst Lubitsch. "Waarschijnlijk omdat tot nog toe de rechten te duur en te ingewikkeld te verkrijgen waren. Het heeft enorm geholpen dat de Murnau Stichting z’n archieven heeft opengesteld en heeft geholpen waar nodig de rechten te regelen. Toch zitten er nog een aantal films en filmmakers niet in de film om de simpele reden dat we de rechten niet konden krijgen. "Een andere reden is dat Kracauer een beetje uit de mode is geraakt. Hij was belangrijk voor de generatie van de jaren zestig. Daarna ontstond er een beetje een richtingenstrijd tussen de politieke en de esthetische filmkritiek. De esthetische benadering heeft gewonnen. Ook vandaag de dag nog onderschatten historici kunst en film in het bijzonder als bron om een tijd te begrijpen. "De enige mensen die het hadden kunnen doen waren misschien de filmmakers zelf, Alexander Kluge of Werner Herzog, of zelfs Volker Schlöndorff die ik ook in de film interview. Maar voor de filmmakers van de Neue Deutsche Film was de historische afstand misschien nog niet groot genoeg. Een ander probleem was dat de films niet beschikbaar waren. Ze werden sporadisch vertoond, dus ze kenden ze ook niet echt goed genoeg."
De Weimarfilm begint en eindigt in een krankzinnigengesticht zeg je in de film. "Das Testament des Dr. Mabuse is een van de laatste films van de Weimar Republiek. Een van de hoofdpersonen is de directeur van een psychiatrische inrichting, een extreme rationalist die aan het einde van de film zelf krankzinnig wordt. Of bezeten, geobsedeerd, misschien wel gehypnotiseerd door het meesterbrein van superschurk Mabuse. Het gaat over de dunne scheidslijn tussen waanzin en rationaliteit, of verlichting en irrationaliteit. Het is een van de vele Weimarfilms die zich in een gekkenhuis afspeelt. Er zit zelfs een Mercedes in die de nacht in rijdt en een Führerachtige figuur die met zijn rechterarm een soort Hitlergroet brengt.
"Ook Das Kabinett des Dr. Caligari, een van de eerste films van de Weimartijd, speelt zich in een gesticht af. Ook daarin hebben we een professor die misschien gek is, of misschien een empathische linksliberale arts. De film laat in het midden of dit een surrealistische droom is, een metafoor of de realiteit van de film.
"Misschien is het toeval, maar wat is het dan een geweldig toeval dat de eerste en de laatste film van die periode min of meer hetzelfde verhaal vertellen over krankzinnige personages die gehypnotiseerde criminelen als een soort moorddadige slaapwandelaars de wereld in sturen. Zo zijn er een aantal beelden en metaforen die in alle Weimarfilms terugkomen: de slaapwandelaar, de hypnotiseur, bezeten figuren, de beurskrach in de eerste Mabuse-film (1922) en later Fräulein Else (1929), het beeld van de hand over de stad in M (1931) en Mabuse als metafoor voor het opkomende totalitarisme, de nadruk op de mechanische en ornamentale aspecten van het menselijk lichaam en de massa."
Voor Kracauer was filmkritiek ook altijd cultuurkritiek. Hij schreef zijn boek over de Weimarfilm pas later, maar wel gebaseerd op stukken die hij in die tijd had gepubliceerd. Werden zijn analyses door het publiek van die tijd gedeeld, herkend of bespeurd? "Er was op z’n minst één groep die heel goed herkende waar die films, en in het bijzonder Das Testament des Dr. Mabuse, over gingen want ze verboden hem zodra ze de kans kregen. Dat waren de nazi’s. Daarna probeerden ze Fritz Lang in te kapselen door hem aan te bieden ‘hoofdfilmer’ van Duitsland te worden.
"Maar je kunt in veel kritieken uit die tijd teruglezen dat men zich bewust was van het feit dat film een kunstvorm is en dat kunst ons iets vertelt over de tijd en de maatschappij waarin we leven. Dat was in die tijd een veel gangbaarder manier van naar film kijken, dan vandaag de dag, waarin film vooral als entertainment wordt beschouwd. Caligari was een enorm succes. Door die film werd het expressionisme populair, en daarmee het idee dat die gespleten, gefragmenteerde kunst iets over de maatschappij zei. Er zaten veel ex-militairen in psychiatrische inrichtingen met oorlogstrauma’s en psychoses. Expressionisme was een massakunst. Een paar jaar later stortte alles in door de economische crisis en weer een paar jaar later zie je hoe de Neue Sachlichkeit, de Nieuwe Zakelijkheid met een zakelijker, meer documentair beeld een nieuw elan probeerde te bewerkstelligen."
Je zei eerder dat misschien wel de hoofdreden om deze film te maken was dat de films uit die tijd zo fantastisch zijn. We kennen een aantal klassiekers, vooral in het horrorgenre. Maar leg eens uit? "Het zijn prachtige films. Ze zijn slim en innovatief en snapten dat je om een breed publiek te bereiken geen domme films hoefde te maken. Kracauer omschreef het als films die als smokkelwaar werden gebruikt om kennis en inzicht over te dragen. Ze hadden meer respect voor het publiek, hoewel het publiek vergeleken met nu misschien minder geschoold was. De films hebben een klassieke naïviteit, wat iets anders is dan simplisme, die nog steeds heel verfrissend is. In culturele en esthetische zin was het voor mij een van de meest interessante periodes van de twintigste eeuw. De stijl spreekt me aan, maar belangrijker nog de diagnose die de kunst van z’n tijd gaf. Ik vind het belangrijk als een tijd, een maatschappij kritisch en zelfbewust is.
"Je zou kunnen zeggen dat we vandaag de dag weer in een Weimartijd leven waarin er een ‘koude burgeroorlog’ gaande is. De gevechten zijn nog niet begonnen, maar er hoeft maar iets kleins te gebeuren of iemand trekt z’n pistool."
De politieke en economische parallellen liggen meer voor de hand dan de culturele. "Niet helemaal. Ook nu is er een apocalyptische ondertoon. Vergeet niet dat Weimar apocalyptisch was. Het was niet alleen ‘fun’, zoals de Amerikaanse filmhistoricus Eric Weitz in de film zegt. Er was armoede, werkeloosheid, als reactie daarop dansten mensen op de vulkaan, maar ze konden de hitte van de lava al voelen. Voor de onderklasse, het proletariaat was het beslist niet leuk. De bourgeoisie en de aristocratie waren alles verloren en ze vochten om iets van hun macht te behouden.
"Het is minder makkelijk om parallellen te vinden op het gebied van de kunst en de intelligentsia. We leven in tijden van culturele neergang. Je zou zelfs kunnen zeggen dat we het einde van cultuur tegemoet zien, zoals geloof ik Terry Eagleton heeft gezegd. Maar ik wil niet pessimistisch zijn. Want als je je lang in de Weimartijd verdiept ontdek je ook de gevaren van cultureel pessimisme, want dat geeft stof voor politiek extremisme. Dus zelfs als we heel kritisch op onze eigen tijd zijn, moeten we er bedacht op zijn om niet onze vijanden munitie in handen te geven om te vernietigen wat we moeten bewaren.
"Dat is in het kort ook mijn kritiek op het postmodernisme, op deconstructivisme en de-deconstructivisme. Om iets te kunnen deconstrueren hebben we eerst de constructie nodig, de canon. Maar als we die al weggeblazen hebben dan hebben we een probleem. Om de parallellen met onze cultuur te zien moeten we buiten de traditionele kaders kijken naar meer popculturele uitingen als televisie, popmuziek en games, maar ook vindingen uit de wetenschap zoals neuroscience.
"Ik denk niet dat de geschiedenis zich letterlijk herhaalt. Weimar is een patroon. Door dat patroon kunnen we naar onze tijd kijken en verschillen en overeenkomsten zien. Dan zien we het idee van een massamaatschappij, formeel democratisch, maar niet geschoold en geïnformeerd genoeg om de mogelijkheden die de democratie biedt te benutten, die tegelijkertijd verleid wordt door een entertainmentindustrie die steeds perfecter is in het gebruiken van manipulatietechnieken."
Von Caligari zu Hitler is te zien tijdens het IDFA | Regisseur Rüdiger Suchsland is aanwezig en zal na de vertoningen in gesprek gaan met het publiek | Voor meer informatie idfa.nl.