Docudromen

De kaarten zijn geschud

  • Datum 27-12-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Chiel Aldershoff, Harro Henkemans en Yorn Wynants (v.l.n.r) vijf jaar geleden (foto Sander Torren, 2002)

In het voorjaar van 2002 interviewde Karin Wolfs drie jonge documentaireregisseurs die droomden van het IDFA. Het bleek destijds, zo’n twee jaar na hun afstuderen aan de Hilversumse audiovisuele opleiding van de HKU, niet eenvoudig om als jonge maker een voet tussen de deur te krijgen in de Nederlandse documentairewereld. Waar staan ze nu, vijf jaar later?

Yorn, Chiel, Harro (v.l.n.r.) anno nu

Chiel Aldershoff, Harro Henkemans en Yorn Wynants zijn alledrie 34 jaar oud. Vijf jaar geleden droomden ze alledrie van het documentairefestival IDFA: daar ooit je documentaire mogen vertonen, dat zou mooi zijn. Yorn: "We zaten toen net met z’n drieën in mijn kantoortje in de Pijp." Yorn zat daar te monteren aan het realityprogramma Peking Express, Chiel schreef er voor een scenariowedstrijd aan een documentaire over twee pensioenverkopers en Harro werkte voor dezelfde wedstrijd aan "iets over Irakese kunstenaars in diaspora tijdens ‘desert storm’". Yorn mocht zich naast cameraman en regisseur sinds de oprichting van zijn bedrijfje ook net producent noemen. Hij had een format bedacht voor een programma à la Expeditie Robinson van 2 à 3 ton per aflevering dat hij bij een omroep aan de man wilde brengen. Maar zijn werk rond reality-reisprogramma’s betrof slechts een zijpad, om ervaring op te doen, op weg naar het IDFA, zei hij toen. Vooral visuele documentaires over opkomst en ondergang vond hij erg mooi.
Hoe staat het nu met zijn productiebedrijf Mediakitchen? Yorn: "Dat leidt inmiddels een slapend bestaan." En is dat format nog verkocht? "Zo’n idee van twee, drie ton verkoop je niet als klein productiemaatschappijtje zonder geld of macht in de Pijp: je hebt expertise en een netwerk nodig om daar het vertrouwen voor te krijgen. Nu bedenk ik full time formats voor de Entertainment Group en zit ik binnen een week bij een omroep aan tafel." Het wapenfeit op zijn cv waar Yorn momenteel het meest trots op is, is de recente nominatie van het realityprogramma Peking Express Vip voor een Gouden Roos, de Europese evenknie van de Amerikaanse Emmy’s voor televisieprogramma’s. Yorn was daarvan de creatieve kracht achter de schermen. "Dat is toch een kwaliteitsstempel. Terwijl de kijkcijfers niet eens zo goed waren."

Radicaal
Chiel Aldershoff krabbelde vijf jaar geleden net uit het zwarte gat waar hij in viel toen hij stopte met commerciële klussen om tijd te maken voor zijn plannen op documentairegebied. Een jaar later zag hij zijn radicale keuze echter beloond toen hij een scenariowedstrijd won en voor NCRV Dokument race tegen de klok mocht realiseren: over de ratrace tussen twee jonge, concurrerende pensioenverkopers die keihard werken aan de verwezenlijking van hun dromen. En jawel: op 26 november 2004 ging Chiels film in première op IDFA. Chiel: "Mijn eigen première, dat was natuurlijk erg gaaf." Maar tijdens het werken aan de film had Chiel opeens geen gevoel meer in zijn teen. Chiel: "Dat trok naar mijn voet, en opeens was mijn hele onderbeen verlamd. Mijn huisarts zei dat het wel eens MS kon zijn. Toen dacht ik: "Waar ben ik mee bezig? Het kan morgen wel over zijn." Na een aantal onderzoeken bleek het gelukkig maar een hernia: een zenuw die in de knel zat. Maar het sloot naadloos aan bij het thema van mijn film."
Met zijn persoonlijke films leek Harro Henkemans vijf jaar geleden misschien wel de beste kaarten te hebben voor een carrière richting IDFA. Zijn eerste documentaire echo van het hart, over de hartoperatie van zijn vader, was net op televisie uitgezonden. Met de vleeseter, een onderzoek naar eetgewoontes, had hij eerder al ‘de belofte’ gewonnen, een prijs van de AVRO voor talentvolle jonge filmmakers. Harro: "Ik was niet te beroerd om een op mezelf gerichte camera in de kamer neer te zetten in afwachting van inspiratie."
Voor zijn kunstenaarschap schoof Harro destijds alles aan de kant: hij vroeg zelfs een tijdje een WIK-uitkering aan om zich volledig op het uitwerken van ideeën te kunnen storten. Onlangs werd hij gevraagd een adviesbijeenkomst met een groep filmmakers, waaronder WIK-aanvragers, te filmen. "Ik zie mezelf daar dan wel in terug: zo’n tegendraadse wannabe kunstenaar. Maar er zijn ook van die mensen die op hun 40e nog steeds in de WIK hangen; daar hoop ik op die leeftijd niet meer tussen te zitten. Het is voor mij een opstapje geweest naar het opzetten van mijn eigen bedrijfje."
Een wapenfeit aanwijzen uit de afgelopen vijf jaar vindt hij lastig. "Het is meer een verzameling van dingen waar ik trots op ben. De afgelopen drie projecten die ik heb gedaan bijvoorbeeld: allemaal opdrachtfilms met vrijheid in vorm en benadering. Eentje voor de politie, over een nieuw veiligheidsvest, met onder andere een interview met die jongen die beschoten is bij de arrestatie van de moordenaar van Van Gogh. Dat verzin je zelf niet zo snel, daar kom je in terecht. De tweede was voor Rijkswaterstaat, over Nederland als waterland in 2050, met animaties die door een oud-medestudent van de HKU werden gemaakt. En voor Kunstenaars & Co (een stichting die kunstenaars ondersteunt, KW) heb ik onlangs een film gemaakt over Zieke Zielen, een muziektheatergroep die vier maanden in een ziekenhuis woont en werkt." Harro de opdrachtfilmer? Is dat niet vloeken in de kerk? Harro: "Toen ik net van de opleiding afkwam was alles wat opdrachtfilm was, op zijn zachtst gezegd met vooroordelen omringd. Maar door die opvatting beperkte ik mezelf."

Illusie
Yorn: "Opdrachtfilms staan in een oude documentairetraditie: Ivens en Haanstra werkten ook in opdracht. Zo persoonlijk als Harro durfde te filmen, daar waren wij jaloers op. Je was al een auteursfilmer toen je afstudeerde."
Harro: "Het was toen een drijfveer. Maar het is ook een beetje triest als je persoonlijke ontwikkeling uit films moet voortkomen. Andersom heb ik ook wel een tijdje gedacht: er is geen ruimte voor mijn ego in deze documentairewereld. Zo therapeutisch willen filmen als Ed van der Elsken dat deed, was gebaseerd op een romantische auteursgedachte. Het kwam allemaal voort uit zucht naar erkenning. Privé en film zijn nu meer gescheiden werelden. Nu heb ik het besef dat een opdrachtfilm maken niet erg is. Maar ook dat het een illusie is dat je een film maakt over dingen die je écht dwars zitten. Je kan niet alles in een film doen. Maar wie weet. Tot mijn zestigste kan het nog: een film op IDFA, waarom niet?"

"Wiens brood men eet, diens woord men spreekt."
Televisiemaker Yorn Wynants.

Yorn: "Dromen van het IDFA was de wens een onafhankelijk filmmaker te zijn. Zo van: ik heb een idee, dat ga ik maken. Die ambitie blijft, maar de vorm waarin hij wordt uitgevoerd is misschien wat anders geworden. IDFA is wat dat betreft een metafoor geworden voor wat ik wil. Een metafoor voor erkenning. Voor kwaliteit."
Chiel: "Maar het Shadow festival is ook goed. Het IDFA uit mijn droom was wat mooier dan het in de praktijk is gebleken. IDFA leek toen vooral gaaf door de ogen van mij als festivalbezoeker, maar nu heb ik beter zicht op hoeveel gedoe er komt kijken bij het maken van een documentaire. Soms denk ik: was ik maar autonoom kunstenaar. Een documentaire is nooit onafhankelijk, al streef je dat wel zoveel mogelijk na."
Yorn: "Wiens brood men eet, diens woord men spreekt, of het nou een onafhankelijke film is of een opdrachtfilm. En dat geldt ook voor tv."
Harro: "Als iemand maandenlang blijft zeuren over een watermeter, nou vooruit, dan maar een watermeter in die waterland-film."
Chiel: "Ik werk momenteel weer aan een film voor Dokument: het vakantiegevoel, over mensen die met pensioen gaan, alles financieel tot in de puntjes geregeld hebben, maar niet met de nieuwe vrijheid om kunnen gaan omdat hun werk hun identiteit was. Zelfs dat verhaal moet binnen een format passen. Mijn volgende project wordt een theaterdocumentaire over een schizofrene kunstenaar in een klein dorpje in de Verenigde Staten. Werktitel: the outsider. Over een zwarte man van tegen de 60 die fantastische schilderijen maakt. Hij woont in een dorp vol outsiders. Allemaal bizarre figuren, het lijkt bijna een soort Twin Peaks-setting. Hij maait het gras van de begraafplaats, loopt met een geweer rond. Ik moet het nog checken, maar het schijnt dat hij geen kinderen heeft, omdat zijn vader hem in zijn kruis heeft geschoten. In april gaan we daar researchen en draaien om een trailer te maken voor een pitch op een festival: IDFA, Sheffield, Toronto misschien. Dus ik hoop wel dat het bestaat: een onafhankelijke documentaire."

Ondergang
Harro: "IDFA is misschien wel een illusie of een drijfveer die je moet blijven houden. Het is vooral de atmosfeer die gaaf is. Maar ik ben ook gaan beseffen dat het een product is, handel. Vroeger zag ik er vooral inspirerende films. Ik weet niet of ik nu al een oude lul ben, maar ik vind de nieuwe dingen nu vaak tegenvallen. Ik hoop op meer experiment, op authentieke films. Victor Kossakovsky met zijn regels: hartstikke interessant, maar ik vind het eng dat hij zo’n uitzondering is. 9 van de 10 films op het IDFA zijn tegenwoordig televisiefilms. En dan vaak ook nog heel politiek qua onderwerp."
Yorn: "Ik ben ook kritischer geworden, kijk nu minder als maker en meer als kijker, en vind heel veel films op IDFA dodelijk saai. Ik denk nu eerder: waarom moet ik hier naar kijken?"
Chiel: "Misschien is het ook wel een beetje nijd: ik wil ook films maken en vraag me dan af: ‘waarom krijgt dit wel geld en ik niet?’ Maar het is ook wel weer inspirerend en leerzaam om te filosoferen over wat er mis is met een film. Ik denk dat het IDFA wat platter is geworden en wij wat kritischer."

Karin Wolfs

Dromen van het IDFA (deel 1) verscheen in maart 2002 in Skrien.