Adrian Sitaru over PICNIC
Zomerse intriges

Adrian Sitaru
picnic van de Roemeense regisseur Adrian Sitaru bewijst dat een sterke film geen groot budget nodig heeft. Alleen een man, een vrouw en een aanrijding. En een camera.
Een auto-ongeluk wordt de aanleiding voor een manipulatief spel van aantrekken en afstoten nadat de twee inzittenden het slachtoffer meenemen naar een zomerse picknick aan de rand van een meer. Eerst lijkt het meisje nog beduusd van de aanrijding maar dan ziet ze haar kans schoon om wraak te nemen.
Wat meteen opvalt is de vorm die u koos waarbij de camera steeds het perspectief van de personages inneemt. De eerste versie van het scenario vertelde het verhaal als een soort Rashomon. Dus hetzelfde verhaal zou dan steeds vanuit het perspectief van een ander personage verteld worden: door de man, door zijn geliefde en door de prostituee. Maar dat zou saai worden. Toen heb ik het verhaal een meer normale conventionele structuur gegeven. En toen ben ik met dat idee gekomen om de camera steeds het point-of-view van een van de personages te laten zijn. Ik hou ervan om de kijker in de schoenen van het personage te laten staan. Ik bedacht ook dat wat er in de laatste scène gebeurt, en dat kan ik niet verklappen, veel sterker wordt door de camera op deze manier te gebruiken. Zo is het uiteindelijk in de zestiende versie van het scenario terechtgekomen. Ik hou van die point-of-view shots. Op een bepaalde manier ligt daar de toekomst van cinema.
Zoals in first-person-shooter games? Ja, door de kijker in het midden van de actie te plaatsen. De meeste regisseurs proberen dat met overdonderende geluidseffecten en dure visuele special effects maar het kan veel eenvoudiger en krachtiger met de camera. Voor mij was dat de uitdaging en volgens mij werkt het. Ik hou niet van games maar ik denk dat hun populariteit een signaal is dat we dit meer en meer in cinema zullen zien. Het is een krachtig instrument om je verhaal mee te vertellen.
Was dat ’tegen’ de camera acteren niet lasting voor de acteurs. Het filmen kostte tien dagen. Maar daarvóór heb ik maand met de acteurs geoefend om er zeker van te zijn dat alles goed zou gaan in die tien dagen. Ze moesten eraan wennen om in de camera te kijken. Dat was lastig in het begin want hun reflex is om in de ogen van de andere acteur te kijken. Het oefenen is het geheim voor het naturalisme in de film.
Was u niet bang dat de camera een soort gimmick zou worden? Zeker wel, jazeker. Zelfs mijn beste vrienden en mijn vriendin zeiden: ‘weet je het wel zeker? Wordt het niet teveel zo?’ Maar voor mij was dat juist een uitdaging. Ik geloofde heel erg in deze vorm.
U houdt van moreel complexe personages. Alle drie liegen en bedriegen. Ik ben erg gefascineerd door het menselijk gedrag. Dat het onze natuur is om te liegen, om te manipuleren. Zelfs nu lieg ik, terwijl ik met jou praat. Want natuurlijk wil ik dat iedereen mijn film goed vindt, en natuurlijk kies ik overal mooie woorden voor en probeer ik mooie antwoorden te geven. Wat we in onze mond nemen is vaak niet wat we in ons hoofd hebben. Dat is ons overlevingsinstinct want om te overleven in deze wereld moeten we liegen. Ook uiterlijk want we moeten er tenslotte leuk uitzien. En deze leugens en manipulaties bestaan zelfs tussen geliefden. Het is heel, heel zeldzaam dat we honderd procent oprecht zijn. In de film gebeurt dat alleen in het laatste gesprek. Daarvóór hadden ze allebei iets te verbergen.
Ik zag dat u van de verhalen van de Amerikaanse schrijver Raymond Carver houdt. Omdat hij precies dit mysterie tussen mensen beschrijft. Geen opvallend, wonderlijk mysterie maar dat wat vreemd en ondoorgrondelijk is in mensen. Op alledaagse momenten. Stel dat hier zo direct een vreemdeling op het terras komt zitten waarmee ik in gesprek kom. Dat zou een heel fascinerend en persoonlijk gesprek kunnen zijn. Tegelijk kan en zal ik die vreemdeling nooit kennen. Ik ken zijn diepste denken niet. Hij zelf ook niet waarschijnlijk. Bij Carver zijn zulke ontmoetingen tussen mensen tegelijk absurd en ontroerend. Dat wil ik in mijn films laten zien.
Al verwacht je dat soms, U laat de manipulatie nergens ontsporen zoals Haneke dat zou doen. Nee, ik probeerde een soort minimalisme daarin vast te houden en een bepaalde spanning te behouden in de dialogen. Voor mij zijn het manipuleren en het passieve geweld interessanter. Mensen zijn veel vaker op een passieve manier agressief naar anderen. Dat zit ‘m in kleine opmerkingen of insinuaties. Of in de manier waarop we naar iemand kijken. Hoe een man op straat naar een vrouw kijkt. Of andersom.
Voelt u zich bij de veelgeroemde Nieuwe Golf in de Roemeense cinema horen? Dat vind ik een lastige vraag. Want die nieuwe golf, dat zijn mensen als Cristian Mungiu, Cãtãlin Mitulescu en Cristi Puiu. Maar inmiddels zijn er ook nieuwe regisseurs opgestaan. Ik bijvoorbeeld. En Radu Muntean. Maar of wij nog steeds New Wave zijn. Misschien zijn we Second Wave (Lacht.) Een Française die een scriptie over de nieuwe Roemeense cinema heeft geschreven, vertelde me dat ik en Radu echt een ander soort cinema maken. Ik denk dat die dingen vanzelf duidelijk worden als we meer werk hebben gemaakt. Radu en ik hebben wel veel aan de regisseurs van die Nieuwe Golf te danken. Het is dankzij hen dat wij het lef kregen om een camera op te pakken en films te gaan maken.
U bent er nogal stellig over dat u geen Dogme-film hebt gemaakt. Ik ben wel door Von Trier beïnvloed omdat hij me liet zien dat je met minimale middelen een film kunt maken. Maar ik ben door veel meer mensen beïnvloed. Natuurlijk. Ook door Tarkovsky bij wie ik zag hoe beeld en verhaal samengaan, en dat het film eigenlijk alle kunsten samen zijn. Maar over Dogme nog: mijn film is niet met die intentie gemaakt. Ik had gewoon weinig middelen tot mijn beschikking dus ik moest over plot en beeld heel economisch gaan denken.
Ik heb trouwens ook geluk gehad bij het filmen. Ik kreeg mijn camera te leen begin oktober. Toen was het gelukkig nog best warm in Roemenië. Dat moest ook want het verhaal speelt zich in de zomer af. Als het weer toen slechter was geworden dan hadden we de film niet af kunnen maken. Na het filmen ben ik zelf gaan monteren omdat ik, ahum, geen geld had voor een editor. Ik heb mezelf toen monteren met Final Cut geleerd. In 2007 is de film een keer in Parijs vertoond en toen kreeg ik meteen een aanbod van een Franse producent. En toen ging de film vorig jaar plotseling naar Venetië.
Ronald Rovers
PICNIC | Adrian Sitaru | Roemenië, 2008 | Distributie: Contact Film/Filmfreak | Te zien: vanaf 24 september