Cinekid Industry Forum 2024
Tien dingen die het jonge publiek zou kunnen vragen
Wat vinden de kinderen eigenlijk van al dat moois, spannends of verrassends dat er voor ze wordt gemaakt? Natuurlijk mogen ze op Cinekid stemmen voor de publieksprijs, maar er valt veel meer over te zeggen. Dat was de insteek van een recent onderzoek waarbij 374 kinderen in de leeftijd van 7 tot 11 jaar uit twaalf Europese landen uitvoerig werden ondervraagd. De resultaten werden donderdag uit de doeken gedaan door onderzoeker Rikke Flodin in een presentatie tijdens het Cinekid Industry Forum.
Het Cinekid Industry Forum 2024 ging gisteren van start met Rikke Flodins presentatie ’10 Questions from the Young Audience’. Daarin presenteerde ze het pan-Europese onderzoek, opgezet door de Duitse lobby-en netwerkorganisatie voor jeugdfilms KIDS Regio in samenwerking met de Deense researchorganisatie Will & Agency. Praat met ze, is de allerbondigste aanbeveling.
De verschillende bevindingen kregen in de presentatie elk een vraag mee die jonge kijkers zouden kunnen richten aan de filmprofessionals, van makers tot beleidsfiguren en fondsenmensen. Zoals bijvoorbeeld: “Heeft u er wel aan gedacht hoe snel ik opgroei?”
Niet alleen is een huidige tienjarige heel iemand anders dan bijvoorbeeld de filmmaker zelf toen die tien was. Ook nu al is er tussen de jongsten en de oudsten uit de onderzoeksgroep een groot verschil. Een zevenjarige kan nog heel erg op zichzelf zijn, terwijl een vijf jaar ouder kind al bezig is met de wereld en de toekomst. Misschien, is een suggestie aan makers, zou een jonger publiek meer geïnteresseerd kunnen zijn in je project als je het een wat volwassener toets geeft.
Quotes van kinderen
Ook kijkgedrag en aanbod zijn heel anders geworden. “Vergeet niet dat een film voor mij vaker 7 seconden duurt dan twee uur”, zou een kind kunnen opmerken. Het begrip ‘film’ heeft voor kinderen tegenwoordig een heel diverse betekenis. Deense kids zien 225 TikTokfilmpjes per dag. Aardig is in dit verband ook hoe ze de films zien: speelfilms kijken ze meestal samen met ouders of familie in de bioscoop, maar series kijken ze voornamelijk alleen.
Heel verrassend zijn de tien bevindingen misschien niet, maar wel mooi om weer eens een recente update van voorkeur en kijkgedrag van de jeugd te hebben. Films mogen best over kinderen gaan (en liefst een paar jaar ouder dan de kijker), maar zeker niet kinderachtig zijn. Dan krijgt het al snel het predikaat “voor babies!”, zoals uit enkele quotes van de kinderen zelf blijkt.
Een Portugees meisje van negen schetst een profiel dat goed bevalt: “Een grappige film, met avontuur in andere landen, en een andere tijd. Met hoofdpersonen die op mij en mijn vrienden lijken.” Met andere woorden: ongewone dingen en verrassingen zijn een plus, maar er moet ook herkenbaarheid zijn.
Echte emoties zijn belangrijk. Het eerste wat kinderen over een film vertellen zijn vaak de personages, niet het verhaal. “Zorg voor goed uitgewerkte personages, en stort je pas daarna op plot en de ontwikkeling van het verhaal”, was dan ook een advies tijdens de presentatie. Naast herkenbaarheid kan iets buitengewoons zeker helpen de nieuwsgierigheid te prikkelen. Deense kinderen kijken bijvoorbeeld liever naar een highschoolfilm die zich in Thailand afspeelt dan in Denemarken zelf, zo gaf Flodin als voorbeeld.
“Waarom kijk je een film?”, was een vraag die de kinderen kregen voorgelegd. “Ik wil me gelukkig voelen”, was een van de antwoorden.
Niet betuttelen
Het zijn maar enkele van de door Flodin gepresenteerde bevindingen, waar ze aan toevoegde dat het geen vast recept is. 374 kinderen uit twaalf landen is misschien een wat kleine steekproef, de onderzoekers hadden het ook graag groter gezien, maar ja, het budget. Niettemin oogt het als een goede en gedetailleerde schets van de huidige kinderkijkcultuur. Al mist er misschien aandacht voor individuele verschillen. Ik neem aan dat niet alle zevenjarigen dezelfde voorkeuren hebben, maar de nadruk ligt nu wel erg op de belangrijkste trends.
Een belangrijke slotconclusie is dat kinderen niet betutteld willen worden en al behoorlijk mediawijs zijn. Flodin hoopt ook dat het Europese filmmakers inspireert om over de eigen grenzen te denken en films te maken die kunnen reizen. De overeenkomsten van de kinderen in Europa zijn groter dan de verschillen, al kwamen die uit het onderzoek ook wel naar voren.
Kinderen in Nederland en de Noordelijke landen zien graag (sociaal)realisme gecombineerd met iets dat dit overstijgt, iets met spanning of actie. Duitse kinderen zijn wat voorzichtiger, wat meer feel-good is daar prima. In Polen mag het best magisch zijn terwijl Portugese kinderen heel veel animatie zien.
Iets wat ik me zelf overigens wel afvroeg toen ik over de opzet van dit project las is: gaat al die aandacht voor de voorkeuren van de kijkers niet ten koste van originaliteit? Krijgen de kinderen op die manier meer van hetzelfde te zien? Maar Flodin verzekerde ons tijdens het nagesprek dat het zeker niet de bedoeling is het creatieve proces te beperken. Integendeel, het creatieve idee staat altijd voorop. Ze wil makers aansporen grenzen te verleggen, en dapper en nieuwsgierig te zijn.
Amerikaanse film
Iemand anders merkte tegen het eind op dat er wel een grote olifant in de kamer staat, en dat is de Amerikaanse film, die in de filmbeleving van de jeugd heel sterk aanwezig is. Zie een qoute van een jongen van tien uit Portugal: “Het moet een actiefilm zijn, met drama en wat horror. Met animatiefiguren en dieren. In de toekomst, in een stad met een hele rare vliegende auto zonder wielen. En er zijn mensen die figuren van een andere planeet willen doden.”
Dat zal ongetwijfeld ook de uitkomst van het onderzoek kleuren. Anne Schultka, projectmanager van KIDS Regio, bevestigt die Amerikaanse dominantie tamelijk griezelig te vinden. “Het is belangrijk ook ook andere culturen te laten zien.”
Het rapport van KIDS Regio met onder meer een lezenswaardig verslag van het onderzoek, met veel quotes van kinderen, zal dan ook niet voor niets de titel Building Bridges hebben gekregen.
Het rapport Building Bridges is te downloaden via de website van KIDS Regio.