Bahman Ghobadi

Muzikale nomaden

  • Datum 30-11-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Bahman Ghobadi (foto Kris DeWitte)

Een vrouw met de naam ‘halve maan’ belicht en begeleidt de slingerweg die de muzikanten in half moon afleggen door het Iraans-Iraakse grensgebied. Regisseur Bahman Ghobadi: "Zij is de gids die de doden naar het andere rijk leidt."

Bahman Ghobadi (1968, Baneh, Iran) maakt zijn films alsof het muziekstukken zijn. Het begint met een thema, geen verhalend thema, maar een beeldend thema, als het equivalent van een muzikaal motief, dat in zijn hoofd rondspookt en samen met andere beelden een melodie wordt. Zo vertelde hij vorig jaar in Wenen. Hij was daar ter gelegenheid van zijn nieuwste film half moon, die hij in opdracht van het multiculturele New Crowned Hope Festival maakte, waarmee het 250e geboortejaar van Mozart werd gevierd.
half moon is eigenlijk de helft, de nachtkant van een andere film die hij eerder maakte: liederen uit het land van mijn moeder (2002). Net als in die film volgt hij ook in half moon een groep Koerdische muzikanten die naar Irak reizen. Niet op zoek naar een vrouw ditmaal, maar om een concert te geven, het laatste concert van de oude zanger Mamo, die zijn dood voelt naderen. Ghobadi: "Als Mozart nu geleefd zou hebben, dan was hij vast een Koerd geweest, die door vijf staten moest reizen om de grenzen van zijn land te doorkruisen. Mozart was een muzikale nomade. Daarom voel ik me als Koerd met hem verwant. In de muziek van Mozart klinkt de reikwijdte van het hele toenmalige Europa, net zoals in de Koerdische muzikale traditie invloeden te horen zijn van alle landen waarin de Koerden nu wonen."
De suggestie om het verhaalgegeven van liederen uit het land van mijn moeder nog een keer te hernemen kwam van de producenten van het filmprogramma van New Crowned Hope: Simon Field en Keith Griffiths. Zij wisten dat Ghobadi niet tevreden was over de lange productietijd van liederen. "Het maken van die film bestond voornamelijk uit wachten en kat-en-muis-spelletjes met de verschillende douanebeambten." En wat Ghobadi al helemaal niet beviel was dat de internationale titel van die film onder druk van de Amerikaanse distributeur moest veranderen in marooned in iraq (‘aan het lot overgelaten in Irak’). "Terwijl in Iraaks-Koerdistaan de muzikale vrijheid groter is dan bijvoorbeeld in Iran." Over de politieke implicaties die de film daardoor meekreeg wil hij niet veel kwijt. Maar duidelijk moge zijn dat het hem in zijn werk gaat om de Koerdische kwestie, en niet om een conflict dat de VS toevallig met dat land hebben.

Schemergebied
Toch is ook half moon niet helemaal de film geworden die hij voor ogen had: "De geschiedenis herhaalde zich. Ook nu was het vandaag niet duidelijk wat we morgen zouden kunnen draaien. Weer wachten. Het was alsof we op de set onze film nog een keer aan het herleven waren."
Dat is meteen het zwakste punt van de film, leg ik aan Ghobadi voor: hij herhaalt zich wel erg vaak in verschillende toonaarden. Mamo verzamelt zijn muzikanten, zijn ‘zonen’ en met hen gaat hij bus-in-bus-uit-bus-ondersteboven-gekeerd-door-douanesoldaten-bus-weer-ingepakt over een langs grensposten slingerende weg op pad van Iraans-Koerdistan naar Iraaks-Koerdistan, waar hij in zijn geboortedorp zijn laatste concert zal geven. Ghobadi legt uit dat de productieomstandigheden het repetitieve karakter van de gebeurtenissen verklaren. "Noodgedwongen moest het scenario aan de praktijk van alledag worden aangepast."
Voor wie het wil zijn er genoeg politieke ondertonen te herkennen: Irak is, na de val van Saddam Hoessein, ‘net bevrijd’ en wordt opeens een land van hoop voor de muzikanten, terwijl buiten die filmische illusie de werkelijkheid natuurlijk net ietsje gecompliceerder in elkaar zit. Ghobadi herhaalt: "Ik ben geen politiek filmmaker. De politiek dringt zich aan mij op."
Maar het gaat hem ook om een ander soort grenspolitiek: "half moon is ook een film over het schemergebied tussen dood en leven. Mamo weet dat hij sterven gaat, dat hij misschien zijn bestemming niet zal bereiken. Tegelijkertijd staat die laatste reis ook voor de reis die wij allemaal in ons leven maken. Op zoek naar onze oorsprong. Die we in de dood vinden."
"Ons leven is een oponthoud tussen geboorte en dood. Dat is iets wat me intrigeert", vervolgt hij. "Een Koerd leeft met de dood. In ieder Koerdisch gezin hangen de schaduwen van de familieleden die verloren zijn in een of andere strijd. Vaak een strijd die niet eens de hunne is, maar tussen Amerika en Irak. En dan kunnen ze alsnog het leven laten. Ik probeer me niet door die schaduw te laten overweldigen. Daarom open ik de film ook met een citaat van de filosoof Kierkegaard: ‘Ik ben nooit bang voor de dood, want als de dood er is, ben ik er niet, en als ik er ben, is de dood er niet.’ Dat is een uitspraak die ik ooit las en die ik steeds weer opnieuw probeer te begrijpen."

Spookoorden
Een van de spookoorden die Mamo en zijn troupe aandoen is een mythische vrouwenstad, waar duizenden verbannen vrouwen voor hem zingen. Ghobadi: "Dat is een dierbaar beeld, van al die vrouwen die verstoten zijn omdat ze alleen maar willen zingen. Dat is ook een hommage aan de kracht van vrouwen. Ik geef de Koerdische zangeressen een plek waar ze wel kunnen zingen, al is het dan in een fictief dorp. Een van hen gaat uiteindelijk met Mamo mee, in plaats van de ‘dochter’ die hij als zangeres van zijn band is kwijtgeraakt. Want vrouwen worden niet geacht te zingen in islamitische landen. Zij is een soort oermoeder en beschermengel. Mamo is op dat moment eigenlijk al niet meer in leven."
De naam van deze vrouw is Niwemang, wat ‘halve maan’ in het Koerdisch betekent. Ghobadi: "Zij is de gids die de doden naar het andere rijk leidt en tegelijkertijd de zorg voor Mamo’s ‘zonen’ op zich neemt. Dat is een spirituele dimensie waar ik heel serieus over ben. De vrouwelijke stem kan als het ware de doden uit hun slaap doen herrijzen. Dat is haar kracht. Maar tegelijkertijd kunnen we het vrouwelijke nooit helemaal leren kennen. Daarom worden vrouwen ook zo onderdrukt, omdat ze voor een deel onkenbaar zijn door mannen. Dat is de ‘halve’ maan. Het merendeel van de tijd dat de maan ’s nachts aan de hemel staat zien we haar maar gedeeltelijk. Er is altijd een deel dat een mysterie blijft. Daarom is de halve maan voor mij een veel sterker symbool dan de volle maan. Omdat een symbool altijd iets geheimzinnigs heeft."

Dana Linssen