New York Film Festival 2020, blog 2

Uitdagende vormen

Ouvertures

Filmcriticus Wilfred Okiche doet vanuit Lagos verslag van het New York Film Festival, dat in 2020 een hybride evenement is. In zijn tweede verslag twee films die gevestigde verhaaltechnieken op z’n kop zetten.

Het ‘Currents’-programma van het New York Film Festival, dat dit jaar werd geïntroduceerd door het nieuwe programmeursteam, volgt in de voetstappen van eerder secties op het festival, zoals ‘Views from the Avant-Garde’ en ‘Projections’. Het doel is een selectie films van over de hele wereld die risico’s nemen en in hun vorm en inhoud gevestigde ideeën over cinema uitdagen.

Ouvertures, het eerste project van The Living and the Dead Ensemble (een kunstenaarscollectief met leden uit Haïti, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) is zeker markant genoeg om zich onder die beschrijving te scharen. Met Ouvertures – deels geschiedenisles, deels klankgedicht, deels performancekunst – zichzelf een complexe uitdaging. Het project schetst in omgekeerd-chronologische volgorde het leven van de Haïtiaanse generaal en revolutionair Toussaint L’Ouverture, van zijn gevangenschap in Frankrijk en terdoodstelling door Napoleons leger tot aan hedendaags Port-au-Prince. Henderson en Marboeuf volgen een groep acteurs, die een Creoolse bewerking van Édouard Glissants toneelstuk Monsieus Toussaint voorbereiden.

Waar het project in eerste instantie simpelweg bedoeld was als visuele documentatie van het proces van vertaling en adaptatie, werd het doel gaandeweg meerdere keren bijgesteld. In zijn huidige vorm vermengt het project thematische ideeën vanuit verschillende verhaalperspectieven.

Direct in de openingsscènes maakt Ouvertures al duidelijk dat het zijn eigen pad bewandelt. Henderson en Marboeuf zijn niet geïnteresseerd in een rechtdoorzee reconstructie van het leven en de nalatenschap van Toussaint L’Ouverture. Ze zoeken naar iets abstracters, dat desondanks net zo tastbaar is: L’Ouverture’s erfenis zoals die vandaag de dag leeft onder jonge Haïtianen, generaties van de bron verwijderd. Via improvisaties, muzikale optredens en repetities, die zijn verdeeld in drie in elkaar grijpende hoofdstukken, onderzoeken de leden van het collectief wat het stuk voor hen betekent en welke lessen ze eruit willen destilleren. De reeks gesprekken stelt de spelers in staat thema’s als de slavernij en de gevolgen daarvan, vrijheid en feminisme te onderzoeken.

De filmmakers, die nauw samenwerken met het collectief, raken verweven in een complexe, bijna mythische dans die vraagtekens zet bij het dominante narratief over Haïti als speelbal van imperialistische machten. Stukje bij beetje tonen ze zo een identiteit die dichter bij henzelf licht, bij hun realiteit en de cultuur waar ze uit voortkomen.

I Carry You With Me

Voor Iván en Gerardo, de centrale personages van het hartverwarmende I Carry You With Me, leidt de zoektocht naar hun authentieke identiteit over grenzen, om te ontsnappen aan een verstikkende omgeving. Maar de band met ons thuis blijkt niet iets dat je zomaar van je afschudt. Thuis is een gemoed, een collectie levende herinneringen, geliefden die werden achtergelaten, verlangens naar een toekomst. Thuis is de trots van persoonlijke overwinningen, succes en falen. Thuis is alles dat vooraf ging en alles dat nog zal volgen.

Regisseur Heidi Ewing vermengt het persoonlijke met het politieke in haar eerste speelfilm. Ze vertelt een meeslepend, uit het leven gegrepen liefdesverhaal dat intiem verbonden is aan de alledaagse worstelingen van haar personages en de plek waar zij vandaan komen. Via narratieve en structurele trucs vermengt Ewing fictie en documentaire om zo de Amerikaanse Droom op de snijtafel te leven: het recht van het individu op zelfontplooiing, de toegeschreven rol van de staat om geliefden uit elkaar te drijven.

Ook in I Carry You With Me signaleren de openingsscènes de ongebruikelijke vorm. In voice-over vertelt een man van middelbare leeftijd – later zal blijken dat het Iván is – over een droom die draait om een wanhopig verlangen naar familie. Vervolgens leidt Ewing ons vakkundig heen en weer door de tijd in haar gedurfde narratief, dat begint in Mexico en decennia later eindigt in New York.

Dat Ewing erin slaagt om het wijdse perspectief, de veelvoud aan thema’s en de constant door de tijd springende vertelling toch samen weet te ballen in een hapklare vertelling, toont hoezeer zij het materiaal in de vingers heeft. Tegen dat we in de derde akte zijn aanbeland, zijn de jonge acteurs die Iván en Gerardo spelen vervangen door de echte geliefden die de inspiratie voor Ewings film vormden. Haar visuele stijl verandert dan ook, van zachte, droomachtige kleuren naar een meer realistisch ogende stijl die duidelijk maakt dat de film zich nu op documentaire gebied begeeft. Ook de betekenis van de titel van de film – losjes gebaseerd op een gedicht van E.E. Cummings – verschuift mee. Wat eerst een construct van romantische liefde is, wordt vervolgens gekleurd door patriottische impulsen en een diep verlangen naar een thuis.

Hoewel I Carry You With Me wordt vertoond in het hoofdprogramma van het festival, voelt het als een film die in dezelfde lijn staat als Ouvertures – een ‘Currents’-film, zowel in stijl als toon. Beide films zijn onvergetelijke cinema die gevestigde verhaalvormen omarmen voordat ze nauwgezet worden ontbonden.