Maurice de Bruijne over Karman

'Laten we het filmmaken vieren'

De nieuwe reeks Centraal verzamelt zes verhalen van veelbelovende makers die beginnen en eindigen op station Rotterdam Centraal. In de laatste aflevering Karman dompelt regisseur en scenarist Maurice de Bruijne de kijker onder in een nabije toekomst. “Pas toen ik stopte met schrijven, kreeg het verhaal weer de ruimte.”

In het eigenzinnige Karman volgen we een aantal personages in een toekomst waarin de mens lijkt te zijn ingehaald door zijn eigen vooruitgangsdrift. Wat rest is een existentiële leegte, en verdovende middelen om die op afstand te houden. De film voelt als een sprong in het diepe. Voor de kijker, en ook voor scenarist en regisseur Maurice de Bruijne. Hij volgde een opleiding Grafisch Ontwerpen aan de Willem de Kooning Academie, waarna hij, zonder ervaring maar met bravoure, korte films ging maken. “Ik ben gewoon maar begonnen. En hard gevallen. En toch ben ik meteen doorgegaan. Ik had blijkbaar ergens de stille overtuiging: dit is het.”

Kun je iets vertellen over de oorsprong van Karman? “De oorsprong van deze film is lastig te ontrafelen. Voor mij houdt de film zich heel trouw aan het feit dat het een ontwikkelingstraject is. Ik moest door elke fase van het maken heen, als nieuweling, om te ontdekken hoe dit proces voor mij werkt. Dat gold ook voor het schrijven. Ik was niet gewend aan de formele stappen die je zet naar een filmfonds of een omroep toe, de treatments, de duiding. Die teksten probeerden uit te leggen wat de film precies ging zijn, terwijl ik nog op een andere manier het verhaal en filmproces aan het onderzoeken was. Ik miste in die teksten een stuk intuïtie en verbeeldingskracht. Pas toen ik stopte met schrijven, kreeg het verhaal weer de ruimte.”

Maurice de Bruijne

Jouw film is van de reeks het minst herkenbaar Rotterdams. Je creëert een eigen universum. “Ja, ik wilde niet dat de film is vast te zetten in een bepaalde plaats. Daarom begint het ook in de tunnel van het station en niet in de aankomsthal. Om wat je ziet en meemaakt geloofwaardig te maken binnen de toon van de film, moesten we wegblijven van herkenbare straatbeelden en alledaagse locaties. En de manische speelstijl heeft die gestileerde setting ook nodig. En dat lukt alleen als je heel goed in de gaten houdt dat alle ingrediënten rond de personages niet buiten die wereld vallen. Zodra je een verkeersbord ziet, ben je uit de film. Daarom ben ik alle locaties ook zelf gaan zoeken, dat luisterde heel nauw. Remy Leeflang, de art director, was daarin doorslaggevend.”

Hoe heb je de acteurs meegenomen in dat universum? “In de scenariofase merkte ik dat ik nog teveel meebewoog richting eenduidigheid. Daardoor kwam ik in een naturalisme terecht dat helemaal niet bij de film paste. Ik deed een scriptlezing met Sanne den Hartogh en na tien pagina’s zei ik: ‘Stop maar, dit is het niet.’ Niet lang daarna zijn we gaan repeteren en kwam ik erachter dat zodra ik met acteurs ging werken, ook al is het in een gymzaaltje, dat bijna niks van wat ik had geschreven even interessant was als wat daar ontstond. En dat dit een veel vruchtbaarder maak- en denkproces creëerde. Toen werd ook voor de acteurs duidelijk wat de film zou kunnen zijn.
“Tijdens een van onze lange gesprekken zei ik tegen cameraman Rik Komáromi: ‘Het dreigt een scenario te worden.’ Die zin heb ik als sticker op mijn telefoon geplakt. Zodra we het scenario voelden, begonnen we opnieuw. Want het gaat niet om de informatie op dat papier, maar om het gevoel, om wat ontstaat tussen mensen op de set. Ik kan niet zeggen dat Karman perfect gelukt is, maar ik weet wel dat de film veel interessanter is dan het script.”

Je gaf aan dat je de film heel nadrukkelijk hebt beleefd als een ontwikkelingstraject. Wat betekent dit project voor jou als leerproces? “Ik heb eigenlijk niets anders gedaan dan leren. Dat is ook wat een ontwikkelingstraject als dit kan zijn, moet zijn. Maar dat was niet altijd evident. Op de achtergrond voelden we best wat huiverigheid. ‘Pas je wel op?’, kregen we te horen. Maar ik wil niet oppassen. Laten we een keer niet oppassen en kijken wat er ontstaat. Wat niet wil zeggen dat we niet wisten wat we deden. Het was duidelijk wat ik zocht, alleen daar hoorde risico bij. Dat risico heb ik telkens met iedereen op de set genomen. En iedereen begreep: we gaan nu de rand opzoeken en we kunnen er keihard overheen gaan, en ik denk dat de film ook een paar keer de bocht uit is geschoten, en daar ben ik ontzettend trots op.
“De film is zeker niet feilloos. Maar waarom zou dat moeten? Als ik in die zaal zit, wil ik zien dat we er alles hebben uitgetrokken wat we konden. En dat is hoe ik er elke dag in ben gegaan. We gaan toch ontwikkelen? Prima, dan wil ik wel eens weten wat er gebeurt als ik tien dagen zonder script draai. Ik durf het wel aan. Dat is ontwikkeling. Ook als je dan op je bek gaat. En dat moet je kunnen toelaten, dat moet je durven toelaten. Als filmmaker, maar ook als omroep, als filmfonds. Zeker binnen dit soort trajecten. Laten we het filmmaken vieren. Laten we het zelfs vieren als het mislukt.”


Karman wordt vrijdag 6 december om 21.30 uur uitgezonden op NPO3