Decor spaghetti­wes­terns uit­ge­roepen tot film­erfgoed

De Tabernaswoestijn in de Spaanse provincie Almería

De zon schijnt er ruim 3000 uur per jaar, het regent er maximaal 4 uit 365 dagen en alleen taaie vetplanten gedijen hier. Sinds Sergio Leone in de jaren zestig zijn Dollars-trilogie opnam in de Tabernaswoestijn, is dit een geliefd decor voor spaghettiwesterns. Daarom heeft de European Film Academy het Spaanse natuurgebied nu uitgeroepen tot ‘Schat van de Europese Filmcultuur’.

De Tabernaswoestijn is de twaalfde locatie op de lijst met Europees filmerfgoed, die de academie heeft opgesteld om publieke belangstelling te wekken voor plaatsen die belangrijk zijn voor het filmisch verleden van ons continent. Eerder werden onder andere de Potemkintrappen in Odessa, het Bergmancentrum in Farö en het Huis van de gebroeders Lumière, cinemapioniers te Lyon, uitgeroepen tot Schat van de Europese Filmcultuur.

In de Tabernaswoestijn vonden tussen 1950 en 2020 opnames plaats voor meer dan 300 films. Het beroemdste zijn natuurlijk Leone’s A Fistful of Dollars (1964), For a Few Dollars More (1965) en The Good, the Bad & the Ugly (1966), die Clint Eastwood tot superster maakten. Maar ook in de jaren daarna werden hier volop spaghettiwesterns – vanwege de locatie ook wel paellawesterns genoemd – gedraaid. El Condor (1970) van John Guillermin bijvoorbeeld en Red Sun (1971) van Terence Young maar ook diverse Bud Spencer en Terence Hill-films.

Tot de grote blockbusters die in de woestijn van Almeria zijn opgenomen behoren Lawrence of Arabia (1962), Conan the Barbarian (1982) en Indiana Jones and the Last Crusade (1989). Meest recentelijk was het landschap decor voor Game of Thrones en The Sisters Brothers (2018) van Jacques Audriard.