OM MEKAAR IN DOKKUM

Tekenaar verfilmt strip

  • Datum 21-12-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

GROEN IS TOCH DE MOOISTE KLEUR VOOR GRAS

Veelgeprezen striptekenaar Guido van Driel gaat zijn eigen grafische roman Om mekaar in Dokkum verfilmen. "Ik wilde iets tussen Tarkovski en Tarantino in. Eenmaal op de set word je wel wat nederiger."

Als je in Wikipedia gaat zoeken onder ‘List of films based on English-language comics’ vind je 168 titels van verfilmde strips. Tel je de Franse en Japanse stripfilms erbij op, dan eindig je in de buurt van de 300. We hebben het hier, kortom, over een populair genre. Toch is ook in die hooiberg een zeldzame naald te vinden: een stripboek dat door de tekenaar zelf wordt verfilmd. De Amerikaanse tekenaar Daniel Clowes heeft meegeschreven aan het scenario voor ghost world, een verfilming van zijn stripboek waarmee Scarlett Johansson haar carrière zou beginnen. Wat Clowes deed was bijzonder. Maar wat Guido van Driel aan het doen is, mag uniek heten: hij verfilmt zijn eigen grafische roman.
In het jaar 2000 zond de VPRO de documentaire u spreekt met frank laufer uit, over een Amsterdamse excentriekeling die de wereldgodsdiensten met elkaar wil verbinden. Regie: Guido van Driel. In april jongstleden vertoonde diezelfde omroep Van Driels korte speelfilm groen is toch de mooiste kleur voor gras, over fietsen, geluk en Amsterdam. De hoofdstad speelt vaak de hoofdrol in het oeuvre van Van Driel, behalve in Om mekaar in Dokkum, zijn grafische roman uit 2004, dat hij als avondvullende speelfilm wil gaan regisseren.

Buitenbeentje
De huiskamer van Guido van Driel in Amsterdam-Oost. Als je uit het raam kijkt, heb je hetzelfde uitzicht als in De ondergang van Amsterdam, zijn laatst verschenen grafische roman: een kloeke boom met een eksternest, daaronder een stenen basketbalveldje en vuilcontainers. Binnen staat een wandbrede kast vol strip-, kunst- en filmboeken. Op tafel liggen paperassen die scriptanalyse en acteursregie behandelen: de 45-jarige strip- en filmmaker volgt een cursus bij Judith Weston aan het Maurits Binger Instituut omdat hij zich na het draaien van zijn film groen is toch de mooiste kleur voor gras toch wat onzeker voelde. Andere deelnemers aan Westons cursus komen uit Kopenhagen, Lausanne, Berlijn en Brussel; Van Driel is uit honderden kandidaten gekozen. Hij denkt zelf dat ze hem "een interessant buitenbeentje" vonden, omdat hij striptekenaar is en je elk stripboek in feite als een storyboard kunt beschouwen. Van Driel heeft de strip wel eens ’the poor man’s movie’ genoemd.
"Ik heb wel wat te leren op het gebied van acteursregie. Tijdens het draaien moet je durven ingrijpen. Je moet aandachtig kijken en luisteren. Maar omdat ik nog niet zo ervaren ben, blijft er een soort ruis in m’n hoofd zitten. Je gaat dan op de monitor zitten turen, en dat wordt juist afgeraden. Laat dat maar over aan de cameraman. Ik was te veel bezig met het beeld en te weinig met wat er ter plekke gebeurde. Eigenlijk voelde ik me veel meer thuis in de montagekamer en bij de geluidsmix. De set zelf is heel verwarrend, maar ik heb me kranig geweerd. Dat wil zeggen dat ik tijdens het draaien steeds bezig ben gebleven om niet te veel aan het scenario vast te houden, om waar nodig te improviseren en zelfs nieuwe dingen toe te voegen. Cameraman Lennert Hillige hielp soms met de regie. Die jongen heeft zo’n waanzinnig talent, dat is bijna intimiderend. Hij is heel gewild en gaat van filmset naar filmset. Daardoor doet hij veel ervaring op, meer dan een regisseur omdat die maar twee films per jaar maakt."
Nu al staat vast dat Hillige ook het camerawerk gaat verzorgen voor Van Driels volgende film om mekaar in dokkum, een Tarantino-achtige geschiedenis die zich afspeelt op het platteland. Lage horizons, hoge hemels en opmerkelijke dialogen. Van Driels korte film groen is toch de mooiste kleur voor gras duurt 45 minuten en heeft drie ton gekost. om mekaar in dokkum zal twee keer zo lang duren en vijf keer zoveel kosten. Motel Films gaat het gevaarte produceren. Deze zomer moet het scenario voltooid zijn en kan Europees geld worden aangevraagd. Ter ondersteuning van die aanvraag heeft Van Driel al een regievisie geschreven. Het Filmfonds draagt ook bij en voor de tekenaar is het nog een onwennig idee dat de samenleving bereid is zoveel kapitaal op de hoesten voor een creatie van hem.
Het begon heel bescheiden, jaren geleden, in Café ’t Loosje aan de Nieuwmarkt in Amsterdam, waar Van Driel de acteur Rob Spierenburg leerde kennen. "Jij moet de hoofdrol in mijn film spelen!" zei hij, niet wetend dat het op een mooie dag daadwerkelijk zou gebeuren. "We waren wel wat lacherig toen we de eerste keer op de set stonden. Zo mal, nu doen we het echt. Een groot avontuur!"
Striptekenaar Sylvain Chomet maakte in 2003 de animatiefilm les triplettes de belleville waarvoor hij twee Oscarnominaties kreeg. Had Van Driel zijn boek niet kunnen animeren? "Ik heb nooit de ambitie gehad om tekenfilms te maken: veel te veel werk!"

Gele regenjas

Van Driel heeft inmiddels zes stripboeken op zijn naam staan, die vanwege hun literaire en visuele kwaliteit doorgaans ‘grafische romans’ worden genoemd. Opmerkelijk is dat hij zijn boeken niet tekent maar schildert, met acrylverf op zwart papier, wat een bioscoopachtige sfeer oplevert. Geen toeval, want hij vindt film inspirerender dan strips "Ik ben al heel lang filmliefhebber. Omdat deze kunstvorm zo totaal is, en dan ook nog eens in het duister wordt vertoond. Je krijgt als maker de volle aandacht. Mijn grote voorbeelden zijn Fellini, Tarkovski en David Lynch, die vind ik zonder meer de interessantste filmmaker in Amerika. Hij durft op intuïtie te werken, hij staat altijd open voor invallen. Als je het over ambities hebt, zijn dit wel de mensen waar ik me aan spiegel. Makers van auteursfilms. Ik zou geen middelmatige filmer willen worden.
Toen ik enkele jaren geleden vanuit Dokkum de opdracht kreeg om een graphic novel over die stad te maken, was ik al bezig met een scenario over een crimineel die een bijna-doodervaring heeft gehad. Ik dacht toen: dat idee ga ik in het boek verwerken, maar ik ga het boek wel zoveel mogelijk als een storyboard tekenen, ik ga er op een filmische manier over nadenken. In de recensies werd dat opgepakt. Daarna ben ik naar Motel Films gegaan, op aanraden van filmcriticus Bas Blokker. Hij zei: zij zijn groot en in voor iets experimenteels. Dat bleek te kloppen. We bellen wel als we ’t boek gelezen hebben, zeiden ze, en na een week belden ze me al op. Geweldig vonden ze ’t! Maar als we het boek gaan verfilmen wil ik wel de regie doen, zei ik, en daar werd niet eens lacherig op gereageerd. Wel vroegen ze: hoe zou je de film die je wilt maken typeren? Ik antwoordde: iets tussen Tarkovski en Tarantino in. Eenmaal op de set word je wel wat nederiger…"
Voordat Van Driel aan de verfilming van Om mekaar in Dokkum begint, heeft hij bij wijze van meesterproef eerst zijn korte film gedraaid. "Op de set kon ik profiteren van alle talenten om me heen, de besten uit hun vakgebied. Dat was natuurlijk geen toeval, Motel wilde de risico’s minimaliseren. Maar ze vertrouwen er wel op dat ik iets eigens heb. Ik heb van die setsituatie erg genoten, met zo’n camper en al die mensen, je zit op een eilandje, zelfs middenin de stad. In de tweede draaiperiode had ik een mooie gele regenjas zodat iedereen kon zien dat ik de baas was. Maar nee, gezag krijg je door iedereen je bedoeling uit te leggen en ook door te luisteren, want je krijgt soms goede ideeën aangereikt.
"Ik vind: als je ’t kunt laten zien, laat ’t dan ook zien en leun niet op de dialogen. Als je overtuigd bent van de kracht van waar je mee bezig bent, heb je geen snelle beeldwisselingen of overgestuurde soundtracks nodig."
Een goed voorbeeld van filmisch zelfvertrouwen noemt hij een tien minuten durend shot uit all the president’s men waarin Robert Redford vier telefoongesprekken voert: goed gespeeld, maar er gebeurt bijna niks, en toch is het heel spannend om naar te kijken.
"Hoe meer de beeldcultuur ontwikkeld is geraakt, hoe minder de mensen kijken. Je wordt bestookt met makkelijk leesbaar beeldmateriaal en leert het kijken af. Het is interessanter om het beeld te vertragen dan om het te versnellen." Maar kun je dat nog verkopen? "Wat ik maak is sowieso niet voor een groot publiek. Ik houd geen rekening met wat het publiek wil, maar met wat ikzelf zou willen zien of lezen. En er zijn meer dan genoeg mensen zoals ik. Maar ik wil natuurlijk wel volle bioscoopzalen trekken."
Films van eigen bodem die Guido van Driel hebben beïnvloed zijn wilde mossels ("Erg goed, met veel flair verteld, heel filmisch ook, vooral die cross-scène in de polder"), simon ("Nergens een zwakke scène en aan het eind van de film zit je met een brok in je keel"), de smaak van water en de poolse bruid. "Laat het zien. Ik mis in de Nederlandse film soms de beeldkracht. Terwijl we zulke goede fotografen hebben!"

Bouwmarkt
"We hebben besloten dat we in één deel van de film de crimineel volgen. Dat deel moet claustrofobisch, ongemakkelijk en kil worden. Hij is een kleine crimineel die groot wil worden, hij is heel gefocust op zijn ambities, heel erg uit op eigen voordeel. Met zijn lijfwacht staat hij bijvoorbeeld bij de kassa van de bouwmarkt en hij is alleen maar bezig met welke rij het snelst is. Maar na zijn bijna-doodervaring wil ik dat het camerawerk juist ruimer wordt. Ik denk dan aan de schilderijen van Co Westerik: zo’n broze pols in een weids landschap. Het wordt een Hollandse film, absoluut! Want je moet alleen iets melden waarvan je verstand hebt, zou ik zeggen. Ik ga geen Amerikaanse film namaken, dat kunnen ze daar toch beter. En ik wil ook niet zo’n typische Europese film maken: veel te onbepaald! Ik geloof nog altijd dat er interesse is voor iets dat heel specifiek Hollands is… al heb ik begrepen dat mijn boeken in Frankrijk niet gepubliceerd worden omdat ze te Hollands zijn. Maar dat is toch juist interessant? Ik wil iets dat mijn horizon verbreedt, iets dat ‘eigen-aardig’ is."

Joost Pollman

Guido van Driel

(Amsterdam, 1962), afgestudeerd historicus, als tekenaar autodidact. Hij werkt als illustrator voor diverse kranten en tijdschriften, waaronder NRC Handelsblad, Het Parool en Folia.

Grafische romans:
Vis aan de wand, 1994 (Stripschapprijs)
Mijnheer Servelaat neemt vakantie, 1996 (Prijs de Leeuw)
De fijnproever, 2000
Toen we van de Duitsers verloren, 2002
Om mekaar in Dokkum, 2004
De ondergang van Amsterdam, 2007

Filmografie:
u spreekt met frank laufer, 2000
groen is toch de mooiste kleur voor gras, 2007
om mekaar in dokkum, verwacht 2009