Cannes 2024, blog 9: male gaze
Het probleem is niet de male, maar de gaze
Het lichaam van vrouwen staat centraal in de films van zowel mannelijke als vrouwelijke regisseurs in de hoofdcompetitie van de 77e editie van Cannes. En dus hebben we het hier vaak over de male gaze. Maar kunnen we ook spreken van een female gaze?
De schaars geklede sekswerker Anora in Sean Bakers Anora. De eveneens schaars geklede personificatie van schoonheid en wijsheid Parthenope in Paolo Sorrentino’s Parthenope. De perfecte vrouw Sue die constant naar haar naakte lichaam staart in Coralie Fargeats The Substance. Influencer Liane die in Agathe Riedingers Wild Diamond naar lichamelijke perfectie streeft. De weduwnaar die een app heeft ontwikkeld waarmee hij naar het ontbindende lichaam van zijn vrouw onder de grond kan kijken in David Cronenberg’s The Shrouds.
Ja: vrouwen en hun lichaam spelen een hoofdrol in de Cannes-competitie. En dus gaat het hier op het festival onvermijdelijk over de male gaze. En daarbij onlosmakelijk ook over de female gaze.
De term male gaze wordt zo vaak klakkeloos gebruikt dat het belangrijk is om de definitie erbij te halen. Laura Mulvey bedacht de term om de nadruk in films op het esthetische genot van de veronderstelde mannelijke kijker te duiden. De mannelijke blik (al klopt die vertaling niet helemaal, omdat ‘gazing’ eerder ‘staren’ betekent) toont het vrouwelijke personage zowel als object van verlangen voor de (mannelijke) personages in de film als object van verlangen voor de (mannelijke) toeschouwer van de film. Mulvey gaat hierbij uit van heteroseksualiteit.
Pogingen om de male gaze in cinema te ontmantelen richten zich vaak op het bijvoeglijke naamwoord male, en stellen dus een female gaze voor als het tegenovergestelde van de male gaze. Dat gaat vaak voorbij aan het staren zelf, aan de objectiverende blik. De female gaze is trouwens een vage term: soms wordt het gebruikt om alles wat niet de male gaze is aan te duiden, soms gaat het specifiek over een objectiverende blik op mannen (denk hier bijvoorbeeld aan de Twilight-films), dan weer is alles wat een vrouw maakt een voorbeeld van de female gaze. Volgens mij kunnen we dat laatste beter een vrouwelijk perspectief noemen.
De vaagheid van de term female gaze werd pijnlijk duidelijk tijdens het interview dat ik had met Agathe Riedinger over Wild Diamond, een film die bewust de male gaze tart. Liane’s streven naar schoonheid gaat namelijk niet om het erotische genot van de ander, noch binnen de film noch de kijkers ervan. Liane is niet zo geïnteresseerd in mannen en haar lichaam wordt niet als sexy, maar vooral als krachtig neergezet. Geen male gaze dus, maar is het daarmee meteen vrouwelijk? Een collega met wie ik Riedinger interviewde, vroeg haar naar de female gaze van haar vrouwelijke cinematograaf en of het belangrijk voor Riedinger was om met een vrouw te werken. Riedinger begreep de vraag niet. Wat bleek: DoP Noé Bach is een man.
Ook de andere film in de hoofdcompetitie die de male gaze ontwricht, Coralie Fargeats The Substance, heeft trouwens een mannelijke cinematograaf. En juist de film die het schoolvoorbeeld is van de male gaze, Paolo Sorrentino’s Parthenope, werd door een vrouw gedraaid. Natuurlijk werkten deze DoP’s samen met de regisseurs van de films, maar het is op zijn minst interessant dat een vrouw de mannelijke blik kan reproduceren.
The Substance gaat over de obsessie van mannen met mooie, jonge vrouwen. Een obsessie die geïnternaliseerd is door de vijftigjarige hoofdpersoon Elisabeth Sparkle (Demi Moore). Nadat ze door haar baas Harvey (een nod naar Harvey Weinstein) ontslagen wordt als tv-fitnessinstructeur, krijgt ze ‘The Substance’ in handen, een mysterieus goedje waarmee ze een perfecte (lees: mooiere en jongere) versie van zichzelf kan worden. Maar ze zal het leven met deze versie moeten delen: elke zeven dagen moeten ze omruilen. (De grap is natuurlijk dat het spul en de film ‘The Substance’ heten, terwijl beiden alleen maar om uiterlijk gaan. Elisabeth wordt niet slimmer of grappiger of liever, alleen mooier en vooral jonger.)
De film neemt een The Picture of Dorian Gray-achtige wending, waarin de schoonheid van haar alter ego Sue (Margaret Qualley) leidt tot Elisabeths lichamelijke aftakeling. Fargeat gaat daarin ontzettend ver: ze rekt het groteske op totdat het absurd wordt. Als je denkt dat het niet raarder kan worden, zet ze nog een tandje bij. Hoe langer ik over deze film nadenk, hoe beter ik ‘m vind.
Sorrentino’s Parthenope gaat over een vrouw die zo mooi is dat iedereen verliefd op haar wordt. Net zoals The Substance bestaat de film grotendeels uit shots van haar gezicht en haar lichaam. Alleen wordt dit nooit ontwricht. De film draait om de onweerstaanbaarheid van Parthenope, zowel voor de personages in de film als voor de veronderstelde kijker.
Daria D’Antonio, de cinematograaf van Parthenope, zei tijdens de persconferentie over de film dat ze niet gelooft in de male gaze, omdat het een vereenvoudiging is. “Er is alleen een menselijke blik”, zei ze. Ze bedoelde het vast niet zo, maar ik denk dat ze onbedoeld op een juist spoor zit: het gaat niet alleen om de male gaze, het gaat om het staren zelf, en dat is niet alleen een probleem van mannen. Daarom werd de term bekritiseerd om zijn ontoereikendheid en werden onder andere de termen white gaze, straight gaze en colonial gaze bedacht. En daarom is de female gaze ofwel een vaag begrip waarin ongeveer alle vormen van filmmaken kunnen vallen, ofwel een subversief begrip waarin de male gaze gereproduceerd wordt, maar dan gericht op mannen.
Als we onze pijlen richten op het idee van een gaze, een manier van kijken die een persoon objectificeert, komen we verder. De male gaze is, net als de straight en white gaze, een subtype van dit staren, waarbij bepaalde camerabewegingen en plotelementen horen. De female gaze als een blik waarin vrouwen worden getoond als volwaardige personen is dus een contradictio in terminis. Op die manier filmmaken zou namelijk juist de afwezigheid van een gaze betekenen.
Ik denk dus dat we The Substance niet moeten zien als een voorbeeld van de female gaze, maar als een ontwrichting van de gaze in het algemeen. De film toont uitvoerig de naakte lichamen van Qualley en Moore: close-ups van blote borsten en billen, glanzende lippen die uit een blikje cola drinken. Vervolgens maakt ze van deze lichamen eerst walgelijke, dan groteske en ten slotte absurdistische figuren. Het is een uitdaging van de gaze: het groteske lichaam wordt op precies dezelfde manier getoond als het mooie lichaam, terwijl de film voortdurend de nadruk legt op de ervaring van Elisabeth en Sue. Als hun handen hun veranderende lichaam aanraken, is dat niet zodat wij ons kunnen voorstellen dat wij hun lichaam aanraken, maar zodat wij ons voorstellen dat we ons eigen, veranderende lichaam aanraken. We kijken niet alleen naar de film, de film kijkt ook terug.