Fadua El Akchaoui over Telefilm Romaissa – de superheld uit Rotterdam

'Ik wil de wereld een stukje beter maken'

Romaissa – de superheld uit Rotterdam

De Telefilms staan dit jaar in het teken van jeugdige avonturen. In Romaissa – de superheld uit Rotterdam probeert de titelheld te voorkomen dat haar flat wordt gesloopt. Regisseur Fadua El Akchaoui: “Ik probeer grote thema’s als gentrificatie en rouw te belichten.”

De twaalfjarige Romaissa (Malak Fatih) praat nog steeds regelmatig met haar recent overleden vader Abid (Mamoun Elyounoussi). Het lukt haar nog niet om afscheid te nemen van de man van wie ze haar superkrachten erfde. Als de Volare, de gallerijflat waar ze al jaren woont, gesloopt dreigt te worden, komt Romaissa’s rouw in een stroomversnelling.

Ze vreest dat ze met het verdwijnen van haar veilige thuishaven de levendige herinneringen aan haar vader zal verliezen. Dus besluit Romaissa de bewoners van de Volare, te beginnen met haar moeder Rabia (Zineb Fallouk), ervan te overtuigen dat ze hun woningen moeten ‘oppimpen’. Zodat de plannen van de projectontwikkelaar die op de plek van haar flat luxe appartementen wil neerzetten misschien gedwarsboomd kunnen worden. Als dat niet lukt, is Romaissa genoodzaakt om haar superkrachten in te zetten.

Fadua El Akchaoui timmert al een tijd aan de weg als scenarist (Meskina, 2021), theatermaker (Wrak, 2021) en actrice (Het gouden uur, 2022). Met de Telefilm Romaissa – de superheld uit Rotterdam, waarvoor ze met theaterschrijver Yücel Kopal ook het scenario schreef, maakt ze haar speelfilmdebuut. En dag nadat de film afgelopen december in première ging, vertelt ze hoe het is om een artistieke duizendpoot te zijn. “Ik vind het gewoon tof om verschillende dingen uit te proberen. En in alles wat ik doe zit dezelfde kern.”

Fadua El Akchaoui. Foto: Caro Lenssen

Hoe zou je die kern omschrijven? “Ik wil de wereld een stukje beter maken. Licht schijnen op alle donkere plekjes, op de dingen waar ik bang voor ben. Ik ben wat dat betreft gewoon een idealist.”

Dan is het geen verrassing dat je speelfilmdebuut een sociaalmaatschappelijke boodschap in zich heeft. “Ik probeer grote thema’s als rouw en gentrificatie te belichten. Voor mij zijn die twee onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit gebeurt er wanneer je mensen weghaalt uit de plek waar ze hun herinneringen hebben opgebouwd.”

Toen in 2021 de Telefilm-selectie bekend werd gemaakt, stond jouw naam bij het scenario maar stond er nog niemand bij de regie. Hoe zit dat? “Het was niet vanzelfsprekend dat ik zou regisseren. Ik ben een docent maatschappijleer die theatermaker is geworden, en een theatermaker die filmmaker is geworden. Zes jaar geleden ben ik fulltime als theatermaker gaan werken en drie jaar geleden ben ik met films aan de slag gegaan. Dat begon met scenario’s, ik schreef mee aan de film Meskina en de televisieserie Zina. Maar ik merkte al snel dat ik het moeilijk vond om mijn scenario’s af te geven aan regisseurs. Mensen in mijn omgeving zeiden dat ik misschien zelf moest regisseren. In het begin moest ik nog wel veel mensen overtuigen. Toen heb ik me als een malle vastgeklampt aan allemaal mensen die veel tijd, ruimte en liefde voor me vrij hebben gemaakt.”

Was er een moment op de set dat je je realiseerde dat je dit ook kon? “Absoluut. Ik ontdekte daar ook wat voor type regisseur ik ben: een spelregisseur. Ik denk altijd in dialogen. Ik merkte daarnaast dat ik super geïnteresseerd was in de technische aspecten van het vak. Van filmmaker Gonzalo Fernandez [Tom Adelaar, 2018] kreeg ik ook een goede tip: verzamel de beste mensen om je heen zodat je je vooral op je verhaal kunt focussen en de acteurs aan het werk kunt zetten.”

De passie voor je werk weerklinkt in Romaissa’s vastberadenheid. Lijkt ze op jou? “Alle verhalen die ik schrijf zijn uitvergrotingen van dingen die ik zelf heb meegemaakt. De aanleiding van mijn film is dat ik als klein meisje een keer naar school liep met m’n oudere broers en zussen. Het waaide hard en de wind kwam onder m’n jasje. Ik was toen een dun en iel meisje en ben de lucht in geworpen. Toen ik op de grond viel moest ik heel hard huilen, totdat mijn broer tegen mij zei: droog je tranen want je bent een superheld, en superhelden kunnen vliegen.”

Dicht bij jezelf blijven is dus jouw devies? “Dat vind ik het fijnst. Ik zag laatst een interview met een filmmaker die zei dat je zo veel van jezelf in je werk moet stoppen dat het ongemakkelijk wordt. Toen dacht ik: in mijn theaterwerk deed ik dat sowieso altijd al. Ik werk vanuit ongemak, vanuit persoonlijke situaties; vanuit mijn gevoel. Ik moet me ongemakkelijk voelen, een beetje schamen. Dan word ik het scherpst. En dan wordt het waarachtig.”


Romaissa – de superheld uit Rotterdam (Producent: Juliet at Pupkin | Omroep: NTR) wordt zondag 8 januari om 10.00 uur uitgezonden op Zapp (NPO3).