Venetië 2020

Spoken in de oorlogsmachine

La troisième guerre

De 77e editie van het filmfestival van Venetië was in veel opzichten bijzonder. Natuurlijk door het uitzonderlijke moment waarop het plaatsvond. Maar ook omdat een aantal urgente films de staat van de wereld onder de loep namen.

In La troisième guerre patrouilleren drie jonge Franse soldaten door de straten van Parijs. De al wat meer doorgewinterde Hicham legt de spelregels uit aan nieuwkomer Léo: “Jij ziet stoepen, ramen en passanten. Ik zie mogelijk verdachte activiteiten.” Het eerste waartegen in La troisième guerre gevochten wordt, blijkt het brein. Léo’s blik op de wereld moet opnieuw geprogrammeerd worden. Hij moet leren zien wat er eigenlijk niet is. Dat idee maakt van deze dramafilm een spookverhaal over een onzichtbaar gevaar dat leeft in de schaduw van de stad. Want als je het gevaar niet kunt zien, betekent dat niet dat het er niet is.

Het indrukwekkende speelfilmdebuut van de in Italië geboren, maar in Parijs woonachtige Giovanni Aloi verbeeldt zo op metaforische wijze de alledaagse consequenties van Frankrijks strijd tegen terrorisme. Aloi ziet deze strijd als een fabel die militairen tot een permanent onderdeel van het straatbeeld heeft gemaakt. Het levert een bizarre contradictie op: de soldaten zoeken naar onzichtbare gevaren, terwijl gewone burgers op straat moeten doen alsof ze alle militairen om hen heen niet meer zien.

Er lijkt geen einde in zicht voor deze militaire interventie van het alledaagse leven. Zolang er geen concrete vijand in beeld is om te verslaan, zal ernaar gezocht worden. ‘The Forever War’ wordt deze vorm van onafgebroken oorlogsvoering in Amerika genoemd, verwijzend naar de literaire sciencefictionklassieker van Joe Haldeman uit 1974 die de menselijke zucht naar conflict illustreert aan de hand van een intergalactische oorlog. Niet alleen de strijd tegen terrorisme, maar ook de strijd tegen drugs en armoede valt onder dit eindeloze en vaak grenzeloze conflict. Eindeloos, omdat is gebleken dat deze strijd generaties, generaals en presidentschappen overleeft.

Spookverhaal
Wat zegt het over de mensheid dat we ons van het ene conflict in het andere conflict begeven? In Venetië verdiepten meerdere films zich in die onstilbare honger naar strijd. Zo ondernam de Italiaanse regisseur Gianfranco Rosi — in november hoofdgast op documentairefestival IDFA — de monumentale taak om een coherent beeld te schetsen van het dagelijkse leven in het Midden-Oosten. Notturno schakelt tussen scènes die hij de afgelopen vijf jaar filmde in de oorlogsgebieden van Koerdistan, Libanon, Irak en Syrië. Daar volgde Rosi soldaten en burgers, grootmoeders en kinderen, docenten en psychiatrische patiënten, verliefde stelletjes en eenzame weduwen die hun leven leiden terwijl op de achtergrond een oorlog woedt.

Ook Notturno is een spookverhaal, waarin de dood in de marges van het beeld schuilt. Soms zijn die beelden betoverend mooi. Zoals van de visser die ’s nachts met zijn boot het water op gaat terwijl lichten van ver weg in het pikzwarte water spiegelen en het even duurt voordat doordringt dat dat het licht is van de oorlog. Meestal toont Rosi de sporen van oorlog via de mensen. In een leegstaande gevangenis schuifelt een groep vrouwen richting de cel waarin de zoon van een van hen werd doodgemarteld. In haar gebed spreekt de moeder tot haar overleden zoon. Ze is als een medium dat in contact staat met de spoken, de geesten, de doden van de oorlog. Dat is de methode die Rosi gebruikt: voicemailberichten, foto’s, filmfragmenten, theaterstukjes en kindertekeningen vertellen het verhaal van de oorlog en de bezetting. Rosi hoeft daar zelf weinig aan toe te voegen. Het enige wat hij als buitenstaander doet, is op gepaste afstand observeren en een alternatief bieden voor de clichés over het Midden-Oosten die mainstreamfilms en nieuwsmedia serveren. Een mooi visueel rijm met La troisième guerre vormen de shots van soldaten die vanuit een bunker de horizon in de gaten houden. Net als op de straten van Parijs is er niets te zien.

Sommige critici verwijten Rosi dat hij al deze specifieke streken en individuen over één kam scheert, maar daarmee doen ze het belangrijke werk van Notturno te kort. Deze documentaire doet het omgekeerde van de militaire interventie in La troisième guerre: hij maakt de voor de buitenwereld vaak onzichtbare emotionele, persoonlijke en mentale gevolgen van oorlog zichtbaar — het politieke ís persoonlijk en het persoonlijke ís politiek. Notturno is een testament voor de verwoesting van de levens van gewone mensen.

Srebrenica
Ook Jasmila Žbanić’ Quo vadis, Aida? vraagt de kijker om op een andere manier naar de gevolgen van een conflict te kijken. Het is een mokerslag, deze film over de val van Srebrenica en de genocide die plaatsvond. Žbanić, die met Grbavica in 2006 op de Berlinale een Gouden Beer won voor haar verbeelding van het leven na de Bosnische oorlog, richt zich nu voor het eerst expliciet op dit conflict. Ze baseerde het scenario van Quo vadis, Aida? op uitgebreid onderzoek.

Nauwkeurig zet de film uiteen hoe meer dan achtduizend Bosnische burgers konden worden vermoord onder het toeziend oog van Nederlandse VN-troepen. Het op echte personen gebaseerde, maar gefictionaliseerde hoofdpersonage Aida is het medium dat Žbanić gebruikt om de kijker de chaotische situatie binnen te leiden. Zij is de VN-tolk die de Nederlandse bevelen moet vertalen, terwijl ze moet toezien hoe de situatie continue verslechtert. Terwijl de bommen blijven vallen en de Bosnisch-Servische soldaten al bijna de stadsgrenzen hebben bereikt, zijn de Nederlandse blauwhelmen nog in de veronderstelling dat het Servische leger van generaal Ratko Mladić zal luisteren naar de waarschuwingen van de VN.

Žbanić wijst in deze intense film vooral op ethische vraagstukken: volgens welke regels moet je leven wanneer de militaire orde om je heen instort? Wanneer kun je in een oorlogssituatie spreken van overmacht? Hoe bepaalt men welke levens het waard zijn te beschermen en welke niet? “Don’t shoot the piano player”, horen we de Nederlandse kolonel Karremans natuurlijk zeggen. De man die namens de VN verantwoordelijk was voor de bescherming van de achtduizend moslimmannen. Had hij niet meer kunnen doen?, vraagt de film. Of was Karremans inderdaad slechts een tandwiel in een grotere machine die op een kritiek moment niet in beweging kwam?

Notturno

Cyclisch
Dat geen enkel bloedig conflict op zichzelf staat, laat de Mexicaanse regisseur Michel Franco zien in het ijzingwekkende New Order (Nuevo orden). De film laat zich het best bekijken als een metacommentaar op conflict en revolutie: als met het omverwerpen van de gevestigde orde de wortels van het onderliggende maatschappelijke probleem — ongelijkheid, onrecht, uitbuiting — niet aangepakt worden, verandert er voor de meeste mensen wezenlijk niets. Om dit gevoel over te brengen, zit de film cyclisch in elkaar. De openingsmontage laat flarden zien van destructieve momenten die later in de film terugkomen. De muziek die onder de montage speelt is Dmitri Sjostakovitsj’ Elfde Symfonie in G-mineur, ook wel ‘Het jaar 1905’ genoemd. Dit in 1957 geschreven stuk verwijst naar Bloedige Zondag, de dag waarop troepen van Nicolaas II met geweld een vreedzaam protest tegen de Russische tsaar de kop in drukten. New Order roept zo associaties op met de Oktober-revoluties die uiteindelijk tot de vorming van de Sovjet-Unie hebben geleid en daarmee een nieuwe periode inluidde van dictatoriaal bewind.

New Order laat zich niet alleen inspireren door de revolutie in Rusland, maar ook door meer hedendaagse vormen van protest als de gele hestjes in Parijs, de paraplu-beweging in Hongkong, Black Lives Matter in Amerika en equivalenten daarvan in de rest van de wereld. In de film bekogelen demonstranten de rijke bovenlaag met groene verf. Niet lang daarna beginnen de eerste moorden en plunderingen. Je zou kunnen zeggen dat Franco hier een cynisch beeld schetst van protesten, omdat ze leiden tot plunderingen, verkrachtingen en moorden. De werkelijkheid is genuanceerder: Franco stopt urgentie in de aanvankelijke protesten, maar laat ook zien dat er altijd mensen zijn die de licht ontvlambare energie van een protest voor eigen gewin willen inzetten.

In de chaos van het moment laten mensen zich misleiden door zowel machthebbers als opruiers. Met vaak ingrijpende conflicten tot gevolg. Conflicten waarin fabels en geesten een grotere rol spelen dan we doorgaans beseffen. Samen beschrijven deze films de contouren van een oorlogsmachine, een permanente staat van conflict waaruit we maar niet lijken te kunnen ontsnappen. New Order eindigt met het vaak aan Plato toegeschreven citaat: ‘Alleen de doden hebben het einde van oorlogen gezien.’