IDFA 2017: Hoofdgast Jonathan Harris

'Het internet is een saaie vinexwijk geworden'

  • Datum 08-11-2017
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Dit jaar kiest niet een filmmaker, maar internetkunstenaar Jonathan Harris de Top 10 van IDFA. Net op tijd: de pionier Harris zegt de online kunst vaarwel en keert terug naar het leven. ‘Ik heb mezelf nooit alleen maar gezien als internetkunstenaar.’

Door Joost Broeren-Huitenga

Voor het eerst in zijn dertigjarige geschiedenis koos het International Documentary Filmfestival Amsterdam geen filmmaker om haar jaarlijkse Top 10 samen te stellen. Na regisseurs als Werner Herzog, Pirjo Honkasalo en Errol Morris is dit jaar de beurt aan Jonathan Harris, een pionier in de internetkunst.
Harris is al jaren een graaggeziene gast in IDFA’s DocLab-programma, dat zich richt op digitale documentairekunst. Binnen het DocLab-themaprogramma Uncharted Rituals vertoont IDFA ook een retrospectief van Harris’ werk — van zijn eerste digitale werk Wordcount (2003) via online documentaires als The Whale Hunt (2007) tot zijn meest recente experimenten met de grenzen van de online mogelijkheden I Live Your Work (2013) en Network Effect (2015). Het festival presenteert het programma als het eerste retrospectief rond Harris. Het zou ook weleens meteen een (vrijwel) compleet retrospectief van zijn internetwerk kunnen zijn, stelt Harris: "Ik denk niet dat ik meer in deze vorm ga maken."
Na twintig jaar aan de voorhoede van de digital frontier beweegt Harris als kunstenaar nu een andere kant op, terug de echte wereld in. "Maar ik heb mezelf nooit per se gezien als internetkunstenaar", benadrukt hij. "Het was simpelweg een spannend nieuw terrein, dat trok me aan. Toen ik in de late jaren negentig stuitte op het prille internet, was het een onontgonnen gebied vol mogelijkheden en vooruitzichten. Ergens in de laatste jaren is die mijn voor mij uitgeput geraakt — niet noodzakelijkerwijs door het medium zelf, maar omdat ik andere levenservaringen heb en er zich nieuwe gebieden openden."

Internet was vrijheid
Toch kan Harris zich zijn eerste enthousiasme voor het internet nog scherp voor de geest halen. Hij studeerde in 1998 aan Princeton, koos Engels als hoofdrichting, en maakte olieverfschilderijen en notitieboeken vol collagewerk. Kortom: hij was goed op weg een traditioneel kunstenaar te worden. Tot hij een verplicht bijvak in de informatica moest volgen. "Een van de opdrachten was om een persoonlijke website te maken. Dus ik maakte iets, zette er scans van mijn schilderijen op, en bedacht vervolgens dat ik e-mail — toen ook iets nieuws — zou kunnen gebruiken om mensen een link te sturen. Dat hele proces vond plaats zonder redacteur, zonder curator, zonder gatekeeper — ik hoefde van niemand toestemming te krijgen. Dat was zo’n bevrijding, dat ik direct overschakelde naar de studie informatica."
Toch zou het nog ruim vijf jaar duren voordat Harris de kennis die hij opdeed in zijn nieuwe studie zou gaan gebruiken om digitale kunst te creëren. "Tot die tijd hield ik mijn kunstenaarskant apart, ik bleef mijn collage-boekjes maken. Tot ik in 2003, op reis in Latijns-Amerika, door vijf mensen werd beroofd — pistool tegen mijn hoofd, alles weg. Inclusief een schetsboek met negen maanden werk. Dat heb ik opgevat als een teken van het universum om niet langer zulke fysieke objecten te creëren die me zo makkelijk konden worden afgenomen."
Juist de vrijheid die hem in de vroege jaren aantrok op het internet, ziet Harris meer en meer verdwijnen. "De platforms die mensen gebruiken om zich te uiten, zijn enorm homogeniserend. Het is een paradox: plekken als Facebook en Instagram hebben het voor iedereen extreem makkelijk gemaakt om iets de wereld in te slingeren. Maar de regels van die platforms leggen enorme beperkingen op aan hóe je jezelf kunt uiten. Dat nieuwe internet in de jaren negentig voelde als een nieuw dorp, waar iedereen zijn eigen huis aan het bouwen was. Nu is het meer een vinexwijk, met allemaal dezelfde prefab huizen rond een groot winkelcentrum."

Levensfilosofie
Geheel naar zijn onderzoekende en zelfreflectieve aard, koos Harris voor zijn Top 10 een zeer eclectische selectie aan kunstwerken. Harris: "Ik ben geen groot kenner van de mediageschiedenis of de cinema, dus ik zou me niet wagen aan een lijst van ‘de beste tien ooit’."
In plaats daarvan greep Harris de Top 10 aan als een kans om kunstwerken aan te wijzen die van invloed geweest zijn op zijn eigen ontwikkeling, als kunstenaar en als mens. Niet alleen klassieke documentaires, maar ook een fictiefilm (Alejandro Jodorowsky’s The Holy Mountain), uiteraard een digitaal project (de gloednieuwe game Everything van David OReilly) en het complete videoplatform YouTube. "Alle werken die ik koos hebben iets zoekends en een verwondering over de mysteries van het leven en onze blik daarop die ik herken. Of dat nu zit in een wetenschappelijke blik op het universum, op verschillende schalen in Powers of Ten, of het gebruik van filmtrucs als stop-motion en timelapse om abstracte patronen in het leven op aarde bloot te leggen in Koyaanisqatsi, of de uitbundige wenteling in het alledaagse van The Cruise."
De meest opvallende selectie is waarschijnlijk het boek The Nature of Order, het magnum opus van architect Christopher Alexander. "Het gaat over architectuur, maar tussen de regels door bevat het een levensfilosofie: hoe we ons moeten gedragen, hoe we als mens keuzes maken. Alexander werkte er decennia aan, en probeert erin te omschrijven hoe je ruimtes kunt ontwerpen die niet alleen mooi zijn, maar ook leefbaar. De crux is dat de volgorde waarin je dingen doet van belang is. Je kunt niet gewoon een paar bestaande patronen of structuren knippen en plakken en verwachten dat het resultaat net zo goed is. Het proces doet ertoe: de opeenvolging van stappen, een logische opeenvolging van handelingen, dat brengt dingen tot leven. Ik stuitte vorige winter op het boek, en het is mijn gids geweest in een periode waarin ik weg beweeg van het internet en terugkeer naar het leven."

Het ultieme medium
Zoals een gestolen schetsboek zijn eerste schreden op het digitale kunstpad motiveerde, zo kreeg ook deze nieuwe richting momentum door een persoonlijk verlies, ditmaal van een nog veel grotere aard: het overlijden van zijn moeder. "In 2016 ben ik verhuisd uit New York, terug naar de boerderij in Vermont waar ik opgroeide, een stuk land dat al generaties van mijn familie is. Mijn moeder was al langer ziek, maar ze stierf exact op de dag dat ik terugverhuisde."
Het was voor Harris aanleiding om minder tijd achter zijn computer door te brengen. Niet alleen om de dood van zijn moeder te verwerken, maar ook om het oude thuis waarnaar hij was teruggekeerd leefbaar te krijgen. "De omgeving is prachtig, maar die plek en de psyche van mijn familie gaan gebukt onder een geschiedenis van alcoholisme, misbruik en eenzaamheid. Ik ben aan het werk gegaan met de ruimte — de gebouwen die er staan, de architectuur, het landschap. Ik werk nu aan een reeks rituelen, die draaien om reiniging en genezing. Geen rituelen van een specifiek geloofssysteem of bestaande leer, maar nieuwe, zelfgecreëerde rituelen die voor mijn gevoel betekenis hebben voor die plek in Vermont."
Inmiddels heeft Harris tientallen van deze rituelen ontwikkeld. De eerste waren solitair, maar langzaam maar zeker werden er anderen bij betrokken — mensen die belangrijk voor hem waren of voor het ritueel. "Het meest intense was een zeven maanden durend ritueel rond het maken van glas, dat ik afgelopen jaar met een lokale glasblazer deed. We hebben helemaal vanaf nul ons eigen glas gemaakt: alle materialen verzameld, de oven gebouwd in een heuvel op de boerderij. We gebruikten een deel van mijn moeders as, en andere overblijfselen van mijn familie, om een aantal glazen elementen te creëren. De bedoeling is dat de laatste rituelen juist heel groot en collectief worden, met soms honderden mensen erbij. Langzaam maar zeker heb ik geprobeerd de oude negatieve energie van het land te verdrijven; nu wordt het tijd om het nieuw voedsel te geven."
Het lijkt op het eerste gezicht mijlenver verwijderd van Harris’ werk met enen en nullen. Maar voor hemzelf is het een logische voortzetting. "Het is simpelweg een andere blik op wat technologie is. Bij het woord ’technologie’ denken we al snel aan elektrische apparaten, maar voor mij zijn deze rituelen in feite technologieën om de realiteit te transformeren. Jarenlang heb ik nagedacht over fotografie, films, websites — dingen die vastzitten in een rechthoek. Hoe meer ik nu die kaders doorbreek, hoe meer ik me er bewust van wordt dat het leven het ultieme medium is."