Fey Lehiane over Dubbel D

'Verhalen over een witte mannen worden gezien als universeel, maar waarom?'

Fey Lehiane

In de reeks Lichting 2017 interviewt de Filmkrant de hele zomer vers afgestudeerd filmtalent van verschillende academies. Deze week Fey Lehiane (Hogeschool voor de Kunsten van Utrecht). In Dubbel D zien we hoe de dertienjarige Puck zich tijdens schermkamp steeds meer bewust wordt van haar lichaam. Toch is deze coming-of-age film nét anders dan je gewend bent. “Ik vind het zo jammer als vrouwelijke lichamelijkheid wordt teruggebracht tot alleen seksualiteit of schoonheid.”

Waarom heb je voor deze hoofdpersoon en arena gekozen? “Ik ben opzoek gegaan naar beeldende manieren om te vertellen, het gevoel over te brengen, van het verstoppen en tevoorschijn komen. Het constante zoeken naar identiteit en hoe je dat uitdraagt. Hoe je jezelf presenteert en hoe dat iets zegt over wie je bent. En hoe blijvend is dat? Ik zocht naar visuele thema’s waarmee ik dit kon vertellen, en vond de schermsport metaforisch interessant. Schermen is een letterlijk gevecht, zoals Puck ook vecht met haar identiteit. Het is genderloos, in de zin van dat jongens en meisjes lang samen trainen en ook een vrij identiek pak dragen. En je hebt een masker op, waardoor je niet ziet wie iemand is.

“Wat betreft de hoofdpersoon: ik vind tienermeisjes zo interessant omdat ze zó weerbarstig zijn, maar tegelijkertijd zó niet serieus genomen worden. Zelfs in coming of age-films die over die groep gaan. Vaak wordt er in die films náár die meisjes gekeken, in plaats vanuít hen. Toen ik onderzoek ging doen voor deze film viel me op dat zelfs feministische makers vaak kiezen voor dat de volwassenwording van een vrouw afhangt van een man. Soms positief, zoals bij een eerste liefdes- of seksuele relatie, of juist negatiever zoals het afzetten tegen een man. Niet dat dat geen interessante verhalen zijn, maar kunnen we die man misschien ook een keer weglaten? Waarom zien we juist het deel niet dat veel meisjes meemaken en dat zich afspeelt in relatie tot andere vrouwen en hun eigen veranderende lichaam? Ik vind het zo jammer als vrouwelijke lichamelijkheid wordt teruggebracht tot alleen seksualiteit of schoonheid. Daar wilde ik mee spelen, het op zijn kop zetten: iets maken over vrouwelijke lichamelijkheid gaat zonder dat het over mannen moet gaan of hele heftige transformatie.”

Vrouwelijkheid is voor jou een belangrijk thema. “Alle thematiek rondom identiteit vind ik heel interessant, of zelfs de ruimte tussen verschillende identiteiten. Dat komt misschien door mijn eigen achtergrond — ik ben half Marokkaans en half Chinees. Ik groeide dus op met twee totaal verschillende culturen thuis en nog een derde buiten de deur. Vandaar mijn interesse in identiteit: wat dat dan precies is, hoe je dat vormgeeft en wat het eigenlijk oplevert als je daar achter komt. Hetzelfde geldt voor mannelijkheid en vrouwelijkheid en alles wat daar tussenin zit.”

Speelt jouw gemixte achtergrond een rol in jouw makerschap? “Ja, absoluut. Ik denk dat veel mensen daar nu heel erg mee bezig zijn, zowel makers als instellingen. Er is nu meer een gesprek geopend over wat het betekent om als maker met een gemixte achtergrond werk te kunnen maken. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Maar het is voor mij een lastig onderwerp, omdat het ook zo dichtbij komt.
“Aan de ene kant vind ik het heel belangrijk dat er veel aandacht voor is en dat we extra ons best gaan doen om makers van diverse achtergronden — of dat nu cultureel is, LGBTQ, gender — meer kansen te bieden. Maar tegelijkertijd moet je goed kijken wat je van mensen vraagt en ook hóe je dat vraagt. Het diversifiëren van media is enorm complex, en ik denk dat momenteel in het proces veel goede bedoelingen lost in translation raken. Maar dat betekent zeker niet dat we het niet moeten proberen. We moeten daarbij ook durven te kijken naar wie de ‘uitnodigingen’ uitdeelt, wat dat veronderstelt, en hoe we ook daarin zouden kunnen diversifiëren.”

Heeft deze situatie invloed op jouw keuze voor verhalen? “Er is een verantwoordelijkheid die we leggen bij minderheden, die we niet leggen bij bijvoorbeeld witte mannen. Een verhaal over een witte man wordt veel sneller gezien als universeel, maar waarom? Waarom zouden verhalen die over zogenaamde minderheden gaan niet net zo aansprekend kunnen zijn voor een filmpubliek? Dat moet dan eindeloos beargumenteerd worden; er wordt dan gevraagd hoe je dit verhaal universeel gaat máken. Dat vind ik scheef. Als verhalenverteller is het toch altijd je doel om iets universeels te communiceren via je medium, hoe specifiek de getoonde situatie of het personage ook is? Tegelijkertijd wil ik ook niet als maker met een diverse achtergrond in een hokje geduwd worden waarin ik alleen dingen mag maken óver die diverse achtergrond. Dat lijkt soms de verwachting te zijn. Maar aan het eind van de dag ben ik vooral geïnteresseerd in genuanceerde, invoelbare verhalen vertellen. Over wie ze dan ook gaan.”