Gerardo Naranjo over DRAMA/MEX
Acteren is geen wedstrijd

drama/mex is een echte acteursfilm. Regisseur Gerardo Naranjo: "Alleen de sterke acteurs kunnen met kritiek omgaan."
Kunt u iets vertellen over hoe uw loopbaan begonnen bent? Ik kom uit een klein stadje in Mexico en nadat ik mislukt was in alles wat ik probeerde, ontdekte ik dat er maar één ding was waar ik me prettig bij voelde: het kijken naar films. Er was gelukkig geen druk van mijn ouders om een beroep te kiezen dat ik verafschuwde. Ze vonden het zelfs prima dat ik ‘iets in de film wilde gaan doen’. Ik reisde naar Mexico City en probeerde daar aan de bak te komen bij de filmacademie. Het bleek al snel dat het met mijn filmliefde wel goed zat, maar dat ik nog een hoop, zo niet alles, te leren had over filmtheorie. Ik benaderde film puur instinctief. Ik wist niet dat films werden gemonteerd, dacht dat ze aan één stuk werden opgenomen. Toch werd ik nog van twee filmscholen gestuurd omdat ik zo eigenwijs ben. Het werd weer tijd mijn koffers te pakken en ik belandde uiteindelijk in Los Angeles, op het American Film Institute. Hier kreeg ik de smaak te pakken. Ze legden film daar beter uit en ik nam het vak serieuzer, vooral omdat ik me kon opsluiten in hun enorme bibliotheek. Daar heb ik vrachten films gezien. Ik kon alles zien wat ertoe doet, niet alleen de oude films van Scorsese, maar ook boeken lezen waarin hij uitlegt hoe hij zijn films uitwerkt. Je kon er storyboards bekijken van bijvoorbeeld taxi driver en de films van Fritz Lang. Bijzonder educatief allemaal. Dat is een erg inspirerende wijze om cinema te leren begrijpen.
Dat was de theorie, klinkt prachtig, maar de praktijk in Mexico was vast een ander verhaal. Klopt. We maakten drama/mex met een crew van vijftien man en het was keihard werken. We blikten de film binnen twintig dagen in. Maar tegelijkertijd kan ik niet zeggen dat het een lijdensweg was. De mensen waarmee ik werkte kwamen niet uit de filmindustrie, waren amateurs en waren totaal niet opgefokt. Ieder deed waar hij goed in was en in zijn of haar eigen ritme. Niemand keek over onze schouders mee. Dat gaf ons de kans om de film op onze eigen manier te maken en ook nog wat van elkaar op te steken.
Dat zie je terug in de film, die een naturalistische indruk maakt. Hoe kwam u aan zulke goede amateuracteurs? Ik ken de meeste mensen die in deze film spelen en dat was voor mij erg belangrijk. Het komt erop neer dat ik deze mensen vertrouw en dat gevoel is wederzijds. Dit soort film had ik alleen op basis van dat vertrouwen, met zulke onbevooroordeelde acteurs, kunnen maken. De oude suïcidale man is de enige echte acteur in de film. Het was een geweldige tijd om onder deze omstandigheden te werken. Mensen vragen me vaak hoe dat allemaal ging. En elke keer hoef ik alleen maar te antwoorden: vertrouwen. Er lag bij hun natuurlijk een bepaalde druk, maar ze gingen daar goed mee om.
Vooral Miriana Moro, die het pubermeisje Tigrillo vertolkt, speelt de sterren van de hemel. Gaan we haar in meer films zien? Ze is een enorm talent en dat zeg ik niet omdat ze in mijn film zit. Eigenlijk bewonder ik haar nog het meest als persoon: ze doet alleen waar ze zin in heeft, ze weet nog niet of ze verder in films wil spelen, ze wil dat zelf in de hand houden, terwijl er van alle kanten aan haar getrokken wordt. Ze is nog jong en wil kijken wat haar mogelijkheden in het leven zijn. Moro heeft veel lef, echt een meid met ballen. Ze ziet zichzelf niet als actrice. Eigenlijk heb ik haar via een trucje de film binnengewerkt. Ze wilde niet in de film spelen, dus bood ik haar een baantje aan als productieassistente. Ze was toen nog maar zestien. De actrice die Tigrillo zou spelen kreeg op de eerste draaidag een blindedarmontsteking en toen leek het haar als productieassistente een voor de hand liggende zaak om die rol dan zelf maar te nemen. Over ter zake komen gesproken. En dat terwijl ze eigenlijk niet zo geïnteresseerd is in acteren. Ze heeft sindsdien aanbiedingen gekregen om in tv-series en speelfilms te acteren, maar ze wimpelt alles af en ervaart het als een soort dilemma om te kiezen tussen eventuele roem en trouw blijven aan zichzelf. Ze zal vast wel een doel in haar leven vinden, daar ben ik van overtuigd.
Juan Carlo Castaneda’s mannelijke hoofdrol — de door liefdesverdriet verscheurde voetbalkeeper — heeft u ook geen windeieren gelegd. Eigenlijk heeft hij de moeilijkste rol. Het is zwaar om jezelf zo bloot te geven zoals hij dat doet: hij huilt, explodeert van woede en uit zijn liefdesverdriet naar mijn mening op een volledig authentieke wijze. Castaneda wilde geen compromis sluiten tussen wat men van hem verwachtte als acteur en zijn eigen reserveringen ten opzichte van de rol. Het was zijn eerste rol, en net als de anderen krijgt hij nu allemaal films aangeboden. Ik ben gek op acteurs en heb veel respect voor ze. Ze vervullen de belangrijkste functie in de cinema. Ze moeten elke keer weer die smalle lijn bewandelen tussen acceptatie en verwerping. Alleen de sterken kunnen met kritiek omgaan.
Aangezien drama/mex een echte acteursfilm is, moet u veel van dat soort ervaringen hebben gehad. Toen ik met de casting begon, wilde ik met professionele acteurs werken. Dat werd een moeilijke kwestie. Sommige acteurs voelden zich niet prettig met mijn manier van werken. Ik zit niet te wachten op een speler die alleen maar wil laten zien dat hij veel energie in huis heeft. Acteren heeft daar niets mee te maken. Het is geen wedstrijd, het gaat er niet om hoe hoog of ver je kan springen. Ze namen mijn kritiek persoonlijk, terwijl ik alleen maar wilde dat ze het karakter van hun personage verkenden. Ik wilde dat ze daarop gingen focussen.
Over focus gesproken. Een film zonder actie en met veel dialogen wordt meestal in 1:1,85 opgenomen. drama/mex is echter opgenomen in het brede 1:2,35 en de focus verandert tijdens de camerabewegingen voortdurend. Het CinemaScope-formaat is het mooiste raam om naar de wereld te kijken. Het was voor mij een grote uitdaging, het was ingewikkeld de film zo op te nemen. Dit formaat geeft je zoveel ruimte. Je kan deze ruimte gebruiken om de letterlijke en de figuurlijke afstand tussen mensen te verkennen. Maar het is duur en het kost meer tijd om in Scope te schieten. En dan de focus. Elke keer als ik de film laat zien roept dit vragen op. Ik heb waardering voor mensen die het medium uitdagen zoals John Cassavetes. Alles is tegenwoordig zo scherp, zo netjes, zo gecontroleerd, zo perfect in vorm, terwijl de inhoud vergeten wordt. Daarom besloot ik bepaalde scènes onscherp te schieten, zodat je als kijker moeite moet doen om te volgen wat er gebeurt. Ik wilde dat aan de kaak stellen. Ik ben schuldig, dat weet ik, mijn cameraman kon me wel wurgen. Hij mocht van mij geen ‘marks’ maken, en moest alles vanuit zijn gevoel filmen. Ik vind het prima zo. Het levert uiteindelijk een confrontatie met de kijker op.
Mike Lebbing