Hollandse Nieuwe 2017: Martijn van Haalen en Paul Cohen over Geschenk uit de bodem

Portret Angelique van Woerkom
Het Nederlands Film Festival is in volle gang. De Filmkrant stelt iedere dag vijf vragen aan een regisseur wiens film op het festival in première gaat. Vandaag: Martijn van Haalen en Paul Cohen over Geschenk uit de bodem.
1. Waar gaat jullie film over? In het woud van opiniecocons en filterbubbels proberen wij een stapje achteruit te doen. ‘De geschiedenis is geen glad verhaal’, schreef Geert Mak. ‘Wie zich midden in historische ontwikkelingen bevindt, moet altijd weer zoekend zijn weg vinden.’
Toen in Groningen de aardbevingen heviger werden, leek zich daar een soort ‘slow-motion calamiteit’ af te spelen. Die ontwikkeling zijn we gaan filmen, vanuit verschillende gezichtspunten, zonder het sjabloon van slachtoffers en daders. Het grote verschil met andere aardbevingen is dat ze in Groningen het gevolg zijn van ons eigen handelen. Wij trekken daar als het ware aan het kleed waar we zelf op staan. En we kunnen het ons om diverse redenen niet veroorloven om daar snel mee op te houden. Hoe gaat Nederland in deze tijd om met zo’n Gordiaanse knoop? ‘Allemaal zijn we hoofdpersonen in onze eigen geschiedenis, met alle verwarring die daarbij hoort’, schrijft Mak.
2. Waarom wilde je hem maken? Om bovenstaand verhaal te vertellen. We hadden al lang een plan om een uitgebreide documentaire te maken over een grote calamiteit in Nederland, want hoe wij omgaan met zo’n calamiteit toont iets wezenlijks over de samenleving die wij vormen.
3. Mijn volgende film wordt nu eens… Eenvoudig.
4. Dit zou de Nederlandse film nodig hebben… Minder volgens het boekje.
5. Dit was een bepalend filmmoment in mijn leven…. Die keer dat we in een ver land zagen dat een documentairemaker precies het verhaal maakte dat hij thuis al had bedacht, terwijl het omgekeerde voor zijn voeten lag. En niemand dat later merkte.