Hollandse Nieuwe 2017: Edon Rizvanolli over T’padashtun

Portret Angelique van Woerkom

Het Nederlands Film Festival is in volle gang. De Filmkrant stelt iedere dag vijf vragen aan een regisseur wiens film op het festival in première gaat. Vandaag: Edon Rizvanolli over T’padashtun.

1. Waar gaat je film over? T’padashtun gaat over verlangen naar acceptatie. Acceptatie door anderen, maar ook van gebeurtenissen uit het verleden en de toekomst die misschien anders loopt dan wat we zelf in gedachten hadden. De film gaat daarnaast over hoe mensen die een traumatische gebeurtenis hebben meegemaakt worstelen met wat ze daarvan doorgeven aan hun kinderen. Ook integratie in een ander land, en hoe lastig dit is, komt terug in de film.

2. Waarom wilde je hem maken? Ik verliet mijn geboorteland Kosovo als tiener, op de vlucht voor de oorlog die zich langzaam uitbreidde in voormalig Joegoslavië. Sindsdien woonde ik in Oostenrijk, de Verenigde Staten, en nu in Nederland. Een van de dingen die ik daardoor heb ervaren is hoe het is om ‘buitenlander’ te zijn. En ook hoe het is om een buitenstaander in eigen land te worden. Leven op verschillende plaatsen betekent onder meer een constant gevecht om mezelf wel aan te passen, maar tegelijkertijd mezelf te blijven. Accepteren en geaccepteerd worden.
Ik groeide op omgeven door haat voor ‘de anderen’ die een andere taal spreken, er anders ‘uitzien’, anders denken. Dit heeft mij gevormd en de ervaringen daarmee zal ik nooit echt achter me kunnen laten. Mijn kinderen groeien op in Nederland, niet gehinderd door zulke dreigingen. Dit leidt bij mij tot een dilemma: in hoeverre moet ik hen deelgenoot maken van mijn ervaringen, hen waarschuwen dat de wereld soms wreed kan zijn. Ze zouden mij beter leren kennen, minder naïef in het leven staan, maar het zou ook hun onbevangenheid en zorgeloosheid wegnemen. Terwijl ik dit rationeel probeer te benaderen merk ik tegelijkertijd dat mijn verleden aan alle kanten doorsijpelt in de relaties met de mensen om mij heen. In de film is dit dilemma uitvergroot. Bij Zana is dat wat niet wordt uitgesproken zo groot dat het uiteindelijk niet meer genegeerd kan worden. De bom barst.
Tijdens de oorlog in Kosovo in 1999 zijn zo’n 20.000 vrouwen verkracht. De schaamte onder deze vrouwen is groot. Ze riskeren uitstoting door hun familie en omgeving als ze praten over hun ervaringen. Zana is het gezicht van die 20.000 vrouwen. Haar vader voelt zich aangetast in zijn eer en die van de hele familie door haar verkrachting. Hij heeft bovendien gefaald door haar niet te beschermen. De complexe mix van liefde, schaamte, loyaliteit en overlevingsdrang bij zowel de vrouwen als hun omgeving heb ik willen verwerken in de film.

3. Mijn volgende film wordt nu eens… Er liggen al ideeën klaar voor volgende films. Bij allen is er een connectie met mijn achtergrond, maar het is zeker niet allemaal zo dramatisch als deze film. Ik zou bijvoorbeeld graag een zwarte komedie maken. In ieder geval hoop ik te kunnen werken met een ruimer budget dan de 50.000 euro die ik voor deze film had! Het lijkt me ook geweldig om naast eigen films ook eens een serie te regisseren.

4. Dit zou de Nederlandse film nodig hebben… Ballen!!! De Nederlandse film is te voorzichtig en rationeel. Makers en producenten denken al van tevoren na of ze een film gaan maken voor het festivalcircuit of voor de commercie en in welk ‘hokje’ van het Filmfonds de film zal passen. Ik begrijp dat heel goed, want dit is hoe het systeem werkt hier, maar het komt niet ten goede aan de Nederlandse film.

5. Dit was een bepalend filmmoment in mijn leven… Toen in 1999 de oorlog in Kosovo uitbrak woonde ik in Oostenrijk. Ik volgde de oorlog dag en nacht, belde constant met familie en vrienden. In die tijd voelde ik sterk dat ik mijn eigen verhaal moest vertellen. Bovendien kwam toen The Idiots uit van Lars von Trier en dat werkte enorm drempelverlagend: de gebruikte techniek was beschikbaar voor iedereen. Tot dat moment had ik alleen geacteerd, nu kon ik zelf filmen en monteren.