Ari Deelder over Toegetakeld door de liefde
Never nooit niet ga ik me aan de regels houden
Ari Deelder (27) maakt haar speelfilmdebuut met Toegetakeld door de liefde. "We hebben het aangepakt als een rock ’n roll project."
We zijn overduidelijk in Rotterdam. In een hoek van het Rotterdamse café Ari staat Jules Deelder en zijn vrouw Annemarie als dochter Ari Deelder voor het interview binnenloopt. De Deelders zijn er kind aan huis. Niet alleen wonen ze twee huizen verder, maar café Ari is ook een beetje naar Ari Deelder genoemd. De filmmaakster legt het buiten onder een warme terraslamp uit. "De exploitant van het café wilde het café Arie noemen. Die naam komt uit de haven. Iedereen heette daar Arie. Als iemand je wilde waarschuwen, riep hij: kijk uit Arie. Die exploitant vroeg aan Jules of hij het vervelend vond als hij zijn café Arie noemde. Jules vond het prima, maar dan graag Arie zonder e, zoals in mijn naam." Haar vader regelde nog iets, want ze mocht in het café altijd komen afwassen als ze geld nodig had. "Dat is leuk man, afwassen! Kun je geintjes uithalen met de klanten, want als afwasser hoef je niet heel erg beleefd te zijn, weet je wel." Deelder maakte al vroeg kennis met de wereld van theaterzaaltjes. "Ik was een theatermeisje. Jules en Annemarie namen me vaak mee naar optredens van mijn vader. En vanaf mijn zevende zat ik tien jaar op jeugdtheaterschool Hofplein. Ik zat daar in vrij professionele dingen." Een acteeropleiding lag voor de hand, maar als tiener had ze genoeg van het theaterwereldje. "Ik heb never nooit niet toelatingsexamen willen doen voor een theateropleiding, omdat ik de enorme concurrentie tussen mensen heel vervelend vindt. Misschien was het mijn onzekerheid, want mijn kracht ligt niet in geschoold theater. Misschien was ik bang dat ik niet goed genoeg was. Aan de andere kant: als ik naar Jules keek, wist ik dat je geen school hoeft te doen, om op een podium te staan. Hoe dan ook, ik wilde achter de schermen werken."
Liefdesverdriet
Na de middelbare school brak voor Deelder niet haar meest stabiele periode aan. "Ik ging naar de Rietveld Academie. "Dat is goed, zei Jules, want dan kun je die Amsterdammers van binnenuit uitroeien. Natuurlijk haatte hij Amsterdammers niet, maar dat gedicht van hem over dat Amsterdammers een goed hart hebben, maar dat het gekookt op hun rug zou moeten hangen, was een totaal eigen leven gaan leiden." Nog geen half jaar later hield Deelder het op de Rietveld voor gezien. Ze ging naar de filmacademie (production desing), had het er naar haar zin, maar de schoolleiding niet met haar. "Op de laatste dag van het eerste jaar zei men dat ik buiten school beter op mijn plek was. Ze vonden dat ik teveel dingen naast school deed. Ik heb dat altijd heel vreemd gevonden. Je kunt wel twintig mensen tot production designers opleiden, maar je weet dat ze never nooit niet allemaal werk zullen vinden. Het lijkt mij juist goed als je alvast andere dingen naast school doet." Deelder zat weer thuis. "Ik kon een filmpje gaan setdressen, waarvoor mijn moeder de artdirection deed. Voor mij was het de perfecte manier om verantwoordelijk bezig te zijn in de geruststellende gedachte, dat er mensen waren die me zouden helpen als het fout ging." Daarna deed ze met de acteurs Aat Ceelen en Raymonde de Kuyper iets op de Parade. Van het een kwam het ander, in Deelders geval in het kader van Kort Rotterdams de regie van het zeven minuten durende filmpje Niks tegen Kees zeggen (2007), de verfilming van een verhaal van haar vader. "Ik dacht: dit is het allerleukste dat er is, ik wil dit nog een keer doen. Ik was toen net Aat Ceelens boek Door de liefde toegetakeld aan het lezen (over een schrijver die ten onder gaat in waanzin door zijn obsessieve onbeantwoorde liefde voor een trambestuurster, jvdb) en zag het helemaal voor me. Maar ja, probeer maar eens een speelfilm gesubsidieerd te krijgen." Het idee bleef liggen tot Deelder een paar jaar later werd gevraagd om mee te doen aan de speelfilmcompetitie van het inmiddels opgeheven Rotterdamse Mediafonds. De winnaar kreeg tweehonderdduizend euro om zijn film te realiseren. "Ik ben Door de liefde toegetakeld opnieuw gaan lezen en het kwam zes keer zo hard binnen, omdat ik van mijn naïviteit in de liefde af was. Ik had inmiddels zelf liefdesverdriet meegemaakt, weet je wel." Ze schreef een synopsis, won de wedstrijd en stond plotseling op een speelfilmset met doorgewinterde acteurs als Raymond Thiry.
Incestueuze bende
"We hebben Toegetakeld door de liefde aangepakt als een rock ’n roll project. Als we het volgens de regels van het filmmaken hadden gedaan, was het niet gelukt, want je krijgt dan mensen, die het gaan hebben over werktijden, weet je wel. We hadden 21 draaidagen, waarin we de wetten van het aantal instellingen dat je per dag kunt draaien, hebben getart. Dat het is gelukt komt doordat cast en crew met het zweet op de bovenlip bleven doorgaan. Ook was het niet gelukt als niet zoveel mensen hadden meegeholpen. Want de film heeft ook nog eens enorme decors en ingewikkelde visuele dingen. We hadden het kleinste art department dat ooit een speelfilm heeft gedaan, maar het verzette het werk van een enorm team. Als ik ziet dat bij een film van Wes Anderson alleen al 75 man met artdirection bezig zijn, moet ik wel eens lachen. Bij ons waren dat vijf mensen, die ook nog eens allemaal familie van elkaar zijn. Dat is echt grappig. Mijn moeder deed de production design, mijn twee neven waren de decorbouwers en setdressers, een zwager van hen was ook decorbouwer, en we hadden de rekwisieten van Ben Zuydwijk, die getrouwd is met de zus van mijn zwager. Ik zat thuis aan de eettafel met mijn moeder de film te bespreken. Het was één grote incestueuze bende. Jules kon niet meer schrijven, omdat ik zijn typemachine nodig had voor de film. Nee, hij kan niet op een computer werken." Wat de family affair heeft opgeleverd? "Iets wat een gewoon team niet was gelukt, omdat iedereen zestien stappen harder liep. Niemand is fatsoenlijk betaald. Iedereen heeft iets gekregen, maar het was belachelijk weinig. En producent Jeroen Rozendaal en ik hebben ons helemaal niet laten betalen."
Supertragisch
Zoals zoveel beginnende regisseurs vond Deelder het overzicht houden op de set het moeilijkste van regisseren. "Je moet beoordelen of wat je gedraaid hebt genoeg is. Gelukkig had ik een geroutineerde cameraman (Daan Nieuwenhuys, jvdb), die wist met welke instellingen je de meeste mogelijkheden in de montage hebt." Het regisseren van de acteurs viel haar minder zwaar. "Tegen Raymond Thiry hoef je eigenlijk niks te zeggen. Hoe minder je zegt, hoe beter, want als hij zijn eigen ding doet, is het prachtig. Naast hem had ik Anna Hermanns. Ik vind haar wezenloos goed. In deze rol kon ze zich niet helemaal uitleven, maar wat ze moest doen, deed ze goed."
Stilistisch wilde Deelder wegblijven van het Nederlandse polderrealisme. "Daar zitten vast en zeker prachtige films tussen, allemaal in hun recht, maar films waar ik blij van word, nemen me mee naar een andere wereld. Ik heb geprobeerd de humor die Aat Ceelen in het boek legt ook in de film te krijgen, weet je wel. Ik zit helemaal niet te wachten om te worden meegetrokken in iemand enorme verschrikkingen. Een mens heeft het al moeilijk genoeg en dan wil je op vrijdagavond als je naar de film gaat niet de sores van iemand anders er nog eens bij krijgen. In Toegetakeld door de liefde gebeuren komische dingen, maar als je er diep over nadenkt, is het supertragisch. Thiry kan heel goed op dat randje balanceren, zodat je er volledig in mee gaat."
"Ik ben een groot fan van Alex van Warmerdam. Ik vind het erg fijn dat bij Alex altijd alles klopt. In de locaties, decors en de hele stijl van filmen zit een absurdisme, dat mij aanspreekt." Haar heftigste filmervaring had Deelder vier jaar geleden op het filmfestival in Rotterdam. "Met een kater zag ik ’s ochtends om kwart over negen Bronson van Nicolas Windig Refn. Al bij de optiteling zag je die gozer als een beest in die kooi staan. Die Thomas Hardy is gewoon de nieuwe Robert De Niro. Bij deze film dacht ik echt: dit is waarom ik besta. Ik leef om deze film te kunnen zien. Soms ben je ergens waar het best gezellig is, maar denk je dat het ergens anders beter is, maar op die ochtend in dat krakkemikkige zaaltje op die klotestoel, wist ik dat dit is waarom we op deze wereld bestaan. Ik heb dat nooit zo heftig meegemaakt."
Armin van Buuren
"Ik ga niet zeggen dat ik me nu voor altijd volledig ga focussen op film, maar ik weet wel dat ik ontzettend graag nog een film wil maken. We zien het wel. Sinds een paar jaar draai ik ook plaatjes op feesten. Ik ben geen dj die platen naadloos in elkaar kan laten overlopen. Ik heb draai voornamelijk rock ’n roll-singeltjes van begin tot eind. Laatst vroeg men op een feestje om het soort muziek van Armin van Buuren. Toen ben ik weg gegaan, want zulke muziek heb ik niet. Ik ben van rock ’n roll en jazz. Heel ouderwets, maar dat ben ik eigenlijk in alles. In de film zit een jazzy soundtrack van New Cool Collective. Iedereen die en hekel heeft aan jazz weet niet waarover hij het heeft, want jazz staat voor neuken. Wist je dat?"
"Ik wil op een rock ’n roll manier blijven filmen. Ik snap niet dat mensen het volgens de regels willen doen. Ik ben bezig met een nieuw plan. Als ik nu heel erg ga verkondigen wat het is, moet ik later misschien gaan uitleggen dat het niet door gegaan. Ok, ik ben bezig met het verhaal Night in Tunesia van mijn vader. Ik las dat toen ik veertien was, omdat ik op school literatuur moest lezen. Ik snapte het verhaal, maar zie er nu iets anders in. Het gaat over een man die iets is verloren, maar niet beseft dat hij iets mist. Hij is ongelukkig, maar denkt dat dat normaal is. Als hij in Tunesië vrienden maakt, begrijpt hij dat het ook anders kan. Het mooie is dat het verhaal gaat over leven op een plek waar je je niet thuis voelt, maar zogenaamd hoort, waarna je de plek vindt, waar je je wel thuis voelt. Jules heeft dat op humoristische, maar ook vrij tragische wijze opgeschreven. Eh ja, dat herken ik in mijn leven. Als je in staat bent om de mooiste dingen te zien, kun je ook de vervelendste zien, weet je wel!?"
Jos van der Burg