Lichting 2020: Chantal Anthonia over Sinceramente, Candy
'Niemand stapt zomaar op een boot om een woeste zee over te steken'
Het hele najaar interviewt de Filmkrant vers afgestudeerd filmtalent van verschillende academies. Chantal Anthonia (Breda University) vertelt over haar film Sinceramente, Candy, een aangrijpende aanklacht tegen het lot dat Venezolaanse vluchtelingen op Curaçao moeten ondergaan. “Er wordt daar bijvoorbeeld vuilnis gegeten, dat wilde ik per se laten zien.”
De afstudeerfilm van Chantal Anthonia is een opmerkelijk project. De Curaçaose student volgde namelijk geen les bij een film- of kunstacademie, maar deed de opleiding media management aan Breda University. Een opleiding waarin vooral de organisatorische kant van de cultuursector centraal staat, net per se de creatieve. “Het is inderdaad niet zo dat iedereen daar met een filmproject afzwaait”, laat ze via Skype weten vanuit Willemstad, waar ze inmiddels woont. “Maar elk jaar kan een student een plan indienen voor een speciaal project. Die kans heb ik gegrepen, want mijn passie voor film was ooit de drijfveer om naar Nederland te komen.”
Sinceramente, Candy is een film in briefvorm en gaat over het lot van de Venezolaanse vluchteling Carolina die de overtocht naar Curaçao waagt om daar geld voor haar familie te verdienen. Ze belandt in de prostitutie, zoals veel statusloze vluchtelingen, en probeert onder de naam Candy mannen op te pikken in bars en snèks. Het is een urgente en aangrijpende film, zowel een aanklacht tegen het lakse immigratiebeleid van de Curaçaose overheid als een impressionistische wanhoopskreet. Met slim gekozen sfeerbeelden en een emotionele voice-over maakt Anthonia ons onderdeel van de benauwende belevingswereld van Carolina.
Waarom wilde je een film maken als afstudeerproject? “Het idee stamt uit 2017, na een gesprek met een vertegenwoordiger van de Verenigde Naties. Ik sprak hem op een borrel van een filmfestival en we hadden het over de humanitaire ramp die zich in Venezuela ontvouwt. Sinds Maduro er aan de macht is, is er vreselijke armoede. Er is nauwelijks eten, er komt zwart water uit de kraan en militairen bestormen om de zoveel tijd universiteiten. Geen wonder dus dat mensen er weg willen. Op Curaçao wordt dat gesprek echter niet gevoerd, ook al is er een hele media-industrie rond de vluchtelingencrisis. Die brengt alleen sensatierapportages over aangespoelde lichamen, of spannende muziek tijdens een item over politiespoortochten naar illegalen. De redenen waarom die mensen naar Curaçao komen, worden nooit belicht, het lijkt bijna niet meer over mensen te gaan. Dat aspect wilde ik met de film terugbrengen: wat drijft iemand om huis en haard te verlaten en een supergevaarlijke tocht over zee te wagen? Wat is dat voor een mens?”
Je kiest een opvallend beeldende manier om het verhaal van Caroline die Candy wordt te vertellen. Er zitten bijvoorbeeld geen dialogen, maar alleen een voice-over in de film. “Dat was in eerst instantie een productionele keuze. We hadden weinig tijd en ik wist dat goed geluid een van de grootste problemen zou worden. Om dat op te vangen heb ik besloten het verhaal vooral beeldend te vertellen en dan later een dragende voice-over toe te voegen. Voordeel daarvan was ook dat we veel konden improviseren. Zo was er een protest op Curaçao tegen Maduro, daar zijn we met de filmploeg tussen gaan staan. Een witte kamer hebben we voor verschillende scènes telkens anders opgetuigd. Omdat geluid geen probleem was, ging dat allemaal iets makkelijker. Op een gegeven moment heb ik zelfs iemand die naar Venezuela ging een camera meegegeven om daar opnames te maken van de armoede: dat er daar bijvoorbeeld vuilnis wordt gegeten, dat wilde ik per se laten zien.”
Welke lessen heb je geleerd? Kun je dit soort groepen een stem geven via film? “Ik denk dat het kan. De film begint met de zin: ‘Voor wie het horen wil’. Ik denk dat dat de sleutel is voor dit soort maatschappelijke verhalen. Er zijn mensen zat die zich het lot van iemand als Carolina aantrekken, als ze maar in staat worden gesteld om zich in haar te verplaatsen. Die mensen moet je activeren, deelgenoot maken van de noodzaak die door Venezolanen nu gevoeld wordt. Want niemand stapt zomaar op een boot om een woeste zee over te steken. Voor alle mensen die ik geïnterviewd heb, was het bittere noodzaak. Dat ze vervolgens op Curaçao geen veilige haven vinden is dan natuurlijk extra schrijnend.”
Wil je meer filmprojecten doen? “Ja, absoluut. De passie voor film trok me ooit naar Nederland om te studeren. En ik ga eerlijk zijn: ik wist als nieuweling in Nederland niet veel van de scholen, daarom was het niet eens in me opgekomen dat er überhaupt zoiets als een Filmacademie bestond. Maar inmiddels heb ik een volgende korte film gemaakt, Un desishon, en werkte ik in het art department van De droevige kampioen, de film die Sander Burger begin dit jaar hier op het eiland draaide. Ik heb nu twee projecten op stapel staan, dat zijn allebei weer maatschappelijk relevante films: de ene gaat over het effect van een afwezige vader op een gezin en de ander over de gevolgen van toerisme op Curaçao. Die laatste moet een serie worden.”