Hollandse Nieuwe 2019: Hjalmar Tim Ilmer en Job Tichelman over Mevrouw Faber

'Er mag wel wat meer geëxperimenteerd worden'

Hjalmar Ilmer en Job Tichelman. Foto Angelique van Woerkom

In de reeks Hollandse Nieuwe komen negen makers aan het woord wier films op de 39ste editie van het Nederlands Film Festival in première gaan. Hjalmar Tim Ilmer en Job Tichelman debuteren dit jaar met de korte documentaire Mevrouw Faber, over de Friese trucker Harm die Harriette wil worden. “De LHBT-acceptatie is op het Friese platteland en onder vrachtwagenchauffeurs verrassend goed gesteld.”

Waar gaat jullie film over? Hjalmar Tim Ilmer (HI) en Job Tichelman (JT): “Siepie is mid-vijftig en trouwde begin jaren tachtig met de stoere trucker Harm. Zes jaar geleden vertelde Harm haar dat hij vrouw wilde worden en voortaan Harriette zou heten. In onze documentaire Mevrouw Faber laten we zien hoe Harriette vastberaden toeleeft naar haar geslachtsveranderende operatie en wat dit betekent voor haar huwelijk en de band met haar bejaarde ouders en zus Maaike. Ze gunnen Harriette haar geluk, maar hebben ook moeite met het verlies van hun zoon en broer. Verder vertelt Mevrouw Faber hoe Harriette zich staande houdt op de autocross en tussen vrachtwagenchauffeurs, twee echte mannenwerelden. Dit levert een even aangrijpende als lichtvoetige film op, die grotendeels wordt gedragen door Harriettes vasthoudendheid, humor en noordelijke nuchterheid.”

Waarom wilde jullie deze film maken? JT: “Toen ik Harriette in 2015 ontmoette, dacht ik gelijk: dit is een geboren filmpersonage. Haar verhaal is bijzonder en ik vond haar ontwapenend, grappig en kleurrijk.”
HI: “Toen Job mij kort daarop aan Harriette voorstelde, dacht ik er hetzelfde over. Harriette is een uniek iemand. Ze is heel actief in het dorp waar ze leeft en met haar humor dwingt ze op een vanzelfsprekende manier de acceptatie van haar omgeving af. Ik vind het belangrijk dat iedereen mag leven zoals hij of zij wenst. LHBT’ers worden nog niet overal geaccepteerd. Toen we Harriette en Siepie gingen volgen, kwamen we erachter dat het met de LHBT-acceptatie op het Friese platteland en onder vrachtwagenchauffeurs juist verrassend goed gesteld is. Dat moet verteld worden.”
JT: “Verder zie ik Mevrouw Faber in het groeiende aanbod van tv-programma’s en films over transgenders als een welkome aanvulling. Harriette en Siepie zijn de 55 gepasseerd en wonen in een klein Fries dorpje, terwijl de meeste transgenders op tv in de twintig of dertig zijn en in een grote stad wonen. Dit levert totaal andere scènes en gesprekken op. Verfrissend, vinden wij.”

Mijn volgende film wordt nu eens… HI: “Een documentaire over Bernd (48), een ex-junk die zijn heroïneverslaving overwon door sjamaan te worden. Hij experimenteert met hallucinogenen en spreekt naar eigen zeggen met ‘spirits’ in de ‘tussenwereld’. Met de inzichten die hij opdeed wil hij het geestelijke welzijn van ‘de mensheid’ upgraden. Bernd conformeert zich niet aan de ongeschreven wetten van de maatschappij. Hij leidt san pedro-ceremonies en ontwikkelt een nieuw hallucinerend medicijn. Daarbij begeeft hij zich op de rand van wat toelaatbaar is. De film gaat deels over de onderwereld, deels over Bernds leven. Na elf bijna-doodervaringen en een verwaarloosde hepatitis-C-infectie, geërfd van zijn overleden heroïnemaatje, is zijn familie vooral bezorgd om Bernd. Zullen zijn experimenten hem binnenkort fataal worden? Of slaagt hij erin een middel te brouwen dat mensen geestelijk verder kan helpen?”
JT: “Momenteel schrijf ik een scenario voor een jeugdfilm over een talentvol voetballertje van elf dat in een rolstoel belandt en zichzelf dan opnieuw moet uitvinden. Wat gaat hij doen, nu zijn droom om in een vol stadion te spelen uiteen is gespat? En hoe kan hij bevriend blijven met zijn beste vriendje, met wie hij altijd voetbalde? Ik ontwikkel het script samen met Rinkel Film en regisseur Camiel Schouwenaar. Het is fictie, met elementen uit mijn eigen jeugd.”

Wat heeft de Nederlandse film nodig? HI: “Lef. De wereld verandert in razend tempo. Er mag meer geëxperimenteerd worden. Iedereen heeft een camera tot zijn beschikking. Daar maken we nog te weinig gebruik van. Door personages in documentaires ook te laten filmen, kunnen we minder gepolijste en authentiekere films maken.”
JT: “Een zwarte komedie zoals Adam’s Apples (2005), van de Deense regisseur Anders Thomas Jensen, is nog nooit gemaakt in Nederland. Ik zou er gelijk heen gaan.”

Herinner je je een bepalend filmmoment in je leven? HI: “Toen ik in 2002 in de Aldi mijn eerste digitale videocamera kocht. Ik maakte er mijn toelatingsfilm voor de Filmacademie mee en passeerde daarmee de onzichtbare grens tussen kijker en maker.”
JT: “In 2012 schreef ik een kort verhaal. Ineens realiseerde ik me dat het eigenlijk een film was. Ik las boeken over scenarioschrijven en begon aan mijn eerste filmscript.”


Mevrouw Faber gaat op 28 september in première op het Nederlands Film Festival.