Toto Kersten over Water That Birds Don’t Drink

Afstuderen in de binnenlanden van Brazilië

Water that Birds Don’t Drink

In de reeks Lichting 2018 interviewt de Filmkrant de hele zomer vers afgestudeerd filmtalent van verschillende academies. Deze week Toto Kersten (AKV|St.Joost) die voor zijn intrigerende documentaire Water that Birds Don’t Drink naar Brazilië trok. In prachtige, door hemzelf geschoten beelden legt hij het leven van een vissersfamilie vast die steeds verder van de rivier komt te leven. “Dat hele beeldende en het niet al te concreet maken, dat is misschien ook wel voortgevloeid uit zelfbescherming.”

Een film maken over een Braziliaanse dam en de gevolgen die het voor de directe omwonende bevolking heeft, het is een ambitieus en geëngageerd plan dat je niet snel op Nederlandse academies aantreft. Ook maker Toto Kersten zelf had het niet voor ogen als zijn afstudeerproject. Een collega student uit Nantes, Keyvan Ghadimi, die hij had leren kennen tijdens een Erasmus-programma in Porto, kwam met het voorstel. Ghadimi kreeg vanuit zijn opleiding het budget om iets in het buitenland te doen en vroeg Kersten om samen de regie, montage en camerawerk op zich te nemen. “Hij had iets gelezen over een dam in het Amazonegebied. Het leek hem interessant om erheen te gaan en er een film over te maken. Ik dacht aanvankelijk, ja leuk idee maar ik heb niet echt tijd want ik moet dit jaar afstuderen. Pas toen ik me erin begon te verdiepen, zag ik hoe mensen daar tussen twee werelden in komen te staan. Die soort transitie van de mensheid, dat liet me niet meer los.”

Het lastige bij het filmen van deze documentaire is dat je twee maanden naar Brazilië ging. Tussentijds even op school overleggen was geen optie. “Ja, het was echt een sprong in het diepe. Het idee dat het nu echt moest gebeuren. We hadden twee maanden om daar terplekke research te doen en de film te maken. Van tevoren konden we het niet allemaal overzien, het was dus een kwestie van doen en zo achter dingen komen. We waren op zoek naar mensen met een conflict, die een ‘primitieve’ manier van leven hebben en die door die dam, een metafoor, met moderniteit worden geconfronteerd. Toen we daar aankwamen dachten we dat vooral te zullen vinden in de Indianengemeenschap. Vervolgens kwamen we erachter dat je een soort papiertje van de overheid nodig hebt om met Indianen mee te mogen naar hun leefgebied en daar te filmen. Die procedure zou minstens anderhalve maand duren. Die tijd hadden we niet. Zo kwamen we dus in contact met een vissersgemeenschap en toen pas zagen we in dat dat veel beter aansloot. Door de consequenties van de dam verdelen de leden van die gemeenschap hun tijd nu tussen de rivier en de stad. Die tweestrijd die wij vast wilden leggen hadden zij dus al heel erg in zich. Het was voor hun echt iets waar ze mee worstelden.”

Toto Kersten

De vissersfamilie die jij volgde sprak alleen Portugees. Hoe film je mensen waarvan je niet weet wat ze zeggen? Hoe weet je wat belangrijk is als je ze niet verstaat? “Dat was inderdaad moeilijk. Maar wat ik wel wist, was dat er ook een film gemaakt moest kunnen worden zonder dialoog. Een geheel visuele vertelling. We zijn dus gewoon met ze meegegaan in hun dagelijks leven, probeerden de dingetjes vast te leggen die zij deden. Ik werkte vanuit de observatie. Het antropologische: wat zie ik, wat hoor ik, wat voel ik. We kwamen er ook achter dat wanneer zij direct tegen de camera praatten om iets uit te leggen, dat het dan ten koste ging van de verbeelding.
“In de film zit uiteindelijk het minimale aan context, maar hopelijk net genoeg om het toch invoelbaar te maken. Ik was ook veel meer bezig een poëtische documentaire te maken dan om informatie te verstrekken.”

Dat gebrek aan context valt inderdaad op. Er is nauwelijks uitleg of duiding. Sterker nog, het kan net zo goed een mystiek dorpje ergens anders in Zuid-Amerika zijn. “Dat is ook omdat ik wil laten zien dat het niet alleen daar gebeurt. Veel meer mensen in de wereld zitten in zo’n situatie en kunnen door een grote ingreep die buiten hun macht ligt hun ouderwetse leven niet voortzetten. Ik wou dus ook een algemeen verhaal vertellen, daarom zitten er niet zoveel feiten in over dit specifieke geval.
“Daar komt bij dat ik met een worsteling zat, ‘wat ga ik daar doen als student/filmmaker uit Nederland die daar zomaar even een film wil maken over zoiets politieks’. Ik was dus ook bang dat ik daar vanuit mijn Westerse idee een uitspraak over zou gaan doen. Dat hele beeldende en het niet heel concreet maken, dat is misschien ook wel voortgevloeid uit zelfbescherming om geen eenzijdige, ongefundeerde informatie te geven.”

Doe je jezelf niet te kort als je dat zegt? Het is ook gewoon een goede keuze geweest. “Daar heb je wel gelijk in. Op deze manier een film maken ligt ook veel dichter bij me. Dat is mijn manier van werken. Ik vind het vervelend om dingen te veel aan te zetten. Te veel dogmatisch, te veel betoog, daar voel ik mij niet goed bij.”

Diverse afstudeerfilms zullen te zien zijn op het Nederlands Film Festival dat van 27 september tot en met 5 oktober plaatsvindt in Utrecht.