Edson da Conceicao over Telefilm Paria

‘Het is typisch Nederlands om het altijd met een lach te doen’

Paria

Een uit Ghana gevlucht gezin krijgt in een Nederlands dorpje een woning toegewezen en belandt al snel in een nachtmerrie in de Telefilm Paria. Regisseur Edson da Conceicao: ”Dat beeld is me altijd bijgebleven, dat je in je wijk weet je niet wie je vijanden zijn.”

Als een geest doolt een camera door de gangen van een oud huis. De ruimtes lijken oneindig groot. Ineens wordt een vrouw met dekens en al door een ogenschijnlijk onzichtbare entiteit van een trap gesleurd. In een van de slaapkamers is met bloed ‘Paria’ op de muur gekalkt. Regisseur Edson da Conceicao (1987) zet in de openingsscène van Paria meteen de toon: hij heeft een heuse genrefilm gemaakt.

De film draait om een uit Ghana gevlucht gezin dat na een lang verblijf in een asielzoekerscentrum terechtkomt in een karakteristiek Nederlands dorpje. Daar krijgen oud-politieagent Samuel (Emmanuel Ohene Boafo), zijn vrouw, arts Sarah (Kimberley Agyarko) en hun dochter Faith (Aminata Soumaoro) een riante woning toegewezen. Na tijden van afzien kan de inburgering eindelijk beginnen. En sommige dorpelingen zijn zeer verheugd met de komst van de Ghanezen: ze kunnen helpen de vergijzing tegen te gaan.

Maar er is ook weerstand tegen de nieuwkomers: Samuel treft al snel dagelijks hondenpoep aan in de achtertuin. Wanneer hij buurtgenoten hiernaar vraagt, zijn die de onschuld zelve. Geleidelijk wordt de overlast groter, culminerend in een explosieve derde akte waar in de openingsscène al op wordt gezinspeeld.

Da Conceicao liet zich voor zijn film onder meer inspireren door Kubricks horrorklassieker The Shining (1980), hoewel zijn personages, die met een lach gevoelens van onbehagen verbloemen, weer onmiskenbaar Nederlands aanvoelen. In zijn kantoor in Rotterdam vertelt de filmmaker over zijn intentie om een genrefilm te maken over dit nijpende onderwerp.

Edson da Conceicao. Foto: Martijn Vos

“Zo’n vier jaar geleden ging een video viral van een Syrisch gezin dat uit een wijk werd weggepest. Daarin was te zien dat het gezin in de gang stond van hun woning terwijl de buren keihard op de voordeur aan het bonken waren. Dat beeld is me altijd bijgebleven, dat je in je wijk niet weet wie je vijanden zijn. Die gedachte wilde ik in de vorm van een genrefilm gieten waarin je met de hoofdpersonages mag meeleven zonder dat het belerend wordt, maar wel met een boodschap.”

Je film draait ook om hoe sluimerend racisme voelt, eruitziet. “Emmanuel [Ohene Boafe, OL] kwam toen hij de film voor het eerst had gezien naar me toe en vertelde dat je soms gewoon het gevoel hebt gediscrimineerd te worden zonder dat je het kan bewijzen. Dat ligt aan hoe iemand naar je kijkt, of hoe iemand praat. Dan voel je je niet welkom.”

Samuels intuïtie dat sommige dorpelingen er racistische denkbeelden op nahouden wordt niet serieus genomen door zijn gezinsgenoten. “Ze denken dat het tussen zijn oren zit. Daar waren we ook echt naar op zoek. Wanneer is een opmerking vriendelijk bedoeld en wanneer is er sprake van discriminatie? Samen met scenarioschrijver Phillip Delmaar zocht ik naar de juiste balans.”

Op een gegeven moment komt een buurman met een kar vol meubels aanzetten. Hij verwacht dat de Ghanezen blij zijn met deze gift; hij verwacht dankbaarheid. Omdat Paria is gefilmd vanuit het perspectief van de nieuwkomers, ziet zo’n geste er bijna surrealistisch uit. Ik kan me voorstellen dat het ook in zo’n scène, ten aanzien van het streven naar een zekere geloofwaardigheid, moeilijk is om te bepalen hoe uitvergroot een acteur mag acteren. “Je moet je als filmmaker voortdurend afvragen hoeveel je met een scène weg wilt geven. Van deze scène hebben we verschillende versies gedraaid, want soms zegt een blik weer iets te veel. M’n regieassistent, die ooit als vluchteling in Nederland kwam, hielp ons daarbij door zijn eigen ervaringen met ons te delen. Ooit kreeg hij ook gratis spullen en moest hij daar maar dankbaar voor zijn. Terwijl die spullen beschimmeld waren en je op de stoelen die hij kreeg niet eens goed kon zitten.”

Dat doneren van waardeloze spullen is een passief-agressieve daad waarbij de donateur zich verschuilt achter zijn goede bedoelingen? “Het is ook wel erg typisch Nederlands om dat altijd met een lach te doen. Met een grapje. Dan kan je daarna zeggen: nee, dat zie je toch echt verkeerd.”

Leverde het filmen in een dorp eigenlijk ook problemen op? “Ik weet nog dat ik in de wijk rondliep met m’n cameraman, opnameleider en regieassistent. We gingen even wat locaties checken. Toen we klaar waren kwam er een vrouw naar ons toe: ‘Hallo, wat doen jullie hier?’ Ik legde uit dat we met de voorbereidingen van een film bezig waren. ‘Wat voor film?’ Ik vertelde dat we een horrorfilm gingen maken. De vrouw reageerde: ‘Jullie lopen hier al sinds kwart voor één rond, en het is nu vier uur, dat is wel verdacht.’ Toen wees ik naar het huis waar we gingen draaien. En I kid you not: toen zei de vrouw: ‘Jullie gaan een horrorfilm maken? Hier wordt het soms ook wel horror.’ En toen liep ze zo weer weg.”


Paria wordt op 22 februari om 20.30 uur uitgezonden op NPO 3.