Lichting 2025: Marzieh Rasekh over Let’s Play
‘Ik ging door een achtbaan van emoties’
Let’s Play
In aanloop naar de Studentencompetitie op het Nederlands Film Festival interviewt Filmkrant afgestudeerde filmtalenten van verschillende academies. Marzieh Rasekh (St. Joost) studeerde af met Let’s Play, een bedrieglijk simpel ogende, handgetekende animatie die je terugvoert naar een tijd van onbezorgd plezier.
Marzieh Rasekh kwam een jaar geleden naar Nederland om op St. Joost School of Art & Design in Breda de master animatie te volgen. In haar geboorteland Iran studeerde ze af in grafisch ontwerp en verdiende ze haar geld met onder andere het maken van animaties voor (educatieve) boeken en bordspellen.
Eerder maakte ze de korte animatiefilm More (2018), die het goed deed in het festivalcircuit. Haar eindexamenfilm op St. Joost is Let’s Play, een inderdaad speelse en grappige animatie die de kijker (en maker) terugbrengt naar de kindertijd.

Waarom kwam je naar St. Joost? “Ik ben bijna acht jaar geleden afgestudeerd in Iran. Daarna kreeg ik het al snel druk met werken. Dat is heel bevredigend, maar voor je het weet ben je alleen nog maar daarmee bezig. Ik voelde het verlangen om meer tijd te besteden aan autonome kunst, en St. Joost heeft een goede reputatie. Het was heerlijk om een jaar lang met mijn eigen project bezig te zijn en veel te leren van zowel de docenten als mijn medestudenten.
“Wat ik vooral heb geleerd is het herwinnen van mijn zelfvertrouwen. Werken aan waar ik trots op ben en niet bang zijn om beoordeeld te worden. Zowel de docenten als de medestudenten moedigen je echt aan om te doen wat je wilt. Het helpt ook dat het een internationale omgeving is: meer dan de helft van de studenten komt van buiten Nederland. Achteraf vind ik het wel jammer dat ik geen tijd had om andere technieken te leren.”
Wat was de inspiratie voor Let’s Play? “Toen ik in Nederland kwam, ging ik door een achtbaan van emoties. Ik had enorme heimwee, voelde me eenzaam en was echt somber. Om mezelf er een beetje bovenop te krijgen, begon ik na te denken over fijne herinneringen aan mijn jeugd en besloot ik daar, als een soort van therapie, een animatie over te maken.
“Als kind speelde ik veel in huis, waar mijn moeder niet blij mee was, want er ging wel eens wat kapot. Dus stuurde ze me de straat op; we woonden in een wijk met nauwe straatjes en natuurlijk gebeurde daar ook wel eens wat als we met een bal speelden – een gebroken raam bij de buren bijvoorbeeld. Ik herinner me dat het heel gewoon was dat er dan chaos ontstond. Buren begonnen te schreeuwen en ruzie met elkaar te maken, maar dat eindigde altijd wel weer in relatieve harmonie.”
Waarom heb je voor deze stijl gekozen? “Ik wilde het verhaal vertellen vanuit het perspectief van het kind en een gevoel creëren dat hoort bij hoe kinderen de wereld ervaren. Het moest eruitzien als een soort krijttekening die kinderen maken op de stoep buiten, met rommelige en ruwe lijnen, die speels zijn en leuk. Een tekening waarin van alles kan gebeuren, als de verbeelding van de kinderen op hol slaat. Het is niet een heel natuurgetrouwe representatie van de omgeving waar ik opgroeide, maar er zijn dorpjes in Iran die er zo uit zien, met huizen boven elkaar. Dat wilde ik, omdat alles zich op één locatie moest afspelen.”
Had je een bepaald publiek in gedachten bij het maken? “Ik maakte het voor mezelf, maar het is een animatie die iedereen zal aanspreken: jong of oud. Dat blijkt ook wel uit de reacties op de festivals waar de film te zien is geweest. Ik heb eigenlijk alleen maar enthousiaste, positieve reacties gekregen. Het helpt dat er geen gesproken dialoog in zit en dat de boodschap heel duidelijk is. Ik vind het belangrijk dat je een verhaal direct kunt begrijpen, zonder ingewikkelde omwegen. De boodschap is dat volwassenen niet moeten vergeten dat spelen belangrijk is voor kinderen en voor henzelf. Volwassenen moeten kinderen dan ook de ruimte geven en ook met hen spelen. Het is belangrijk om af en toe de ernst van het leven te vergeten.”
Kun je iets vertellen over de muziek? “De muziek speelt een heel belangrijke rol. Maryam Chalesh is de componist en het instrument dat ze gebruikt is de tonbak, een traditioneel middenoosters instrument, dat veel wordt gebruikt in Iraanse muziek. Maryam zorgde voor een ritme dat het verhaal voortstuwt en de energie oproept die hoort bij rondrennen en spelen. Zij zit in Iran dus onze communicatie ging via beeldbellen, wat gelukkig goed werkte. Door haar inbreng kon ik ook beter begrijpen wat ik wilde doen en hoe ik dat moest doen. Het hielp natuurlijk ook dat ze uit Iran komt en dezelfde soort herinneringen heeft aan de straat als ik. Helaas zijn dingen nu veranderd; kinderen spelen niet meer zo veel buiten omdat ouders het gevaarlijk vinden.”
Waar ben je nu mee bezig? “Ik werk aan een nieuw animatieproject, dat waarschijnlijk Bottom of the Pot gaat heten. Het verwijst naar een traditioneel Iraans gerecht dat gemaakt wordt met de korst van de rijst die onderin de pan zit. Voor mij is dat gerecht een metafoor voor vrouwen in traditionele gezinnen en families, die vastzitten in rollen waarin ze zijn gedwongen. Ik ben nu bezig met pitches zodat ik geld bij elkaar kan krijgen om het daadwerkelijk te produceren. Het is voor mij nog niet duidelijk welke techniek ik ga gebruiken. Ik vind het ook heerlijk om stop-motion te maken, omdat je dan met iets tastbaars werkt – het is een langzaam proces, maar je hebt dan wel iets helemaal zelf gecreëerd.”
Heeft het maken van Let’s Play je inderdaad geholpen? “Absoluut. Vanaf het moment dat ik mijn tablet-pen oppakte en begon te tekenen zat ik er helemaal in. Ik was terug in mijn kindertijd met mijn vrienden en de heerlijke, relatief zorgeloze chaos. Als ik aan het tekenen ben, denk ik niet meer na over andere dingen.”
Tijdens het Nederlands Film Festival (26 september t/m 3 oktober 2025) is een selectie van de afstudeerproducties van de Nederlandse film- en kunstacademies te zien.