Hollandse Nieuwe 2017: Griselda Molemans over De vergeten krijgers

Portret Truus van Gog
Het Nederlands Film Festival is in volle gang. De Filmkrant stelt iedere dag vijf vragen aan een regisseur wiens film op het festival in première gaat. Vandaag: Griselda Molemans over De vergeten krijgers.
1. Waar gaat je film over?? Mijn documentaire De vergeten krijgers gaat over een vergeten Nederlandse bevolkingsgroep: Indo-Afrikanen, afstammelingen van Afrikaanse militairen die in de periode 1831-1872 voor het koloniale leger in voormalig Nederlands-Indië, het KNIL, geworven zijn. De geschiedenis van deze zogeheten Zwarte Hollanders wordt verteld vanuit het perspectief van Daniël Cordus, een kleinzoon van een soldaat die aan de West-Afrikaanse Goudkust geronseld is.
Cordus heeft jarenlang gestreden voor erkenning en eerherstel voor alle Indo-Afrikaanse militairen die voor ‘Koningin, volk en vaderland’ gestorven zijn. Bij geboorte bezaten de Indo-Afrikanen het Nederlands staatsburgerschap. Dat is tegelijkertijd de reden geweest waarom ze na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 gedwongen waren om naar Nederland te vertrekken: ze werden door de Indonesische regering als vijanden beschouwd.
2. Waarom wilde je hem maken?? Vanaf het moment dat ik in 2003 op deze vergeten geschiedenis stuitte, heb ik er meerdere boeken over geschreven, onder meer Dochters van de archipel en Zwarte huid, Oranje hart, waarin ik Daniël Cordus en diens echtgenote Evelien geportretteerd heb. Al die jaren heb ik lopen broeden op een scenario voor een documentaire. Pas toen Daniël Cordus me in 2013 liet weten dat hij voor het eerst sinds 60 jaar terugkeerde naar Birma, waar hij als krijgsgevangene tewerkgesteld is geweest aan de beruchte Birmaspoorweg, viel het kwartje. Ook al omdat ik gefascineerd was door het levensverhaal van Daniëls oudere broer Jan, die op het ereveld in Thanbyuzayat begraven is. Hij staat symbool voor alle vergeten Indo-Afrikanen.
3. Mijn volgende film wordt nu eens…? Niet van tevoren aangekondigd. Dat heeft alles te maken met de gevoeligheid van de materie. Ook ditmaal is er sprake van een onderwerp dat me al jaren in haar greep houdt. Duim voor me dat we net zoals bij De vergeten krijgers de eindstreep weten te halen.
4. Dit zou de Nederlandse film nodig hebben… Heb je even? Ik vind het gebrek aan etnische verscheidenheid een aanfluiting. Mijn hele leven lang zie ik Nederlandse films en documentaires voorbijkomen, maar Nederlands-Indië, Suriname en de Nederlandse Antillen spelen hier niet of nauwelijks een rol in. En als het bij hoge uitzondering wel het geval is, dan gaat het vrijwel altijd om het koloniale, dus het witte perspectief.
Waar zijn de verhalen over de mannelijke en vrouwelijke vrijheidsstrijders op Curaçao, in Suriname, op Java, de Molukken en in Atjeh? Over de minimaal 20.000 vrouwen en meisjes die in Nederlands-Indië slachtoffer van Japanse dwangprostitutie geworden zijn? Over de geheime opiumhandel? Over succesvolle Chinese familiedynastieën in Nederland?
Echt, er liggen honderden verhalen te wachten om verfilmd te worden, die de Nederlandse filmindustrie niet alleen een enorme boost kunnen geven, maar haar ook nog eens internationaal sterk op de kaart kunnen zetten. Na de Oscars voor De aanslag, Antonia en Karakter wordt het tijd dat Nederland niet louter en alleen geassocieerd wordt met het interbellum, de Duitse bezetting en het platteland.
5. Dit was een bepalend filmmoment in mijn leven… Ik heb niet één specifiek bepalend moment. Het gaat om het besef dat je in dit land tot in de eeuwigheid discussies over het gebrek aan diversiteit kunt voeren, maar daar geen centimeter mee opschiet. De oplossing is om zelf producties op touw te zetten, waarin blinde vlekken in het collectieve geheugen belicht worden.
Volgens de statistieken heeft 1 op iedere 8 Nederlanders een etnische achtergrond. Ik heb even m’n calculator erbij gepakt: dat is een potentieel publiek van 2.125.000 Nederlanders voor wie ‘diverse’ films en documentaires een verademing zullen zijn. En hopelijk ook voor alle overige Nederlanders.