Hannah van Tassel over Un chanteur invisible

‘De wind is een viriliteit’

Un chanteur invisible

De hele zomer interviewt de Filmkrant vers afgestudeerd filmtalent. De wind is een onzichtbare zanger in de poëtische documentaire Un chanteur invisible van NFTA-afstudeerder Hannah van Tassel: “Soms zaten mensen ons echt uit te lachen dat we een film over de wind wilden maken.”

De wind kun je voelen en horen, maar niet zien. Hoe leg je dat dan toch vast op film? Hannah van Tassel, lichting 2019 van de Nederlandse Film en Televisie Academie, raakte op vakantie in de Provence gefascineerd door de mistral en besloot om te proberen in haar afstudeerfilm het onzichtbare tastbaar te maken. En misschien moet je daar wel “een klein beetje gek voor zijn”, vertelde ze op de persdag voor de eindexamenproducties in Amsterdam. Ze besloot: “Als het niet kan, gaan we het gewoon doen.” Het resultaat is een kunstzinnige en poëtische documentaire vol wind, kunstenaars die de wind proberen te vangen en verbeelden. Een kleine ode aan de menselijke creativiteit.

Hoe ben je op het idee gekomen om de wind te filmen? “Dat begon eigenlijk met een grote liefde voor indrukwekkende natuurfenomenen, dus toen we mijn eindexamenproject aan het ontwikkelen waren hebben we het ook lang gehad over eilanden die in stormachtige gebieden liggen. En toen dacht ik aan de mistral. Als het gaat over wind dan is dat dé wind. Ik was in de Provence op vakantie en vond het fascinerend om te zien dat het hoogzomer was en iedereen truien droeg. Ik word enorm gelukkig als het hard waait en je voelt dat alles wordt weggeblazen. Ik vertelde iedereen daar hoe fantastisch ik dat vond en ze verklaarden me allemaal voor gek: ‘Kom hier maar iets langer dan piep je wel anders.’”

De wind is ongrijpbaar. Hoe vang je zoiets in de visuele taal van film? “Dat was een van onze allergrootste vragen. Hoe laten we zien dat je de wind niet kan zien? Dat hebben we eerst geprobeerd door ons zoeken naar de wind te draaien, uiteindelijk is daar niet veel van in de film gekomen. Op bepaalde momenten kun je dat nog wel zien. Als een meisje een vlieger bouwt en dan alle spullen worden weggeblazen, dan zien we ‘hem’ en dan is-ie weer weg.”

Hannah van Tassel (foto: Filmacademie)

In Un chanteur invisible zijn voornamelijk kunstenaars te zien. Was dat een bewuste keuze? “Dat is zo gegroeid, aanvankelijk was het wat gemixter en wilden we ook andere mensen erin. De focus lag wel altijd al op kunst, omdat dat voor mij ook heel erg gaat over het vormgeven van dingen die je niet kan zien of die te abstract en te groot zijn om te bevatten. In het begin van ons proces speelde Van Gogh bijvoorbeeld ook nog een grote rol. Het was een bewuste keuze om ook op deze manier een kleine ode aan de menselijke creativiteit te geven.”

Veel mensen die je hebt geïnterviewd spreken over de wind als een persoon, levend en vol specifieke karaktereigenschappen. Is de wind een persoon? “Ja, daar wel. Of in ieder geval een entiteit. In de Provence zeggen ze ook ‘c’est lui qui command’, hij is het die bepaalt. Je merkt echt dat zij een persoonlijke relatie hebben met de wind die plotseling opsteekt en iedereen irriteert, maar ook de velden schoonveegt en de beestjes wegblaast en de zon brengt. Ik vond het inspirerend om te merken dat veel mensen een antwoord hadden op onze vragen over de karaktertrekken van de wind.”

Toen je in het bos aan het filmen was bij kunstenaar Thibault die met een stukje houtskool aan een touwtje de wind een gezicht probeert te geven, voelt het alsof je dan met mensen bent die verloren zijn gegaan, zoals hij zegt? “Ik denk van wel, Thibault verwoordt het heel mooi. Het is alsof de wind je herinneringen brengt. Het heden wordt weggeblazen en dat geeft je ruimte om dingen terug te halen die je kwijt bent. Ik heb geen religieuze ervaring gehad, maar het creëert wel ruimte om te bezinnen. En er is een idee van eeuwigheid en dat vind ik heel intrigerend aan die natuurfenomenen: je voelt zo duidelijk dat die dingen veel groter zijn dan wij en al veel langer hier zijn en zullen blijven. Daardoor kan je nadenken over wie er voor jou waren en wie er nog komen.”

Maar de wind is natuurlijk naast heel poëtisch, ook heel praktisch. Harde windstoten, bomen die omvallen, een regio die geteisterd wordt door bosbranden waarbij de mistral het vuur doet overslaan. Is de destructiviteit van de wind ook merkbaar bij deze mensen? “Ik denk dat je dat kan merken aan hun bescheidenheid richting de natuur, je merkt zeker bij die bosbranden dat zij weten dat de natuur de baas is. Je kan wel gaan blussen, maar je hebt eigenlijk geen poot om op te staan. Mensen hebben dan echt ontzag voor de natuur.”

De schade die de wind kan aanbrengen komt niet terug in de film. “Dat was een bewuste keuze. Ik heb heel veel research gedaan. Ik ben met de brandweer mee geweest, maar wilde dat de film zou gaan over de menselijke wens om een relatie aan te gaan met de wind in plaats van andersom. Ik heb bijvoorbeeld wel veel nagedacht over die bosbranden en de perceptie van de brandweermannen met de wind als hun vijand, maar het ging mij meer om het karakter van de wind dan wat hij praktisch veroorzaakt. Het ging me er meer om dat de mensen een personage maken van de wind die met hun leeft en karaktertrekken heeft en het gevaar van de praktische dingen is, omdat ze zo begrijpelijk zijn heel veel aandacht opeisen.’’

Is de mistral een man of een vrouw? Wat denk jij? “Ik zou zelf zeggen een man, maar eigenlijk zei Thibault dat heel mooi: de wind is niet per se mannelijk of vrouwelijk, maar hij is viriel en dat associëren we met mannen, maar dat is een eigenschap die vrouwen ook kunnen hebben. De wind is een viriliteit.”

De beeldhouwer zegt over zichzelf dat hij een beetje gek is en dat veel mensen hem een beetje gek vinden, omdat hij kunst wil maken met de wind. Vonden mensen jou ook een beetje gek omdat je kunst wilde maken met de wind? “Ja, haha. We zijn een paar keer ook wel echt uitgelachen. Tijdens de research zijn we uitgenodigd op een middelbare school, Lycée Mistral uiteraard, en de lerares zat ons echt uit te lachen. Ze vond het een belachelijke onderneming, net als de oude mannen in de kroeg. Het was voor veel mensen dus niet logisch, behalve voor de kunstenaars. Die zijn geneigd dat te begrijpen en spelen daarom zo’n rol in de film. En zeker de beeldhouwer: ‘Iedereen zegt dat het niet kan? Dan gaan we het gewoon doen!’”


Diverse afstudeerfilms zullen te zien zijn op het Nederlands Film Festival dat van 27 september t/m 5 oktober plaatsvindt in Utrecht. Dit interview werd geschreven in het kader van Filmkrant Lab 2019, een workshop voor jonge filmcritici.