Lichting 2014: Nathalie Crum over Vaderland

  • Datum 06-09-2014
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Nathalie Crum

‘Ik ben een boerin die films is gaan maken’

Deze zomer nam de Filmkrant het jonge regietalent onder de loep. Wekelijks verscheen een interview met een afgestudeerde regisseur uit de lichting van 2014. Er werd een selectie gemaakt uit het werk van de Nederlandse Filmacademie, de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en de Willem de Kooning Academie. Als laatste vertelt Nathalie Crum (NFA) over haar documentaire Vaderland en haar tweeslachtige relatie met het boerenleven: "Ook als ik het niet van plan ben, sta ik toch weer in de koeienpoep te draaien."

Je komt van het Limburgse platteland — de setting van zowel je afstudeerfilm Vaderland als je derdejaarsfilm De goede vrede. In beide verhalen wordt het als absurd gezien om weg te gaan. Hoe heb je dat zelf ervaren? In Limburg wilde ik niets liever dan vertrekken en nu voel ik me Limburgser dan ooit. Als een zeevaarder, die aan wal naar zee verlangt en op zee de wal mist. Eigenlijk ben ik een boerin die films is gaan maken. Ik kijk vol eerbied naar de eenvoud van dat buitenleven. Niets wordt opgeklopt, alles is zoals het is. De keerzijde daarvan is dat denken en praten over emoties in een echt boerengezin als nutteloos wordt ervaren. Dat benauwt me. Ik schrok ervan toen ik ontdekte dat gevangenschap een terugkerend thema is in mijn werk. Mijn verhouding met Limburg is dus tweeslachtig. Ik werk nu aan een kinderdocumentaire, die zich op opnieuw op het platteland afspeelt en gaat over de verbinding tussen verveling en verbeelding. Op plekken waar je je verveelt, is er bij uitstek ruimte voor fantasie. Er wordt bijvoorbeeld volop gedroomd op plaatsen waar niets te doen is.

Autowrakken, een dorpsfeest, uien op de lopende band, de slachting van een koe. In voice-over vertel je over het verlies van je vader. Waarom koos je voor deze vorm? Vaderland gaat over het verliezen van houvast. De voice-over neemt je bij de hand om je daarna los te laten. Ik wilde onderzoeken hoe ver ik mijn associaties in een documentaire kon doorvoeren en heb op mijn intuïtie vertrouwd. Er waren vier scènes die vaststonden en verder zijn we tussendoor steeds gestopt om opnames te maken op plekken die uitgesproken gevoelens opriepen. Zo hebben we beelden verzameld. Er is dus toeval mee gemoeid.

Je studeerde eerder voor docent Beeldende Kunst en Vormgeving en werkte als fotograaf. Hoe beïnvloedt dat jou als regisseur? Ik heb verstandelijk en lichamelijk beperkte mensen begeleid en dat heeft mijn benadering veel meer gekleurd. Als iemand zijn hand of been niet kon gebruiken, mocht ik daar invulling aan geven en daar was ik dankbaar voor. Ik hoop altijd dat mijn personage er ook iets aan heeft om mee te werken. Ik wil dienen als katalysator: zoals ik een been of arm bewoog, ontsluit ik dan misschien wel een extra oog.

Hoe ga je dat bij je volgende project doen? Zijn er nog onderwerpen waar je in de toekomst iets mee van plan bent? John Appel zei ooit: "Pech onderweg is een zegen" en dat ben ik met hem eens. Door de controle los te laten kom je bij dingen die je je zelf nooit had kunnen verzinnen. Daarom heb ik nooit vooropgezette plannen; ik houd mijn ogen op en zie wat er langskomt. Het belangrijkste is dat ik telkens iets nieuws uitprobeer. Ik doe nu research voor een aflevering van Het uur van de wolf over de striptekenaar Theo van den Boogaard, van de Sjef van Oekel-strips. Sjef van Oekel heet in het Frans Leon la Terreur en dat is echt op Theo van toepassing. Ik denk daarom dat de film La terreur gaat heten. Theo is destructief en een rebel, maar hij kan ook weer zo lief zijn. Hij manifesteert zich in uitersten. Voor deze documentaire wil ik experimenteren met animatie en ben ik aan het kijken hoe zijn tekeningen deel kunnen gaan uitmaken van zijn realiteit.

Als je maar kijkt wat er voorbij komt, hoe ben je dan bij hem terecht gekomen? Hij belde me op.

Pardon? Het is geen opdrachtfilm, hoor, we hebben een gemeenschappelijke vriendin en het plan is langzaamaan ontstaan. Ik had hem al eens ontmoet en hij intrigeerde me. Er moet iets aan mijn onderwerp zijn wat ik net niet kan vatten en wat me blijft vasthouden. Er moet modder aan iemand kleven. Als iemand nog gaaf en clean is, vind ik er niet zoveel aan. Dat heeft overigens niets met leeftijd te maken, maar om eigenzinnige blik op de wereld. Theo had voor mijn part achttien kunnen zijn.

Laura van Zuylen

Vaderland is 28 september en 2 oktober te zien op het Nederlands Film Festival in Utrecht.