Lichting 2022: Jiyan Düyü over Birds Fly Back

'Ik heb heel erg de behoefte om naar die bergen te gaan'

Birds Fly Back

In aanloop naar de Studentencompetitie op het Nederlands Film Festival interviewt Filmkrant wekelijks vers afgestudeerd filmtalent. Jiyan Düyü van de Rietveld Academie reisde voor haar afstudeerproject, een video-installatie bestaande uit twee grote schermen en een korte film, af naar de geboortegronden van haar Koerdische familie in Turkije.

In Birds Fly Back portretteert Jiyan Düyü onbekommerde kinderen die op een woeste bergkam vrolijk met elkaar spelen en anekdotes vertellen over koeien die op een dag verdwijnen en vogels die altijd weer terugvliegen. De film, waarmee Düyü de Lakeside Collection Award won waardoor ze tien maanden lang in het Rotterdamse Boijmans Depot mag werken als artist in residence, staat onder meer in het teken van een melancholisch verlangen naar het thuisland, een verlangen dat vaak aanwezig is in Koerdische cinema.

Met Birds Fly Back probeert Düyü ook in het reine te komen met haar afkomst, vertelt ze: “Ik ging er sowieso heen met het idee om kinderen te filmen; ik had een van hen kunnen zijn. Mijn vader wilde op een gegeven moment terug naar Turkije verhuizen. Mijn moeder wilde het uiteindelijk niet, anders was ik daar opgegroeid.”

Jiyan Düyü (1995) is de dochter van een Nederlandse moeder en een Koerdische vader. Nadat haar ouders uit elkaar gingen zag ze haar vader jaren niet, totdat haar moeder in 2020 overleed en de twee weer met elkaar begonnen af te spreken. Afgelopen februari vergezelde hij haar naar Turkije, om haar te helpen met Birds Fly Back. “Zonder hem had ik het niet kunnen doen. Zijn neef kent de bergen heel erg goed. Hij woont in Hani [in het zuidwesten van Turkije, nabij de grens met Syrië; OL.] en wist precies waar we heen moesten. En m’n vader hielp mij ook met vertalen, dus hoor je hem soms in de film.”

Nadat de perfecte plek was gevonden en de camera op statief gezet, werd Düyü al snel benaderd door een jongetje. Mag hij meedoen? Ook zijn buurtgenootjes meldden zich al snel. Düyü vertelt dat het niet lang duurt voordat het hele dorp op kwam dagen. “Tijdens het filmen stonden er vaak tientallen mensen achter ons. Dat was leuk omdat het zo spontaan was.”

Haar film is onderdeel van een lange traditie van Koerdische films, licht ze toe: “Ik schreef mijn afstudeerscriptie over welke rol het Koerdische landschap speelt in Koerdische cinema. In de films die ik heb behandeld zaten veel kinderen. Koerdische verhalen werden al vaker vanuit het perspectief van een kind verteld.”

Jiyan Düyü

Toen Düyü, die zichzelf omschrijft als beeldend kunstenaar, aan haar docenten aan de Rietveld Academie uitlegde dat ze naar Turkije wilde afreizen, begrepen ze haar niet direct. Ze vond het moeilijk om haar motivatie, haar persoonlijke drijfveer – een film maken die reflecteert op haar eigen persoonlijke geschiedenis – op te biechten. Daarnaast is Düyü niet van de vooropgezette plannen. Ze is een intuïtieve maker die zo weinig mogelijk van te voren wil vastleggen. “Dat is mijn werkwijze, ik loop niet met een script rond. Birds Fly Back is zelfs intuïtief gemonteerd, aangezien ik niet wist wat de kinderen zeiden toen ik ze filmde – zij spreken Zazaki, wat ik niet versta. Ik heb dat pas later laten vertalen door mijn familie; mijn oma was ook een Zaza.”

De film laat zich in die zin misschien meer omschrijven als het vastleggen van het gevoel van jeugdige onbezonnenheid, dan een traditionele korte film. Dat is te zien in het filmwerk en de montage: op een paar close-ups na – portretten van enkele van de jongelingen – bestaat de film uit statische, wijde shots. “Het wordt op die manier meer een schouwspel”, legt Düyü uit. “Je gebruikt de omgeving, de berg, als theater zodat de kijker meer op de details van de kinderen gaat letten.” Er was echter ook een praktische reden om het op deze manier aan te pakken, vult ze aan: “Dat werkt het beste in de video-installatie, in tegenstelling tot veel bewegende beelden. Op die manier vul je niet voor de toeschouwer in waar die naar moet kijken.”

De video-installatie vormt in die zin een symbiose met de gelijknamige korte film. Düyü vertelt dat Birds Fly Back begon met het idee voor de installatie. “Voor de afstudeerexpositie had ik twee levensgrote, ronde gekromde schermen gemaakt van 2 bij 3,5 meter. Daar zat 4 meter tussen. In de installatie zitten beelden die niet in de film zitten, het verhaal was eruit gemonteerd. Dus je ziet alleen kinderen spelen.”

Birds Fly Back als installatie

Het idee achter de installatie verschilt wezenlijk met dat van de film. “Het zijn twee verschillende werken. De installatie moet je echt meemaken, de film staat wat verder af van de toeschouwer maar daarin zit weer meer van de poëzie van het kinderlijke. Het gaat in de ook film meer over de frivoliteit van die plek, waar die kinderen een wereldje creëren voor hunzelf. Dat betekent overigens niet dat de film, waarin de kinderen ook verhalen vertellen voor de camera, minder belangrijk is, benadrukt Düyü: “De film heeft meer lagen.”

Zo is er op een gegeven moment een jongetje dat vertelt dat hij ooit een vogel verkocht die vanaf de nieuwe eigenaar weer naar hem terugvloog. Dat gevoel heeft Düyü ook: “Ik wilde die installatie graag maken omdat ik in m’n gedachten altijd met een been daar ben. Ik ben ook teruggevlogen.” Weer komt de melancholie ter sprake. “Dat is niet gemaakt, dat is echt zo bij de Koerden. Ik heb echt heel erg de behoefte om naar die bergen te gaan. Als ik daar rondloop dan kan ik pas echt ademen.”


De installatie Birds Fly Back is nog t/m 17 september te zien in Galerie Ron Mandos in Amsterdam, als onderdeel van de expositie Best of Graduates 2022. De gelijknamige korte film is te zien op het Nederlands Film Festival.