Het hele najaar: Hollandse nieuwe 2008 (2)

Negen regisseurs met een première op het Nederlands Film Festival kregen de volgende vragen voorgelegd: 1 Waar gaat je film eigenlijk over? 2 Waarom moest deze film gemaakt worden? 3 Mijn volgende film wordt nu eindelijk eens… 4 Als ik de baas was van het Filmfonds dan… 5 Dit wil ik nooit meer zien in een Nederlandse film:


BLOODY MONDAYS & STRAWBERRY PIES
Coco Schrijber
1 Dit is de verschrikkelijkste vraag die je gesteld kan worden en je weet: hij komt altijd. Veel mensen willen films zien die ze begrijpen, die bekend voorkomen, ontroeren. Is het niet meteen duidelijk wat de film je wil vertellen, dan gaan de hakken in het zand. Automatische weerstand. Dan is het jouw taak als maker die weerstand te doorbreken en alles in te zetten om de kijker mee te slepen. Ik heb geprobeerd een film te maken die voortstuwt en je gedachten een bepaalde richting induwt. Maar ik denk dat iemand van 25 een andere film ziet dan iemand van 55. Betekenis is een ongrijpbaar iets.
2 Nietsdoen is verdacht geworden. Als ik kijk naar mijn vrienden en kennissen dan zie ik dat wij in de snelheid van het bestaan vergeten dat we de vrijheid hebben om je leven te leven zoals je zelf wilt. Als je even niet oplet, denk je dat je samenvalt met je baan, met een vastgeroeste denkwijze of met het leventje zoals je dat toevallig leidt. “Als de dingen te snel gaan, kun je van niets zeker zijn, zelfs niet van jezelf”, zegt Milan Kundera. Mijn vrienden weten dat natuurlijk ook wel, maar weten is iets anders dan ervaren. Een film is een ervaring (mits goed gemaakt) en kan misschien een eyeopener zijn.
3 …niet gemaakt. Telkens vormt zich weer een vaag idee in mijn hoofd dat misschien door drie jaar geobsedeerd te werken aan dat abstracte gegeven, en veel geluk, een bijzondere film kan worden. Maar de tegenpartij in mij schreeuwt dan: ‘Begin er niet aan, veel te moeilijk! Bovendien wil je ook nog directeur van een dierentuin worden, restaurateur en tolk Italiaans. Maar die tegenpartij krijgt steeds minder stemmen en al gauw wordt hij opgeheven wegens gebrek aan bewijs. Dan moet die film gemaakt worden, je komt er gewoon niet onder uit. Anders was ik allang directeur van Artis. Of autocoureur. Lijstenmaker. Etc.
4 …was ik diep ongelukkig. Om mezelf op te vrolijken zou ik naar de film gaan. En als ik er dan niet koud of warm van werd, dan zou ik mijn kansen op de banenmarkt eens serieus gaan verkennen.
5 De fantasieloze, kartonnen decoupage shot-tegenshot-ik-heb-geen-verbeeldingskracht, die veel Nederlandse films zo eigen is. Alsof er nooit een Antonioni heeft bestaan. Alsof ze nog nooit een film hebben gezien van Scorsese of Claire Denis. Of een film gedraaid door Éric Gauthier of Agnès Godard.


TAXANDRIA
Mark Weistra
1 Het hoofdthema van taxandria is schuld. De plot toont de strijd van de hoofdpersoon met zijn schuldgevoel, die hem tot waanzin drijft. Voor mijn eerste film zocht ik een onderwerp dat zich leent om zowel op visueel, auditief als structureel vlak uit te pakken: een film die speelt met interessante filmische elementen, zoals tijd en subjectiviteit.
2 Omdat ik hem moest maken! Vorig jaar werd duidelijk dat het project waaraan we jaren hadden gewerkt (nog) niet door kon gaan — de surrealistische thriller weekend. De producent Trent en ik besloten met cast en crew toch iets te gaan maken. Er was geen verhaal, wel een groep acteurs, een crew en een geweldige locatie. De film kwam vooral voort uit de persoonlijke noodzaak een film te maken, meer dan om inhoudelijke of stijltechnische reden.
3 Er liggen bij mij thuis meerdere scripts klaar: twee horrorfilms, een thriller en een kinderavonturenfilm. Momenteel ben ik ook bezig met het schrijven van twee andere projecten, beide genrefilms. En genrefilms zijn niets meer dan films die een bepaald soort verhaal vertellen. Ik wil me hierbij dan ook meteen distantiëren van het idee dat deze projecten daardoor Amerikaans zouden zijn of ’truttige Hollywoodklonen’. Ook ben ik met enkele acteurs van taxandria bezig om een geschikt theaterstuk te vinden om te verfilmen. Na de ervaring van mijn eerste film wil ik maar één ding: meer films maken.
4 …zou ik vooral het gigantisch brede gebied stimuleren van films die zich tússen de persoonlijke arthousefilms en strikt commerciële projecten begeven. In dit Nederlandse niemandsland liggen juist mijn favoriete films, en als jarenlange medewerker in een videotheek merk ik dat dit bij veel mensen ook zo is. Verder zou ik het geld veel meer spreiden. In plaats van een paar projecten enkele miljoenen geven, zou ik meer vertrouwen op de creativiteit en passie van filmmakers om voor weinig veel te kunnen doen. Zo kunnen veel meer projecten gemaakt worden, kan het traject ook sneller zijn, en krijg je hopelijk wat gewaagdere projecten en meer verscheidenheid.
5 Ik vind dat filmmakers juist alles mogen laten zien en maken wat zij willen en zich niet te veel moeten laten sturen door anderen. Als groot filmliefhebber hoop ik dat er veel meer gemaakt gaat worden in Nederland, dat er een breder begrip en waardering komt voor álle soorten, stijlen en genres binnen film. Film is een prachtig medium; hoe meer variatie, hoe beter!


HET ECHTE LEVEN
Robert Jan Westdijk
1 het echte leven gaat over liefde, jaloezie en onzekerheid. Op zich niks bijzonders dus. Wat het speciaal maakt is dat het in een totaal nieuwe vorm wordt verteld. Je kijkt namelijk naar een film waarvan je weet dat die door de jonge regisseur Martin is gemaakt, maar het verhaal gaat eigenlijk over wat hij en zijn vriendin Simone buiten de film om meemaken. Dat krijg je echter nooit rechtstreeks te zien; je moet het afleiden uit datgene wat je in hun film ziet. Er is dus niet zozeer sprake van een film in een film, maar eerder van een film buíten de film. Flarden van hun echte leven, verstopt in de fictie van hun speelfilm.
2 Ik kon niet anders. De film kreeg ik niet uit mijn systeem, hopelijk nu hij af is wel. Ik heb een intern gevecht moeten voeren om deze film te maken, en het geeft een enorme kick dat hij nu af is, veel voldoening ook, omdat ik denk dat datgene wat ik zocht met die vertelmethode ook gelukt is.
3 Ik maak al wat ik wil. Elke film is een langgekoesterde droom en ik hoop er nog lang mee door te kunnen gaan. Het enige wat ik wil is dat mijn volgende film eindelijk eens wat sneller tot stand komt. Daar zal ik dan wel sneller voor moeten leren schrijven.
4 …zou ik iemand anders zijn, in ieder geval niet diegene die ik nu ben. Want ik ga niet bepalen wat andere makers wel of niet mogen maken. Ik begrijp de noodzaak tot bureaucratische regels maar die kunnen fnuikend zijn voor de creativiteit. Zo is het mij bijvoorbeeld nooit gelukt een sluitend treatment of synopsis te schrijven voor het echte leven. Ik heb overigens niets te klagen, ik trek me gewoonweg niet zoveel van fondsen en beleid aan. Dat komt waarschijnlijk omdat ik een tik van de molen heb gekregen tijdens het maken van zusje, die zonder fondsgeld tot stand is gekomen. Daarom denk ik dat ik mijn films altijd nog anders kan financieren — waarschijnlijk een illusie maar het geeft me wel het idee dat het fonds mijn leven niet bepaalt.
5 Ook hier geldt: ik ga niet voorschrijven wat andere filmmakers moeten doen of laten. Wat ik wel wens is meer speelsheid, eigenheid en levenslust in Nederlandse films, een eigen geluid zoals Eddy Terstall al jaren laat horen.


HET ZUSJE VAN KATIA
Mijke de Jong
1 De film gaat voor mij over eenzaamheid en onvoorwaardelijke liefde. Het zusje van Katia is een dertienjarig Russisch meisje dat opgroeit in Amsterdam-Noord samen met haar moeder, haar oma en haar mooie zusje Katia. De film volgt haar anderhalf uur op de huid. Terwijl ze is. Tevreden met het leven zoals het zich aandient. En intens lief voor haar moeder, haar zusje en haar oma. Maar die kunnen niets met deze simpele onvoorwaardelijke liefde. Het gezin dreigt langzaam te ontsporen.
2 Een speelfilm maken kost enorm veel geld, bloed, zweet en tranen dus het moet wel echt moeten. Het gaat bij mij vaak in fases. Een film dringt zich op. In dit geval was het Jan Eilander die zei na het boek te hebben gelezen: “Dit wordt onze nieuwe film.” En dat werd het. Geschreven door Jan Eilander en Jolein Laarman Omdat de hoofdpersoon ons onmiddellijk ontroerde. Omdat het een mooie kans was om op een impliciete manier het leven van een immigrantengezin in een grote stad te schetsen. Omdat het zo prachtig eenzaam kon worden. Omdat het mij de mogelijkheid gaf om nog implicieter en strenger te vertellen. Zowel in beeld als in geluid.
3 Mijn volgende film wordt de derde in de reeks ‘gevoelige meisjes op de grens van volwassen worden.’ Maar met in de hoofdrol een meisje met een ogenschijnlijk tegenovergesteld karakter. Waar ‘het zusje’ een niet-handelend, bijna geïmplodeerd personage is, is Joy (hoofdpersoon in onze nieuwe film geschreven door Helena van der Meulen) expressief, dramatisch en grenzeloos. En om op het ‘eindelijk’ in te gaan: alhoewel ik denk dat dit voorlopig de laatste film is over gewonde meisjes en dat we hierna wellicht de lichtere kant van het leven opzoeken, zou ik mijn hele leven wel portretten kunnen maken over meisjes in die leeftijd. Waarschijnlijk omdat het een periode in het leven is waarin er zoveel gebeurt dat eigenlijk universeel is en dat ik de moeite van het verbeelden waard vind.
4 Als ik de baas was van het Filmfonds dan zou ik zo snel mogelijk op zoek gaan naar iemand die dat veel beter kan dan ik.
5 Ook wat ik nooit meer wil zien vind ik in principe toch altijd grappig om naar te kijken. Al was het alleen maar omdat ik altijd benieuwd ben hoe mijn collega’s onverfilmbare momenten toch proberen vast te leggen. Op het moment dat de essentie van het leven te letterlijk in beeld wordt gebracht haak ik vaak af. Bovenaan de lijst met ‘moeilijk, niet te filmen en bijna nooit goed gedaan momenten’ staan de begrafenissen met als goede tweede bevallingen c.q. aanverwante gesprekken met medisch personeel.


CALIMUCHO
Eugenie Jansen
1 Over dilemma’s die niet op te lossen zijn. Over keuzes die je de door omstandigheden gedwongen wordt om te maken. Ook al weet je dat welke keuze je ook maakt, het een verkeerde zal zijn.
2 We zijn lang bezig geweest met de ontwikkeling van de film. En al die tijd groeien de personages mee. Personages krijgen zelfs een verleden omdat ze in een vorige scenarioversie iets deden, wat ze in een volgende versie niet meer doen. Maar dat blijft toch ergens hangen, en op de een of andere rare manier ga je je aan hen hechten. Ik leerde ook steeds meer mensen kennen die een rol in de film zouden kunnen gaan spelen. Hoe langer het duurde, hoe meer we ons vastbeten, en hoe vasthoudender we werden om de film gerealiseerd te krijgen. Ik bewonder producent Stienette Bosklopper dat ze voor het project is blijven vechten. En uiteindelijk is het dus gelukt!
3 Eén waarin de mensen vrolijk dansend en zorgeloos zingend door het leven gaan.
4 …zou ik als de wiedeweerga een andere baan gaan zoeken. Maar als producent Stienette Bosklopper deze vraag zou mogen beantwoorden dan zou ze zeggen…”dat het Fonds na het kortstondige elan onder ‘De Filmbrief’ zich duidelijker voor de auteursfilm moet uitspreken door een fors deel van het budget voor de artistieke film te alloceren. Zodat er elke zes weken een stevige Nederlandse arthousefilm in de theaters staat. En calimucho bij de uitbreng niet moederziel alleen in het concurrentiegeweld staat samen met het zusje van katia van Mijke de Jong en el olvido van Heddy Honigmann.”
5 Ik merk dat het soms lastig is om fictieschrijvers achter hun schrijftafel vandaan te krijgen. Het verbaast me dat wat in het documentairegenre zo normaal is: je laten inspireren door research, dat dat binnen de speelfilm helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Dat snap ik niet zo goed want wat is er mooier dan je laten inspireren door situaties ter plekke, door mensen en hun verhalen? Ik ben ervan overtuigd dat hoe vaker dat gebeurt, hoe minder karikaturen de Nederlandse speelfilms zullen bevolken.


DE MULTI CULTI STORY
Joost Ranzijn
1 de multi culti story is een filmmusical over twee rivaliserende meidenbendes in Utrecht. De racistische Whites verzieken de buurt met pesterijen en straatterreur. De radicale allochtone Multies dagen ze uit. De bendeoorlog loopt noodlottig uit de hand als blanke Jenny verliefd wordt op Mohammed.
2 Nederland is een truttenbollenland. De middelmaat en compromissen regeren. Politiek zonder fantasie maakt de sociale cultuur armoedig; ons land verrechtst en radicaliseert. Ik wilde met deze film het geluid van de straat en de constructieve identiteit van de jongeren een stem geven. de multi culti story is de vierde ‘samenspelfilm’ die ik maakte voor de gemeenten Maastricht, Lelystad, Arnhem en Utrecht. ‘Samenspelfilms’ zijn films die ik met allochtone en autochtone jongeren maakte. Het project startte klein en idealistisch. Ik kon tal van sociale en culturele fondsen interesseren. En het stelt me in staat om elk jaar onafhankelijke, redelijk kwalitatieve en eigenzinnige films te maken. Ik was niet meer afhankelijk van het ja of nee van het Filmfonds, televisieomroepen etc. In 2007 maakte ik een filmdrieluik met ‘ontspoorde’ jongeren in de probleemwijk Klarendal (Arnhem), waar in korte tijd 158 straatroven waren gepleegd. Na hun gevangenisstraf werkte een aantal mee aan de authentieke (waargebeurde) speelfilm doekoes & jonko. de multi culti story is de meest professionele film die ik in de reeks gemaakt heb, qua budget en intentie. Maar het is en blijft een no-budget film. 150.000 euro is natuurlijk geen professioneel budget voor een speelfilm van 85 minuten. Maar het is wel een film waarin ik de dialoog met de maatschappij aan ga. En dat smaakt naar meer.
3 Ik wil dat mijn volgende film wat makkelijker wordt gefinancierd. Ik verbaas me erover dat er zo weinig geëngageerde of baanbrekende films door het Filmfonds gesteund worden. Ik hoop dat ze mij een prachtig aanbod doen. Maar ja, hoe naïef wil je zijn…
4 Mijn zoon van 14 jaar stelt voor om het Filmfonds af te schaffen. Hij heeft meegemaakt dat twee jaar werk door het Filmfonds werd afgekeurd. Ik troostte hem dat dit ook andere en gerenommeerde collega’s overkwam. Ik vertelde hem over benepen dramaturgen, verzuurde commissies, commerciële kleinburgerlijkheid, dat zowel overheid als omroepen een armoedig filmklimaat veroorzaken. Als ik de baas van het Filmfonds zou zijn dan zou ik de diepgewortelde ‘kruidenierige’ cultuur veranderen.
5 Dure gesubsidieerde flops en domme namaak seks.


HET WAPEN VAN GELDROP
Thijs Römer
1 het wapen van geldrop gaat over drie verwarde mensen — een geflipte huisvrouw, een suïcidaal meisje en een ontsnapte TBS’er — die ogenschijnlijk toevallig in één auto belanden en zeven dagen het land doorkruisen, om te eindigen in de stad Geldrop. Hun reis is allesbehalve groots en meeslepend, net als hun eindbestemming. Het enige wat ze elkaar te bieden hebben is een beetje verlichting — heel vrolijk — omdat ze niet de behoefte voelen elkaars gedrag en verleden te beoordelen. Ze praten er niet eens over, het maakt niet uit. Ze zijn even in elkaars leven, hebben het fijn en laten elkaar dan weer los. Zo simpel is het, soms.
2 Daar ligt geen allesverterende noodzaak aan ten grondslag. Niet zoals de vraag impliceert tenminste. Geen grootse maatschappelijke onderwerpen, geen politieke uitspraken, geen romantiek, geen geweld, zelfs geen seks. Ik hoop dat het publiek de film nog wel als film herkent, straks in de bioscoop. Afijn. Ik wilde de film maken omdat het een bijzonder, niet alledaags verhaal is, waar je als publiek je eigen betekenis aan kan geven. In de film bewandelen de personages niet het geijkte psychologische pad; ze voelen niet de behoefte om in zichzelf en de ander te gaan graven, met als doel er als een ‘beter mens’ uit te komen. Ik vind dat vaak opgeklopte filmromantiek, het geeft een totaal belachelijk beeld van het leven. Ik vind het wapen van geldrop wat dat betreft absoluut een hele realistische film.
3 Nou, eindelijk, eindelijk… Ik ben al lang blij als mijn eerste film straks af is. Ik zou graag een film over een groots maatschappelijk onderwerp maken, met een ferme politieke boodschap, snoeihard geweld en dito seks. Maar ja… Ik hoop daar ooit uit te komen, bij een dergelijke productie. Al weet ik dat het moeilijk is, iets maken waar het merendeel van het Nederlands publiek op zit te wachten. “Een goede Nederlandse film is nog geen garantie voor lege zalen” heeft een vriend van mij een keer gezegd. Een hoopvolle gedachte.
4 …zou het subsidiegeld alleen nog maar gaan naar producenten zonder winstoogmerk, zoals dat in het theater al decennia lang het geval is. Zodat elke euro ook daadwerkelijk aan de film wordt besteed, en niet in het tweede, derde en vierde huis van de producent. Er zou op die manier veel meer ruimte komen komt voor talentontwikkeling en risicodragende producties, omdat er simpelweg meer producties gemaakt kunnen worden en de ontwikkeling van de ene productie niet afhankelijk is van het (commerciële) succes van zijn voorganger. Als we ooit internationaal willen meetellen (een groot streven van minister Plasterk), moeten we vandaag nog het hele stelsel omgooien en hervormen naar het subsidiestelsel zoals dat wordt gebruikt bij het theater. Anders gebeurt het nooit, niet op deze manier.
5 Er is niets dat ik niet meer wil zien in een Nederlandse film, integendeel. Ik wil juist heel graag meer zien in Nederlandse films, in veel meer en veel meer diverse Nederlandse films! Je kan het zo gek niet bedenken. Gebruik je fantasie en ga los, zou ik zeggen. Laten we met z’n allen het risico nemen gigantisch te mislukken, alleen dan bestaat de kans dat we ook een keer — als is het maar een paar minuten, één scène lang — onvergetelijk zullen zijn. Voorwaarts!


THAT’S LIFE
Sander Veeneman
1 Mijn eerste (solo)documentaire gaat over mijn speurtocht naar een drietal kinderen, die ik ooit ergens op deze planeet, soms wel meer dan tien jaar geleden, heb gefotografeerd. Alle drie hadden gemeen dat ze een strijd voerden om te overleven en dat ze mij ooit kortstondig hebben ontmoet. Zouden ze nog leven en zou ik in staat zijn ze ooit nog te traceren? De lange en meeslepende zoektocht naar hen loopt dwars door het ondoordringbare Zuid-Amerikaanse oerwoud tot in de snikhete Afrikaanse binnenlanden.
2 Deze film moest gemaakt worden om de heel eenvoudige reden dat ik zelf ongelofelijk benieuwd was hoe het met deze kinderen zou gaan. Leefden ze sowieso nog en zou ik, als ik in staat zou zijn hen te vinden en te filmen, niet een uniek en aangrijpend inzicht kunnen geven in hoe het is om te leven in armoede? Ik had ‘geen schijn van kans’ (quote van redactie ‘Spoorloos’), het budget was nog volstrekt ontoereikend: dus gingen mijn producent Leonie van Hoëvell en ik meteen op pad…
3 …een speelfilm! Ik heb al concrete plannen, dus die film gaat er zeker wel komen… De enige vraag is dus ‘wanneer?’
4 …doodongelukkig worden maar hopen op een spoedige maar schitterende afvloeiingsregeling.
5 Ik ben de laatste die anderen vertelt wat wel en wat niet mag (maar als ik dan toch de kans krijg: er zou terstond een verbod moeten komen op meer dan 12 BN’ers per film).


LINOLEUM
Marcel Visbeen
1 linoleum gaat over twee broers die met hun vrouwen samenkomen in het ouderlijk huis nadat hun vader is overleden. Ze moeten met z’n vieren de uitvaart en de erfenis regelen en daarbij komt nogal wat oud zeer naar boven. Eerlijkheid blijkt dan niet altijd een deugd te zijn. Soms is het beter om dingen voor jezelf te houden, zeker als het om grootheden als liefde en schuld gaat.
2 Samen met de acteurs, de schrijfster en de cameraman maakte ik vier jaar geleden de tv film verdwaald in de eerste reeks One Night Stand. Die samenwerking beviel ons zo goed dat we weer samen iets wilden maken. linoleum was meteen een goede gelegenheid om af te rekenen met onze frustratie dat er bij het produceren van film en televisie zo weinig tijd is om met acteurs te werken en samen geloofwaardige, gelaagde personages te ontwikkelen. Terwijl dat volgens mij toch een vereiste is voor een goede film. Als de personages niet boeiend en geloofwaardig zijn kun je nog zulke mooie locaties hebben of prachtig camerawerk, maar dan zul je de kijker nooit echt raken. Door de productie geheel in eigen hand te houden konden we de tijd nemen om het scenario samen met de acteurs te ontwikkelen en de andere artistieke keuzes daarop aan te passen.
3 …een kinderfilm. Ik ben er zelf verrast door, maar je kunt ook best op latere leeftijd aan kinderen beginnen. Het is een film over Fatima, een Marokkaans meisje dat een Mariaverschijning krijgt. Of anders misschien eindelijk de voorzitter, een verfilming van Gipharts zwart-komische novelle over een corrupte voetbalvoorzitter. Maar het zal dus wel weer iets anders worden.
4 …zou ik het subsidiesysteem eens helemaal omdraaien. De makers centraal stellen, want daar moeten toch de originele ideeën vandaan komen. Ik zou de filmplannen van schrijvers en regisseurs laten beoordelen op inhoud en kwaliteit en het geld aan het project koppelen. Vervolgens mogen de producenten pitchen bij de makers, zodat elk project de producent krijgt die er het best bij past.
5 In principe goede ideeën die om zeep zijn geholpen door het typische Hollandse polderfilmmodel; een slappe poging om coproducenten, fondsen, omroepen, distributeurs en alle mogelijke doelgroepen tegelijk te vriend te houden. O, en acteurs die leuk doen in plaats van leuk zijn, maar dat geld voor alle films, niet alleen de Nederlandse.

 


Foto’s: Robert Jan Westdijk, Mijke de Jong, Eugenie Jansen, Joost Ranzijn en Thijs Römer door Angelique van Woerkom. Coco Schrijber, Mark Weistra, Sander Veeneman, Marcel Visbeen: eigen beeld.