Hollandse Nieuwe 2023: Steye Hallema over The Imaginary Friend

'We zijn de grammatica voor VR nog aan het uitvinden'

Steye Hallema

In de reeks Hollandse Nieuwe beantwoorden makers wier film of serie op de nieuwe editie van het Nederlands Film Festival in première gaan elk dezelfde vijf vragen.

1. Waar gaat je project over? “Mijn digitale cultuurproductie is een virtual-reality-ervaring over een nerdy en vreemde jongen van acht jaar wiens moeder niet lang geleden is overleden. Hij worstelt daar erg mee. Op een gegeven moment verzint hij jou, zijn denkbeeldige vriend, de player van de ervaring. Jij helpt hem zijn angst te overwinnen. Het werk gaat over de relatie tussen hem en zijn imaginaire vriend.”

2. Waarom wilde je dit maken? “Ik ben al langer een VR-maker en heb een grote fascinatie voor de mogelijkheid die VR biedt om de player, degene die het verhaal ondergaat en die er deel van uitmaakt, daar een plek in te geven. Dat zie je ook terug in mijn eerdere werken als The Smartphone Orchestra en daarvoor met mijn theatergroep PIPS:Lab. Ik denk dus heel graag na over welke rol ik een player, mijn lievelingsnaam voor de kijker, kan geven. Ik heb veel geëxperimenteerd met point of view storystelling. Een verhaal dat je helemaal in de eerste persoon ervaart is best cool, alleen ontbreekt het aan empathie, iets wat je met publiek in een theater of film wel kan bereiken. Toen popte in mijn hoofd op: wat gebeurt er als je de denkbeeldige vriend bent van de hoofdpersoon? Dan heb je zowel een bijzondere plek voor de player als een hoofdpersoon waar je van kunt houden.”

3. Ooit maak ik nog eens… en waarom is je droomproject nog niet gemaakt? “Als ik groot droom dan wordt mijn volgende project Ancestors. Dat is een soort The Smartphone Orchestra-ervaring, waarmee je verhalen kon vertellen met behulp van alle telefoons van het publiek. In het Ancestors-stuk maak je bij binnenkomst een selfie. De foto wordt geüpload in het systeem. Vervolgens krijg je een foto toegestuurd via je telefoon en moet je degene op de foto terugvinden in het publiek. Als je elkaar gevonden hebt, komt er weer een nieuwe foto binnen. Dat is een foto van je gezamenlijke kind, gecreëerd door middel van face merge. Met de andere persoon ga je het gesprek aan over de naamgeving van het kind en het werk dat je kind in de toekomst gaat doen. We gaan vijf of zes generaties de toekomst in totdat het publiek één grote familie is geworden.
“Dit stuk kan hopelijk een bijzondere onderlinge band scheppen in het publiek. Zo’n hypothetische familie is belangrijk om te hebben in de huidige maatschappij. Daar ligt ook een rol voor kunstenaars, om verbinding te bevorderen. Een voorbeeld van Ancestors is al gemaakt. Het publiek reageerde daar heel enthousiast op. Wat is dan het probleem, zou je zeggen. Het probleem is dat niemand dit soort werk maakt, wat lastig ligt bij fondsen omdat niemand begrijpt wat wij doen. Dat roept frustraties op, want we winnen prijzen met The Smartphone Orchestra maar kunnen dit project vervolgens niet maken. Het is misschien voor veel mensen nog een brug te ver.”

4. Waaraan ontbreekt het in de Nederlandse beeldcultuur? “Als digital storyteller, voormalig filmmaker, denk ik dat er een gebrek is aan echt goede infrastructuur zoals het aanvragen bij fondsen. Dat komt omdat er geen templates zijn. Bij The Smartphone Orchestra is het moeilijk om door te pakken omdat er geen ondersteunende subsidies zijn om het project net een stap hoger te krijgen. We zitten dicht bij een verdienmodel. Zo’n show kunnen we over de hele wereld spelen, maar dan moet er wel ergens geld zijn om een marketing- of salesstap te maken. Dat wordt helemaal niet begrepen of ondersteund. Ik mis dat bewezen kwaliteit erkend wordt en dat dat adequaat wordt ondersteund zodat een project echt kan gaan vliegen. Nederland is een heel klein landje en heeft een kleine markt. Om het echt te laten werken, moeten we de wereld veroveren. Dan kun je niet alleen, dat is te moeilijk.”

5. Wat was een bepalend film- of beeldmoment in je leven? “Ik heb zo veel mooie films gezien maar de VR-ervaring die ik heel mooi vond is The Key van Celine Tricart, die in 2019 de VR-prijs won op het filmfestival van Venetië. Daarin wordt interactie heel goed dramatisch gebruikt. Ik was daar een player en had drie balletjes die mijn vrienden voorstelden. Totdat er een monster kwam die de balletjes aanviel terwijl ik ze niet met mijn twee handen kon beschermen. Op een gegeven moment raakte mij dat heel erg, het was zo goed gedaan. De volgende stap in VR is dan ook dat je door een handeling dramatisch geraakt wordt. Dat onderscheidt VR of XR van film. Film is een waanzinnige kunstvorm die uitgekristalliseerd is. Iedereen snapt film door de vele filmregels die de afgelopen honderd jaar door briljante mensen zijn uitgevonden. Die regels zijn we voor VR nu nog aan het uitvinden. The Key was echt zo’n moment van: Aha, dit is het. Dit is wat werkt.”


The Imaginary Friend is op het Nederlands Film Festival in Utrecht te zien als onderdeel van Storyspace, een digitale cultuur-expositie in Bibliotheek Neude. Het werk is dit najaar ook te zien op Cinekid.