Robert Jan Westdijk over Waterboys

'Ik cast vriendschappen'

  • Datum 09-11-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Portret Geert Snoeijer

Zes jaar na zijn vorige film, en acht jaar na zijn laatste zelfgeschreven film, is Robert Jan Westdijk terug met Waterboys. ‘Ik ben op mijn best als ik mijn eigen schrijfsels regisseer.’

Door Joost Broeren

"Hebben we het eigenlijk al over de inhoud gehad?" vraagt Robert Jan Westdijk als we al ruim drie kwartier over zijn nieuwe, zesde speelfilm Waterboys hebben zitten praten. Natuurlijk hebben we dat. Maar het gesprek gaat inderdaad meer over het proces, over het maken van de film, waarmee Westdijk een writer’s block van twee jaar overwon. "Ik heb 2011 en 2012 echt een beetje verprutst."
De kiem voor de nieuwe film werd gelegd tijdens een concert van de band The Waterboys, waaraan de film zijn titel ontleent en die ook in het verhaal van vader Victor en zoon Zack een grote rol speelt. "Het was voor het eerst dat ik een concert van ze zag, terwijl ik al sinds 1985 fan van de band ben en ze een enorme reputatie hebben als liveband. Het gevoel om iets dat zo vertrouwd was toch als nieuw te zien, dat heeft een enorme indruk op me gemaakt. Toen later het verhaal ontstond over een vader en zoon die allebei single worden, zocht ik iets dat hen kon samenbrengen, en wat is daar mooier voor dan muziek?"

Dierbaar
Na de boekverfilming De eetclub (2010) maakt Westdijk Waterboys weer meer op eigen kracht. Een groot deel van de financiering werd bij particulieren opgehaald. "We hebben de helft van het budget zelf bij elkaar gesprokkeld, net zoals we dat bij Zusje [Westdijks debuut uit 1995, JB] hebben gedaan. Er zit naar verhouding meer privégeld dan overheidsgeld in de film, daar ben ik best trots op."
Die manier van financieren kwam eruit voort dat Waterboys een zeer persoonlijk project is. Al heeft de regisseur wat moeite met dat woord: "Persoonlijk wordt altijd geassocieerd met dat het autobiografisch is. Dat is de film niet. Maar hij is wel persoonlijk in de zin dat het heel veel voor me betekent, dat het me dierbaar is, en dat ik er heel veel voor wilde laten om dit verhaal tot leven te wekken. Ik heb nu wel gemerkt dat ik op mijn best ben als ik mijn eigen schrijfsels regisseer. Het is veel makkelijker om je personages uit te leggen aan acteurs als je ze zelf helemaal vanaf nul gecreëerd hebt. Anders vind ik niet per se dat mijn interpretatie meer waard is dan die van een ander."
Uiteindelijk draait het om vertrouwen, denkt Westdijk: vertrouwen in het materiaal waar je als regisseur mee werkt. "Het is makkelijker om vertrouwen te hebben in een idee waarvoor je gevraagd wordt, zoals mij bij De eetclub gebeurde. Maar dan kun je op de set ineens merken dat dat vertrouwen op drijfzand rust. Dat was een belangrijke ervaring voor me; zonder De eetclub was deze film er niet gekomen. Bij Waterboys was dat vertrouwen er — binnen de groep, maar ook bij mijzelf. Niet per se zelfvertrouwen, maar puur vertrouwen. Het idee: dit klopt zó, dat het wel goed gaat komen. Ik heb elke dag genoten bij het filmen. Ik moest heel vaak lachen om wat er voor de camera gebeurde, en er waren regelmatig momenten van ontroering; meer dan ik op basis van het script had verwacht. Die gevoeligheid wisten de acteurs er steeds weer in te leggen."
"Het is mijn meest emotionele film tot nu denk ik, met weinig techniek tussen het verhaal en de kijker. Het was nog steeds hard werken aan spontaniteit, zoals ik twintig jaar geleden ook over Zusje zei. Maar toen bedoelde ik het meer formalistisch: het zwabberen met de camera zodat het lijkt op een home movie. Nu zit het meer in de eenvoud waarmee de personages gewoon voor zich spreken. Dat is volgens mij ook wat de film maakt wat het is: dat je het leuk vindt om bij die mannen te zijn."

Spitsvondig
Die mannen worden gespeeld door Leopold Witte en Tim Linde, als vader Victor en zoon Zack, die als ze allebei plotseling single zijn samen naar Schotland reizen. "Het verhaal begint bij de vader, maar het groeit naar gelijkwaardigheid, dat vind ik er zo mooi aan. Je leert iedereen in eerste instantie kennen via de blik van Victor, maar uiteindelijk is Zack steeds degene die bij de echte mens komt."
Het vinden van de juiste acteurs heeft uiteindelijk driekwart jaar geduurd. "In beide rollen zit iets van mijzelf, en ik kan ze niet zelf gaan spelen. Dus je gaat zoeken naar acteurs die aanvoelen wat erachter zit. We hadden een omschrijving van Zack gemaakt waarin we de woorden ‘autistische spectrum’ hadden gebruikt, en veel acteurs trokken meteen van alles uit de kast. Tim niet: die besloot gewoon om het zo eerlijk mogelijk te spelen, en dat is precies goed. En Leopold is verbaal natuurlijk ontzettend spitsvondig. Hij had nog het meest moeite met het hufterige van Victor. Er waren mensen die het scenario lazen en zeiden: ‘Waarom denk je dat dit leuk is? Ik zie alleen maar een nare man die nare dingen zegt.’ Ik zie dat heel anders, en Leopold zag dat ook wel. Hoewel we er ook discussie over hadden, maar dat gevecht heb ik altijd met goede acteurs."
Ook hier komt weer dat woord ‘vertrouwen’ opduiken. "Die discussies gaan al snel over de inspiratiebronnen, waar bepaalde opmerkingen vandaan komen; de persoonlijke ervaringen waar de fictie op is gebaseerd. Dat zijn heel persoonlijke gesprekken, maar er zit een veilige fictiebuffer tussen. Dat vertrouwen probeer ik op te bouwen met mijn acteurs en mijn crew. Dus ik cast geen rollen, ik cast vriendschappen. Die zijn niet bestendig, dat geef ik direct toe: het is heel erg intens tijdens het filmen, en in mijn beleving levenslang, maar we zien elkaar vervolgens bijna nooit meer. Hoewel: de draaiperiode is nu ruim een jaar geleden, maar de WhatsApp-groep van cast en crew is nog steeds actief."