Joke Liberge

Als een mes in het water

  • Datum 20-01-2017
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Joke Liberge

De Nederlandse filmmaakster Joke Liberge kijkt terug op een rijk jaar waarin ze met haar Belgische kortfilm meander prijs na prijs won. Liberge: "In België heerst meer gekheid."

Via een bekroning op het Filmfestival van Rotterdam kwam ze in Warschau terecht, als genomineerde op het gala van de European Film Awards. Tussendoor nam ze op het Nederlands Film Festival een Gouden Kalf in ontvangst. En dan te bedenken dat Liberge van het Nederlands Fonds voor de Film geen cent kreeg. Haar aanvraag voor financiering werd op de Amsterdamse burelen niet gehonoreerd. Ze werd weggestuurd met de boodschap dat ze zich vast ging vertillen aan de poëtische vertelling.
Liberge: "Ik had de film samen met Stienette Bosklopper — producente van Nanouk Leopolds îles flottantes en guernsey — ontwikkeld en ingediend voor NPS-Kort. Van het Filmfonds kwam toen een afwijzing. Glashard. Snoeihard. En het was best moeilijk om daarna door te gaan. Gelukkig had ik nog een aanvraag lopen bij het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). Voordat de Nederlanders ‘nee’ hadden gezegd, hadden de Vlamingen ‘ja’ gezegd tegen een coproductie. De truc was om daarna alles in Vlaanderen te regelen. Gelukkig werd me daar het vertrouwen geschonken."

Breekbaar
Liberge had daarvoor al besloten om in Brussel te gaan wonen bij haar vriend, de Vlaamse elektropopzanger Stijn. Ze regisseerde voor hem een paar zwoele videoclips met titels als ‘Hot ’n Sweaty’ en ‘Sexjunkie’. En op zijn beurt werkte Stijn mee aan haar korte film meander (2005), niet alleen als bezorger van de muziek, maar ook als tweede regieassistent. Een samenwerking die in ieder geval een betoverend zomerse vertelling opleverde, gesitueerd aan de oever van de rivier de Maas, met jongens en meisjes die eigenlijk niets anders doen dan zonnebaden, zwemmen en zwijgen. Alsof je zo’n lome zomerdag uit je eigen jeugd opnieuw ervaart. Een steiger bedekt met handdoeken. Een schuit die voorbij komt varen. Een plons in het water.
De eerste korte films van François Ozon waren ook zomerse vertellingen. In une robe d’été en regarde la mer schuilde — precies zoals in meander — ook een onbestemd gevaar. In plaats van naar François Ozon refereert Liberge echter naar een andere Franse regisseur, Manuel Pradal die een paar jaar geleden zo mooi debuteerde met marie baie des anges (1997). Hans Beerekamp, destijds filmcriticus van NRC Handelsblad, schreef een van zijn meest lyrische recensies over deze film. Hij noemde Pradals debuut dronken poëzie aan de Rivièra.
Liberge: "Ik vind adolescentie zo boeiend. Het is zo breekbaar. Het één is aan het ophouden, en het ander is aan ’t beginnen. In marie baie des anges kon je dat op de een of andere manier heel goed voelen. De directe inspiratiebron voor meander was een eigen jeugdherinnering. Het was het moment waarop ik kinderen in het water zag springen. En naar een boot zag zwemmen. Ik zag de bewegingen, de blikken. Ik zag een verandering, een wending, iets onberekenbaars, iets wat ik misschien wel ‘meander’ wil noemen. Het is moeilijk om uit te leggen, maar neem bijvoorbeeld de roman L’étranger van Albert Camus en zo’n zin als ‘Hier maman est mort’ ofwel: ‘Gisteren is moeder overleden’. Het staat er zo simpel en strak, maar het raakt me diep. Achter de woorden gaat een hele wereld schuil."

Moeras
In Nederland is het volgens Liberge nog steeds moeilijker om dit soort films — met achterliggende gevoelens — te maken dan in Frankrijk of België. "Nederland is natuurlijk erg economisch gedreven", vertelt Liberge die zelf geboren werd uit Franse ouders. "Filmmakers als Fons Rademakers, Bert Haanstra en Johan van der Keuken zijn er wel in geslaagd om een soort poëzie te vinden binnen een redelijk calvinistische cultuur. Zij maakten hun films in een omgeving waarin het eigenlijk ‘not done’ is om uiting te geven aan je gevoelens. Gerard Reve was een meester. Die was zich ervan bewust dat de verhalen nooit buiten jezelf liggen, en dat je altijd moet blijven graven."
Nu Liberge een tijdje in Brussel woont — de stad waar ze ook haar eerste speelfilm wil gaan opnemen — ziet ze de verschillen ook beter.
Liberge: "België is meer een moeras, er gaat van alles verscholen, er is van alles onuitgesproken. Het is meer een land van extremen, en het leven is er in het algemeen wat ruiger en rauwer. Het is ook compromislozer, en er heerst wat meer gekheid. En vooral: de onmacht van de mens krijgt er wat meer ruimte. Ik moet nu opeens denken aan een uitspraak van John Cassavetes, dat was iets in de trant van: interessante karakters zijn karakters die de weg naar huis niet terug vinden."

Kartelmes
Liberge vervolgt: "Er is erg weinig plaats voor mythologie in onze cultuur. De geloofsbeleving is bij ons ook vrij concreet. Het is allemaal wat dogmatisch. In Nederland worden dan vragen gesteld als ‘Wat bedoel je nou? Wat wil je ermee? Waar gaat het naar toe? Waar dient het voor? Maar als je the conversation (1974) van Francis Ford Coppola bekijkt, dan is ’t aan ’t einde helemaal niet opgelost. Gene Hackman weet ’t misschien een beetje beter."
Nanouk Leopold is wel iemand die solide afwijkt, vindt Liberge. "Met guernsey weet ze iets te pakken en bloot te leggen. Ik vind dat ze tussen îles flottantes en guernsey ook een grote stap heeft gemaakt. Het is zo veel verfijnder. Het kartelmes is opeens vervangen door een scherp mes, en ik wacht nu op de film die gemaakt is met het scalpel. Ik zie ook uit naar de eerste speelfilms van Mark de Cloe en Esther Rots. Iemand als Lodewijk Crijns ben ik kwijt geraakt, jammer wel, want ik vond met grote blijdschap een prachtfilm. Er valt op zich genoeg te beleven in Nederland, ook Hans Teeuwen die dan opeens met zo’n film als masterclass uit de hoek komt. Punt is wel, dat deze mensen het vertrouwen moeten krijgen vanuit de filmindustrie, anders ebt het ook zo weer weg."

meander

Dior-jurk
Een prijs winnen op een groot internationaal filmfestival is volgens Liberge van onschatbare waarde, zeker voor een beginnend filmmaker. Liberge: "Door de Prix UIP in Rotterdam te winnen, kreeg meander in zekere zin het keurmerk van Rotterdam mee. De hele wereld hangt tegenwoordig van labels aan elkaar, en als je je bijvoorbeeld een beetje in het buitenland wil profileren, is het best belangrijk om alvast over een internationaal label te beschikken. De kortfilm die uiteindelijk de prijs in Warschau won was before dawn van de Hongaarse regisseur Balint Kenyeres, een hele mooie korte film die op een vreemde manier klassiek is, maar ook genoeg afwijkt om op te vallen. Die korte film droeg al het logo van het Filmfestival van Cannes, en dat maakt toch indruk."
In Warschau deed Liberge nog mee aan een discussie waarin jonge filmmakers (denk aan Ilya Khrzhanvoksy en Jasmila Zbanic) de vraag kregen voorgelegd in hoeverre de filmkunst verloren zal gaan door de opkomst van digitale technieken. Volgens Liberge een interessante vraag, maar dan moet je wel eerst formuleren wat filmkunst is.
Liberge: "Ik denk dat de filmkunst een identiteitscrisis doormaakt, omdat er van de filmkunst is gevraagd om wat meer democratisch en wat minder elitair te zijn. Vooral door de televisie is film een democratisch ding geworden. Het is misschien een brute stelling, maar kunst is elitair. Het verwarrende is dat de dingen continu worden geherdefinieerd, zoals bijvoorbeeld in de mode. Onder filmsterren is het nu heel hip om een tien jaar oude Dior-jurk aan te trekken, en om zeg maar ’tweedehands te gaan’. Tegelijkertijd kunnen we bij ‘Hennes & Mauritz’ allemaal onze eigen, betaalbare ‘Viktor & Rolf’-jurkjes kopen."

Op het ‘Binger Filmlab’ werkt Liberge aan het scenario voor haar eerste speelfilm, waardoor ze haar tijd momenteel verdeelt tussen Brussel en Amsterdam. Veel wil ze over die eerste speelfilm nog niet verklappen, wél dat er thematische overeenkomsten zijn met belle de jour van Luis Buñuel, eyes wide shut van Stanley Kubrick en mulholland drive van David Lynch. Het zal een drama worden, en het zal gaan over de dingen die zich afspelen in het verborgene. De niet geringe doelstelling: de mens ietsje beter leren kennen.

Belinda van de Graaf