Rafa Cortes over YO
Tuinman op Mallorca
Vier Tiger-films van het Filmfestival Rotterdam gaan weer op tournee: opgroeien in Frankrijk, volwassen worden in Duitsland en Maleisië, en reïncarneren in Spanje. Een interview met Rafa Cortes over zijn psychologische thriller yo.
"Wie ik ben?" Regisseur Rafa Cortes grinnikt. "Als ik dat had geweten, had ik deze film niet gemaakt." Hij doelt op yo (Spaans voor ‘ik’), zijn in Rotterdam met de prijs van de internationale filmkritiek bekroonde speelfilmdebuut. Daarin arriveert de Duitser Hans op Mallorca om als tuinman aan de slag te gaan voor een rijke, even bot als bolle landgenoot. Zijn voorganger, die ook Hans heette, was op een dag spoorloos verdwenen. Bij gebrek aan een eigen persoonlijkheid en vanuit het verlangen iemand anders te zijn, neemt de onzekere Hans stukje bij beetje de identiteit van zijn voorganger aan, die geliefd blijkt bij de lokale bevolking.
Cortes: "Het is onmogelijk om iemand uit te leggen wie je bent. Je wordt gedefinieerd door zoveel verschillende dingen om je heen, die ook nog eens door verschillende mensen verschillend worden geïnterpreteerd. Vaak wil je iemand anders zijn dan jezelf. Groter dan het alledaagse leven. Soms zou ik willen dat ik Hemingway was."
De op Mallorca geboren Cortes schreef het scenario voor yo samen met de hoofdrolspeler van zijn film, acteur Alex Brendemühl, die kind is van een Spaanse moeder en een Oost-Duitse vader. Brendemühl: "Rafael en ik houden van hetzelfde soort mensen: ‘smaller than life characters’ — in tegenstelling tot de ‘bigger than life characters’ die je in Hollywoodfilms ziet. Soms stoten we elkaar aan als we er in een kroegje eentje zien zitten: alleen, stilletjes in een hoekje aan een bar in een verlepte regenjas, wachtend op iemand die niet zal komen. Tragische figuren waar te weinig van wordt gehouden. Door het gebrek aan vertrouwen in zichzelf zijn ze interessanter dan mensen die hun weg in het leven al hebben gekozen en uitgestippeld. Die figuren zijn de basis voor het personage van Hans dat we samen hebben bedacht."
Die Hans maakt een fragiele, onvaste, getormenteerde indruk; hij verstaat het Mallorcaanse dialect niet helemaal, verontschuldigt zich voor zijn aanwezigheid, liegt uit angst. Anders dan de lokale bewoners, die in de kroeg het kaartspel ‘Truc’ spelen, dat juist gebaseerd is op het volgens vaste codes bedriegen van je tegenspelers. Brendemühl: "Dat spel wordt alleen in Valencia en op Mallorca gespeeld en zegt een boel over de mediterrane cultuur. Het is een metafoor voor een mentaliteit die je als buitenstaander niet in twee dagen leert. Hans komt terecht in een dorp dat het hele universum in zich draagt, waar ieder figuur zijn rol heeft. Er is een baas, arbeiders, een clown. En ergens daartussen heb je Hans, die zichzelf probeert te vinden. Er is een lege plek in dat dorp en er is een zoekende man die daar niet in past. Dat is misschien wel het verhaal."
Open raam
Brendemühl en Cortes lieten in de plot van hun koud blauw getinte psychologische thriller niettemin volop gaten vallen. Brendemühl: "Hans is als een open raam. Omdat hij niet blij is met zichzelf, probeert hij zijn eigen gevoelens te verbergen. Hij probeert te beantwoorden aan wat hij denkt dat anderen van hem willen zien. Hij ageert niet; hij acteert." Vandaar ook dat de titel van de film volgens de makers het best met een kleine letter kan worden geschreven, als een ‘ik’ in het midden van een zin.
Brendemühl: "Ik wil in films geen filosofische verhalen vertellen in termen van Nietzsches ego’s en superego’s. Liever plaats ik het gat tussen je zelfbeeld en hoe anderen je beschouwen in een meer sociale context." Die sociale context reikt tot in de filmzaal, waar de kijker de opzettelijke gaten in de plot naar hartelust mag interpreteren. Cortes: "Het feit dat er geen achtergrondinformatie over Hans wordt gegeven, leidt tot allerhande speculaties. Is hij een moordenaar? Een vrijgekomen crimineel? Iemand met geheugenverlies? Het is allemaal even waar."
Toch heeft de Hans uit de film wel degelijk een voorgeschiedenis, zij het in de realiteit buiten het grote doek. Cortes: "In Estellencs, het dorp waar de film is opgenomen, bracht ik als kind mijn zomers door. Als negenjarige was ik daar getuige van een spectaculaire geweldsuitbarsting die een enorme indruk op me maakte. Er woonde een gestoorde Duitser die op de dag dat wij de straten versierden voor het jaarlijkse dorpsfeest, zijn huis uitkwam met een lege blik en opengesneden armen onder het bloed. Hij liep richtingloos door de straten, omringd door een verbaasde menigte, tot een ambulance arriveerde en hem afvoerde. Jaren later ontmoette ik Alex en vroeg ik hem te helpen zoeken naar een verklaring voor wat er met de man gebeurd zou kunnen zijn, naar de redenen voor zijn gedrag. Dat is waar yo uit is ontstaan."
In de film vormt het jaarlijkse slachtfeest het decor voor de lakmoesproef die Hans voor zichzelf opwerpt als hij ongevraagd demonstreert hoe hij een Mallorcaanse tongbreker beheerst: "Setze jutjes d’un jutjat mengen fetge d’un penjat" Oftwel: "Zestien rechters van een jury eten de lever van een gehangen man." ‘Wie de schoen past, trekke hem aan’, zeg ik tegen de makers in mijn beste Engels. Cortes, enigszins verward: "Bedoel je niet iemand anders z’n broek?" Maar dan is daar weer zijn ondeugende grinnik: "Of moet ik zeggen ondergoed? Ik geloof dat dat hier de juiste metafoor is." Brendemühl legt uit: "In een scène in de film droeg ik Rafa’s ondergoed. Gekregen van zijn moeder."
Karin Wolfs
Tigers on tour
Naast yo gaan er nog drie andere Tiger-films door het land toeren.
DIE UNERZOGENEN
Nazomeren
In het met een Tiger Award bekroonde regiedebuut van de Duitse Pia Marais blijft de zon maar ondergaan. Het bijbehorende broeierige oranjegele zweem geeft niet alleen een mooi decor bij de laatste zomer die de 14-jarige hoofdpersoon Stevie als meisje doorbrengt op weg naar zelfstandigheid, maar ook als ‘mood board’ bij het verlepte leven van haar onbeholpen ouders; een stel verslaafde, overjarige hippies zonder vaste stek, die met drugsdeals aan de kost komen. Zo druk zijn ze met het uitwonen van hun egoïstische, gedateerde vrijheidsideaal dat er amper plek overblijft voor hun enige, eenzame kind, dat van hot naar her wordt gesleept, niet naar school gaat en dus ook geen vrienden of vriendinnen heeft. Het enige waar Stevie zo’n beetje naar verlangt is een normaal tienerleven. Schrijnend is het hoe de rollen tussen ouders en kind zijn omgekeerd. Schrijnend is ook de sociale onhandigheid waarmee Stevie contacten met leeftijdgenootjes probeert te leggen en hoe ze keihard wordt afgewezen.
Het knappe spel van de stuurse actrice die Stevie speelt, de handheld-camera die dicht op de huid zit en de alledaagsheid van de dramatiek, maakt die unerzogenen tot een sfeervol nazomers portret dat aan Dorothée van den Berghe’s meisje doet denken. Pia Marais lijkt ook nog te lonken naar benny’s video van landgenoot Michael Haneke, door een buurjongetje op te voeren dat ook Bennie heet en die, gewapend met een camera, meedogenloze portretten van Stevie’s huisgenoten schiet. Maar Marais blijft niet in zwartgalligheid steken.
LOVE CONQUERS ALL
Eden aan zee
‘Hoe mooier, hoe makkelijker,’ zegt John in love conquers all tegen zijn vriendinnetje Ah Peng. Hij heeft het over de meisjes die zich laten vangen in het web van zijn neef, een loverboy die ze met mooie praatjes tot prostitutie verleidt. Mooie meisjes hebben te veel zelfvertrouwen, legt John uit. ‘Die denken dat de liefde alles kan overwinnen.’ Hij vertelt het Ah Peng al vroeg: ze is dus gewaarschuwd. De film draait vervolgens om de vraag hoe mooi onze hoofdrolspeelster is. En of ook zij misschien met een te groot zelfvertrouwen kampt. Wat we zien, is hoe de bijna documentair aandoende camera haar verborgen verlangen tracht te vangen. Ah Peng werkt, Ah Peng eet een ijsje, Ah Peng schreeuwt het uit vanachter een hek. Als haar kleine nichtje, haar tante en haar oma — in feite allemaal alter ego’s voor andere levensfases van haarzelf — smakelijk lachen om een televisiefilmpje waarin een jongen en meisje elkaar de liefde verklaren, blijft de bijna-vrouw stil. Hoe doorzichtig ook, ze lijkt haast niet anders te kunnen dan te geloven in het romantische sprookje — het Eden aan zee — dat John haar schildert. Maar hij brengt haar ook vruchten die ze niet lust: een tros bananen welteverstaan. love conquers all is een bedrieglijk documentair aandoend modern sprookje over een jonge Chinees-Maleisische vrouw uit de provincie die volwassen wordt in Kuala Lumpur. Debuterend regisseuse Tan Chui Mui was met love conquers all vorig jaar al de grote winnaar van het filmfestival van Pusan en zag haar film dit jaar in Rotterdam nog eens bekroond met één van de vier Tiger Awards.
love conquers all
AMIN
Parijse snelkookpan
Een vaalblauwe lucht met witte wolkjes. Onschuldiger, terloopser, optimistischer kan een verhaal haast niet beginnen. Nog even en de zon komt tevoorschijn, lijkt die lucht te willen zeggen. Maar niets blijkt minder waar in amin, de korte film van de Franse regisseur/scenarist David Dusa die in Rotterdam de Prix UIP van de Europese Film Academy won. Dusa heeft aan acht minuten genoeg om de naïeve interpretatie van die wolkjes te vervangen voor smetten op een blazoen, dwarsliggers die de zon blokkeren; verre voorbodes van een aanrollende storm. Tussen de twee shots van dezelfde hemel vertelt Dusa het verhaal van het jongetje Amin, dat op de achterbank van zijn vaders auto door een Franse stad rijdt. De beweeglijke, subjectieve camera zuigt de kijker de belevingswereld van Amin binnen. Op de radio klinken halfverstaanbare flarden van nieuwsberichten, over een lokaal relletje en internationale conflicten waarin Europa een rol speelt. En dan wordt de auto gestopt door twee agenten.
De montage van deze Frans/Nederlandse/Duitse coproductie was in handen van de Nederlandse filmmaakster Nathalie Alonso Casale (figner: the end of a silent century), en geluidsman Alex Booy (de zee die denkt) tekende voor het geluidsontwerp en de mixage.
Karin Wolfs
Tigers on tour: vanaf 25 maart langs 24 theaters, zie filmfestivalrotterdam.com