Huub Verburg en Jason Hornung over Met sokken op de brommer

Romantiek rond oude barrels

Met sokken op de brommer

De hele zomer interviewt de Filmkrant vers afgestudeerd filmtalent van verschillende academies. Huub Verburg en Jason Hornung (Willem de Kooning Academie) vertellen over hun film Met sokken op de brommer, een gestileerde komedie over vriendschap, volwassen worden, nostalgie en brommers. “Onze focus lag er niet op dat publiek moest lachen.”

Het mooie achter-de-schermen-verhaal van Met sokken op de brommers, een film over vriendschap, is dat het ook twee jongens bij elkaar bracht in het maakproces. Makers Huub Verburg en Jason Hornung zaten bij elkaar in de klas, maar kwamen elkaar ook telkens tegen bij verschillende filmklussen buiten school. Hornung: “We zaten allebei in dezelfde poel qua mensen, kwamen elkaar ook tegen op sets.” Zo gebeurde het dat ze in hun laatste studiejaar samen het script schreven van Met sokken op de brommer. Tijdens de uiteindelijke productie deed Verburg de regie en Hornung het camerawerk.

Hun film over de brommerjongen Alex die zich losworstelt uit zijn omgeving won afgelopen juni de talentenjacht Rotterdams Open Doek. Hij laat zich kijken als een kruising tussen Paul Verhoevens crossklassieker Spetters (1980) en een eigentijdse videoclip. Een stijl die precies vangt waar hun film over gaat: tegelijkertijd van nu, maar ook ouderwets romantisch. Jongensboekenromantiek met letterlijk een wolk aan roze uitlaatgassen. Verburg: “Het stond vast dat ik fictie wilde maken, maar ik vind videoclips ook tof. Daarom zochten we in de film af en toe de grens tussen beide op.”

Jason Hornung en Huub Verburg (foto: LantarenVenster)

Hoe zijn jullie samen op het idee gekomen van deze film? Verburg: “Het is eigenlijk begonnen met de rode brommer die ook in de film zit. Dat was een barrel dat ik had gekocht en waar ik aan zou sleutelen. Net toen ik ‘m weer werkend had gekregen, ging in de Amsterdamse binnenstad, waar ik stage liep, een verbod voor oude tweetaktbrommers in. Dat voelde wel heel dubbel. Ja, het is zo dat die brommers slecht zijn voor het milieu, maar ze zijn ook zo ontzettend leuk om op te rijden. Natuurlijk mogen elektrische brommers nog wel, maar die hebben dat mooie geluid niet. Het is dus ontstaan met het langzaamaan verdwijnen van de brommer uit het straatbeeld. Het einde van dat tijdperk is in zicht. De generatie van mijn ouders en eerder had het nog had over brozems [nozems op brommers, AZ]. Wat dat betreft is de film dus heel nostalgisch.”
Hornung: “Huub vroeg me in het begin af en toe om mee te kijken naar zijn script, ik haakte aan bij zijn idee. Zelf was ik er niet op gekomen. Ik heb geen brommer, laat staan een rijbewijs, maar het beeld van een aantal jongens op van die brommers, dat heeft gewoon iets heel moois. Vanaf daar zijn we samen gaan schrijven en schaven.”

De meeste afstuderende filmtalenten wagen zich niet aan komedie, en als ze het al doen laten ze duidelijk merken dat iets komisch bedoeld is. Jullie blijven daar ver van weg: geen sturende muziekjes of acteurs die op de lach spelen. HV: “We hebben gaandeweg wat humor toegevoegd tijdens het schrijven, maar onze focus lag er niet op dat publiek op bepaalde momenten echt moest gaan lachen.”

En hoe zat dat dan met spelregie? Jullie acteurs spelen juist aangenaam droog en naturel. HV: “We hadden heel veel geluk met onze acteurs. We hebben ze ook een beetje getypecast. Iets spelen komt zoveel meer naturel over als het dicht bij de persoon ligt die het speelt. De spelregie was dan ook aangenaam droog.”
JH: “We hebben op de set de acteurs meer vrijgelaten, ruimte gemaakt voor improvisatie.”
HV: “Er zit bijvoorbeeld een rap-scène in. Berend-Jan Don, die we gevraagd hebben de pestkop van de groep te spelen, kan goed rappen. We hadden wel rap-scènes in het script staan, maar uiteindelijk was zijn improvisatie toch natuurlijker. Iets soortgelijks geldt voor Pascal Tan, die hoofdpersoon Alex speelt. In het echt is hij heel extravert, zijn personage in de film is juist stil. Dat gaat dan mooi wringen.”

Zoals jullie al vertelden zijn jullie elkaar op de sets van verschillende producties tegengekomen. Denken jullie dat die ervaring buiten school om jullie een voorsprong heeft gegeven? JH: “Dat heeft zeker wel in ons voordeel gewerkt. Maar wat ook hielp was onze opnameleider. Die wist precies alles wat we wilden doen en hield ons strak aan het schema. Dat was ook wel nodig, we hebben deze hele film in twee dagen gedraaid.”


Diverse afstudeerfilms zullen te zien zijn op het Nederlands Film Festival dat van 27 september t/m 5 oktober plaatsvindt in Utrecht.