Hollandse Nieuwe 2022: Robert-Jonathan Koeyers over It’s Nice in Here

Robert-Jonathan Koeyers

In de reeks Hollandse Nieuwe beantwoorden makers wier films op de nieuwe editie van het Nederlands Film Festival in première gaan elk dezelfde vijf vragen.

1. Waar gaat je film over? “In It’s Nice in Here schetsen we een fragmentarisch portret van een gevoelige jongen genaamd Crimson. We volgen hem en zijn beste vriend Imani terwijl ze op weg zijn naar een buurtwinkel. Wanneer een overwerkte politieagent een telefoontje krijgt over een potentieel gevaarlijke ruzie waar de twee jongeren bij betrokken zouden kunnen zijn, haast hij zich naar de plaats delict met zijn vuurwapen gereed. De twee contrasterende versies van hetzelfde verhaal zijn tegenover elkaar gezet, waardoor we er voortdurend aan worden herinnerd dat we aan het zwemmen zijn in een zee van onzekerheid. In deze geconstrueerde realiteit moeten we onze eigen vooroordelen onder ogen zien om een versie van het verhaal te vinden waar we het meest comfortabel mee zijn.”

2. Waarom wilde je deze film maken? “In 2016 werd ik geconfronteerd met een video van een vrouw die aan het live-streamen was terwijl haar partner langzaam aan het doodbloeden was in de bestuurdersstoel naast haar. De paniek in haar stem en haar gebeden werden sporadisch onderbroken door de agent die op de achtergrond tegen zichzelf aan het vloeken was. Het voelde alsof zich, in een paar seconden, twee totaal verschillende verhalen tegelijk aan het afspeelden. Dit werd de basis van It’s Nice in Here, waarin ik wilde onderzoeken hoe verhalen rondom politiegeweld worden verteld, vergeten, en soms een volledig nieuwe vorm krijgen. Ik wilde voorbij het uniform en de façade van de personages kijken om schoonheid, zachtheid en subtiele nuances te vinden op plekken waarvan we vaak denken dat het niet meer bestaat.”

3. Mijn volgende film wordt nu eens… “Na meer dan drie jaar te hebben gewerkt aan een film over trauma, dood en geweld, voel ik me momenteel aangetrokken, en enigszins genoodzaakt, om een luchtigere film te maken waarin het leven van Zwarte mensen niet op het spel staat. It’s Nice in Here is een film over pijn, die ik heb gemaakt omdat ik een open wond had. Het ziet ernaar uit dat mijn volgende film al een stuk meer focus heeft op vreugde en rust, nu ik het gevoel heb dat mijn pijnplekken aan het helen zijn. Ik loop al een tijdje rond met beelden in mijn hoofd van een Zwarte familie, een kalmerend en idyllisch landschap, en een tienermeisje dat zichzelf probeert te vinden. Maar eerst wil ik weer wat ervaringen en inspiratie opdoen en me bewust zijn van de dingen die ik in me opneem voordat ik deze fictieve wereld induik.”

4. Wat heeft de Nederlandse film nodig? “Het Nederlandse filmlandschap zou beter kunnen zijn in het creëren van ruimte en mogelijkheden voor makers met ondervertegenwoordigde verhalen. Dit geldt overigens voor de hele pijplijn, van de toelatingsprocedure bij filmacademies en kunstinstellingen tot fondsen en festivals. Het is onze plicht om de jonge filmmakers van morgen te laten zien dat er ruimte voor hen is. Dat gebeurt helaas nog te weinig. Ik wil meer intersectionaliteit zien, niet alleen vóór en achter de camera, maar ook in beleidsfuncties en op sleutelposities, zodat gemarginaliseerde filmmakers zich kunnen concentreren op het vertellen van hun verhalen, in plaats van herhaaldelijk te moeten uitleggen of rechtvaardigen waarom hun verhalen ertoe doen.”

5. Wat was een bepalend filmmoment in je leven? “Ik heb veel belangrijke filmmomenten in mijn leven gehad. De eerste keer dat ik een film van Mike Mills zag en ik anders begon na te denken over beeldtaal, of toen ik The Tree of Life van Terence Malick bekeek en ik een nieuwe waardering voor montage kreeg. Maar toen ik Zwarte filmmakers als Arthur Jafa, Kahlil Joseph, Terence Nance en Jenn Nkiru ontdekte, voelde ik me op een andere manier geïnspireerd. Allen hebben ze mij nieuwe manieren en inzichten gegeven om naar het Zwarte lichaam, en in het verlengde daarvan ook naar mijzelf te kijken. Hun films hebben me ertoe aangezet om me te focussen op mijn culturele identiteit en Blackness, en hebben me doen beseffen dat het bewust creëren van beelden en het vertellen van onze authentieke verhalen en geleefde ervaringen niet alleen een politieke daad is, maar een manier van overleven.”