José Luis Rugeles Gracia over Alias María
Confrontatie met de werkelijkheid

In zijn tweede speelfilm Alias María richt regisseur José Luis Rugeles Gracia zich op de leefwereld van een vrouwelijke kindsoldaat bij de Colombiaanse rebellengroepering FARC: María, dertien jaar oud en zwanger. "Een kind heeft geen boodschap aan ideologie."
Door Joost Broeren
Wanneer José Luis Rugeles Gracia het over de omstandigheden heeft waaronder hij en zijn crew Alias María draaiden, gebruikt hij daarvoor hetzelfde vocabulaire als de guerrilla’s van de Colombiaanse FARC waarover de film gaat. "We hadden ons basiskamp op een boerderij, in de buurt van een klein stadje", legt de regisseur uit. "We waren iedere dag ruim anderhalf uur onderweg naar de locaties waar we filmden: te voet, over de rivier, op een tractor of te paard. Dat waren barre tochten."
Rugeles lacht even. "We hebben op heel veel verschillende plekken in de jungle gedraaid, maar als ik de film nu zie, vraag ik me af of dat nodig was. Misschien hadden we alles wel in één gebied kunnen doen. Ik zelf zie de verschillen tussen al die plekken wel, maar ik weet niet of de kijker het ook ziet." Toch was het geen verspilde moeite, vind de regisseur. "Wat ik nooit vooraf had kunnen bedenken, was hoe waardevol het is geweest om die beproevingen samen te doorstaan: de hitte, de muggen, het onbegaanbare terrein. Door die barre tochten zijn we echt een team geworden, heel hecht. Bovendien konden de acteurs zich zo extra goed inleven in de wereld van de strijders."
Ja, zo is het
Het realisme dat die manier van werken opleverde, stond voorop in het maken van Alias María. Dat begon met de uitgebreide gesprekken die Rugeles en scenarist Diego Vivanco voerden met vrouwen en meisjes die strijder waren geweest bij FARC. "Zo’n vijf jaar geleden kwamen zij ineens in het nieuws. Voor die tijd werd er in Colombia nooit gesproken over het rekruteren van kindsoldaten, of hoe vrouwelijke guerrilla’s werden behandeld, wat er gebeurt als ze zwanger raken. Het kwam als een soort donderslag, deze confrontatie met een werkelijkheid die ver van me af stond. Ik woon in Bogota, en daar is de aanwezigheid van de FARC hetzelfde als hier in Europa: ze zijn er alleen in nieuwsberichten. Maar de strijd mag dan ver van ons af lijken te staan, er kan alleen vrede worden bereikt als het hele land daaraan werkt."
Toch wilde Rugeles de kijker niet de les lezen. "De film is geen pamflet of aanklacht, maar simpelweg een weergave van wat er gebeurt, om de kijker daar bewust van te maken. Niet alleen een internationaal publiek op festivals, maar juist ook het publiek in Colombia. De strijd is het universum waarin de film zich afspeelt, maar het draait om María: een meisje van dertien dat vrouw wordt, dat strijder is, dat moeder wordt. Ze is een heldin, die volhardt en haar eigen pad zoekt. Daardoor wordt er in Colombia nu gesproken over iets waar eerder niet over kon worden gepraat. Waar ik op hoop, is dat als een guerrilla de film ziet, hij zegt: ‘Ja, zo is het.’ En dat als iemand uit de stad hem ziet, hij verontwaardigd uitroept: ‘Is het zo?!’"
Mieren
Precies daarom laat Rugeles ook veel uitleg achterwege: de film maakt niet duidelijk hoe María bij FARC is beland – is ze gekidnapt of koos ze er zelf voor – en in het dagelijkse leven van deze strijders speelt politiek hoegenaamd geen rol. "Het gaat mij niet om wat er hiervoor met María gebeurd is", legt Rugeles uit. "Het gaat me om dit moment, de motieven die ze nu heeft. Door wat er gebeurt, verandert ze en neemt ze haar eigen lot in handen. Daarom laat ik de politiek ook achterwege: volgens mij heeft een kind van twaalf of dertien daar helemaal nog geen boodschap aan. Bovendien is de ideologie na zestig jaar strijden behoorlijk afgestompt, misschien zelfs verdwenen."
Rugeles benadrukt subtiel hoe die strijd even zinloos als verbeten is geworden, door herhaaldelijk in te zoomen op de insecten die in de jungle ook hun thuis hebben. Het noeste werk van de mieren en wormen stelt het menselijk gekrioel in een ander daglicht. "Als je in het oerwoud bent, ga je je steeds meer richten op de aller-, allerkleinste dingen", lacht Rugeles. "De wereld wordt heel gefragmenteerd, je gaat op steeds kleinere schaal kijken. Toen ik het scenario schreef, had ik die beelden al op het oog. Dus de eerste week van de opnames ben ik alleen maar met mieren bezig geweest!"