Catherina Iosifidis over STER

Muziek die je niet letterlijk hoort

De hele zomer interviewt de Filmkrant vers afgestudeerd filmtalent van diverse academies. Met deze week Catherina Iosifidis (AKV|St.Joost) over haar korte fictiefilm STER, waarmee ze de Sint Joost-penning voor meest veelbelovend talent van de Bredase kunstacademie won. “Een dansschool is een interessante arena om gevoelens te onderzoeken.”

Catherina Iosifidis’ afstudeerfilm STER draait om Stella, een onzekere tiener die zichzelf constant vergelijkt met de andere meisjes op een dansschool waar ze repeteert. Ze spiegelt zich vooral aan Maud, die schijnbaar overlopend van zelfvertrouwen haar solo’s danst. Met de camera dicht op de huid en opvallend genoeg zonder ook maar een noot muziek duikt Iosofidis in de complexe belevingswereld van een tienermeisje. “Vaak maak je op die leeftijd dingen erger dan ze zijn.”

Waar kwam het idee voor STER vandaan? “Op zoek naar een interessant onderwerp keer ik vaak terug naar mijn jeugd, mijn tienerjaren. Naar dingen die ik zelf heb meegemaakt, gezien, die ik zelf heb gevoeld. Coming of age is dan ook een genre waar ik me erg goed toe verhoud. Ik heb zelf op een dansschool gezeten en daar zag en ervoer ik die dynamiek tussen meiden die het uitgangspunt werd voor het schrijven van STER. Ik zat destijds in een groep met ongeveer twintig meiden. Toen ik begon zat ik in groep acht en zat ik in een dansklas met meiden die in de eerste of tweede klas van de middelbare school zaten. Daar keek ik enorm naar op. Ik voelde me nog heel erg kinds en zij waren al bezig met meidendingen. Zo’n dansschool is een interessante arena om die gevoelens van onzekerheid en jaloezie te onderzoeken.”

Catherina Iosifidis

Je had voor de film hoofdrolspelers nodig die zowel konden acteren als dansen. Hoe heb je de casting benaderd? “Ik ben specifiek op zoek gegaan naar danseressen, zodat het ook makkelijker zou zijn de choreografie aan te leren. Daarbij werk ik graag met non-acteurs. Ik schrijf heel karaktergedreven en vind het ook daarom fijn om met ‘echte mensen’, om het zo maar te zeggen, de personages te ontwikkelen. Ik wil graag dat acteurs dicht bij zichzelf blijven en vanuit daaruit ‘zijn’, in plaats van dat ze iets spelen. Actrices Siena Verber en Demi Wals hebben zelf hun choreografieën gemaakt. Daar heb ik ze vrij in gelaten, zodat ook hun eigen stijl naar voren kwam. Ze zijn twee totaal verschillende danseressen en konden daardoor in die dans laten zien wie hun personages zijn. Daarnaast heb ik veel met ze gepraat over wat ik denk dat de meiden zouden voelen in de situaties die in de film zitten. Hoe ik Stella voor me zie en het andere meisje. Ze herkenden veel in wat ik naar voren wilde brengen, en dat hielp in dat gezamenlijk creëren van de karakters.”

De film heeft in visuele en auditieve benadering iets heel fysieks en tastbaars, dicht op de huid, handheld. Hoe is dat ontstaan? “Ik had tijdens het schrijven al wel een idee van hoe de film eruit moest komen te zien. Zoals het gebruik van de handheld camera, zodat ik in alle vrijheid de danseressen kon volgen. Ik wist ook dat ik gebruik wilde maken van het geluid van de ademhaling en voetstappen. Maar ik wilde aanvankelijk ook heel veel muziek gebruiken. Dat is pas veranderd tijdens de montage. Sommige dingen kun je niet op voorhand bedenken. Pas later zie je dat iets werkt door het weg te laten. Dat er al muziek in de film zit zonder dat je die letterlijk hoort.
“Het gebruik van kleur was een manier om een tegenstelling te creëren tussen enerzijds de realistische wereld, waar Stella onzeker is, en haar binnenwereld, haar emoties, fantasieën. Al die dingen die onder het oppervlak zitten. Ik wilde iets visueels creëren om die belevingswereld neer te zetten en ben kleuren gaan combineren met het gevoel wat ik wilde overbrengen. Bijvoorbeeld paars wanneer we in haar verbeelding zijn, blauw wanneer het even niet goed gaat. We volgen haar gevoel en dat zien we terug in de kleuren.”

Je kiest consequent voor haar beleving. “Ja, het is altijd haar beleving, haar waarneming. Dus je kunt je ook afvragen of alles wat we zien er wel precies zo is, of dat het is wat zij er in haar hoofd van maakt. Vaak maak je dingen erger dan ze zijn op die leeftijd. Dat zie je pas als je jaren later terugkijkt. Toen werd je al emotioneel omdat een vriendin jou niet mee had gevraagd naar een feestje. En dan vraag je je af of dat aan jou ligt of zoekt juist de schuld bij anderen. Dat soort dingen creëer je grotendeels in je hoofd. En dat aspect, wat is echt wat is niet echt, daar wilde ik mee spelen. Dat duistere randje moeten we van onszelf accepteren om te zijn wie we willen zijn. Zoals Stella uiteindelijk ook moet inzien dat niet alles kan zoals zij het wil.”


Diverse afstudeerfilms zullen te zien zijn op het Nederlands Film Festival dat van 27 september t/m 5 oktober plaatsvindt in Utrecht.