Francesco Ragazzi over 13 Attempts to Shoot My Father

'Mijn vader schieten is het tegenovergestelde van hem vermoorden'

In de reeks Lichting 2018 interviewt de Filmkrant de hele zomer vers afgestudeerd filmtalent van verschillende academies. Deze week academicus Francesco Ragazzi, die op de research master van de Filmacademie leerde zijn wetenschappelijke werkproces te verruilen voor een persoonlijkere insteek. Zijn 13 Attempts to Shoot My Father is een speelse, essayistische en experimentele documentaire over de relatie tussen vader en zoon, film en filmmaker.

De Italiaanse Master of Film Francesco Ragazzi had geen betere titel voor zijn afstudeerfilm kunnen kiezen. 13 Attempts to Shoot My Father erkent twee dingen: dat Ragazzi pogingen doet om films te maken en dat hij zijn vader soms wel zou kunnen vermoorden. Die manke relatie tussen vader en zoon, film en filmmaker, subject en object loopt als een rode draad door deze even experimentele, academische als emotionele korte film die ondanks de duidelijke structuur (13 pogingen) blijft verassen.

Nadat zijn vader onverwachtse een beroerte kreeg, besloot Ragazzi meer tijd met hem door te brengen in hun Italiaanse zomerhuis. Door de camera daar te introduceren leerde hij dat een nieuwe dynamiek met zijn vader kon ontwikkelen. Tegelijkertijd kon hij dankzij deze intieme documentaire zijn academische werkprocessen van zich losschudden. Al ziet Ragazzi na het voltooien van 13 Attempts to Shoot My Father mogelijkheden zat om deze unieke, persoonlijke filmervaring weer terug te brengen naar de wereld van de wetenschap. “Ik hou ervan dat cinema een lichamelijk, emotioneel en intellectueel avontuur is waar, als je er eenmaal aan begint, nooit meer hetzelfde uit kan komen.”

De titel is niet alleen geestige verwijzing naar de plagerige dynamiek tussen jou en jouw vader, maar ook erkenning van jouw ontwikkeling als filmmaker. “Filmacademiementor Albert Eling kwam op die titel. Ik vond hem geweldig gevonden. Hij kwam bovendrijven door de opening van de film, met vreemde Super8-beelden waarin ik als jongetje mijn vader met een neppistool neerschiet en mijn moeder me aanmoedigt om hem nog meer te beschieten: ‘Kom op, vermoord papa!’ Het is een nogal Freudiaans moment waar ik op symbolische wijze mijn hoofdpersonage vermoord. Het is ook een mooie metafoor voor onze relatie die de rest van de film kenmerkt, een net zo liefdevolle als irritante relatie. Ik hou van mijn vader, maar hij is ook irritant. Veel mensen die volwassen worden kunnen zich daarin herkennen.”

Het werkt ook als een metafoor voor jouw relatie met cinema. “Dat wordt meteen duidelijk inderdaad. De titel heeft die dubbele betekenis van het schieten met een pistool en het schieten van film. Dat is een belangrijk onderdeel van de film, want het thema van de dood is constant aanwezig in dit project. Het is de reden dat ik aan deze film begonnen ben. Paradoxaal genoeg heb ik deze film gemaakt zodat mijn vader nooit echt zal sterven. Mijn vader schieten is nu het tegenovergestelde van hem vermoorden.”

Francesco Ragazzi
Francesco Ragazzi

Je plaatst deze uitermate persoonlijke documentaire in de context van jouw academische achtergrond. Wat levert dat op? “Al sinds het begin van mijn academische carrière maak ik documentaires, maar die films hadden altijd een politieke of sociologische insteek. Ze werden gedreven door mijn onderzoeksonderwerpen, academische concepten als identiteit, macht en politiek. Wat ik lastig vind aan dit werk is de scheiding tussen onderzoek en emotie. De veronderstelling heerst dat je in een wetenschappelijk onderzoek afstand houdt van jouw onderwerp. Mijn documentaires maakte ik dan ook zo, zegmaar voor een academisch publiek. Dit project was anders. In de context van het masterprogramma van de Filmacademie kon ik me meer richten op een persoonlijkere vorm van films maken waarin het emotionele en lichamelijke de condities bepaalden van mijn proces. Ik voelde me niet meer vastgepind aan onderzoeksliteratuur of aan de noodzaak om een punt te bewijzen. Ik kon ruimte geven voor emoties en mijn eigen geschiedenis. Zo kon ik een ruimte creëren die meer is dan strikt wetenschappelijk.”

Heeft dat ook effect op je academische werk? “Ik denk dat dit idee heel interessant kan zijn voor de academische wereld. Ik probeer nu mijn ervaringen van de afgelopen twee jaar op te schrijven om een theorie te formuleren die bruikbaar kan zijn in de wereld van political science. Wat ik terug wil brengen naar die wereld is niet het persoonlijke thema van de relatie tussen vader en zoon, maar wel die ervaring van hoe het is om naast een editor te zitten om met al dat materiaal iets te maken.”

Filmwetenschapper Cahtherine Grant noemde dat in een van haar masterclasses ‘material thinking’. Dekt dat de lading? “Absoluut! Ik lees nu ook over Eistenstein en Peleshian en hun theorieën van montage. Wat interessant is voor mij, is dat bijvoorbeeld Eistenstein een wetenschappelijke achtergrond heeft. Voor hem was montage een kwestie van methode. Vanaf de begindagen van cinema is het nadenken over montage dus een epistemologische kwestie geweest: tot wat voor een kennis geeft het ons toegang en wat voor representatie van de wereld kunnen we ermee produceren? En wat voor een onverwachtse dingen kan je ermee doen?”

13 Attempts to Shoot My Father moet het festivalcircuit nog bereiken. Diverse andere afstudeerfilms zullen te zien zijn op het Nederlands Film Festival dat van 27 september tot en met 5 oktober plaatsvindt in Utrecht.