Cannes 2022, blog 1

Truman aan het einde van de wereld

Coupez!

De Filmkrant doet verslag van het 75e filmfestival van Cannes. Hoewel het een jubileumjaar is en covid-19 na twee gemankeerde festivaledities naar de achtergrond is verdwenen, lijkt het festival minder te willen vieren en meer te willen stilstaan bij urgente politieke kwesties.

Jim Carrey als Truman Burbank siert de poster van de 75ste editie van het filmfestival van Cannes, dat vandaag losbarst. Het meest iconische moment uit The Truman Show (1998) is gekozen als het officiële campagnebeeld van het festival: Truman aan het eind van de wereld, die een trap aan de grens van de gigantische televisiestudio beklimt om uit de simulatie van zijn eigen leven te stappen.

De tragikomedie van Peter Weir, bijna vijfentwintig jaar oud, krijgt binnenkort een Franse rerelease in gerestaureerde vorm, maar dat lijkt niet de enige reden te zijn waarom een beeld uit deze iconische film over media en manipulatie dit jaar overal langs de festivalboulevard hangt. De behoefte om à la Truman te ontsnappen aan isolatie, informatiebubbels en fake news is sterker geworden in een wereld met constante berichtgeving over covid-19, ecologisch onheil en oorlog op Oekraïens grondgebied.

Cannes lijkt met nog meer media voor die ontsnapping te willen zorgen. Of beter: Cannes wil die verantwoordelijkheid overlaten aan de juiste media. Want is het niet de cinema, hoor je de festivalorganisatie bijna denken, die met haar waakzame en aandachtige blik op de wereld tegenwicht kan bieden aan de giftige beeldenstroom waar we in het dagelijkse leven mee te maken hebben? Cannes is er natuurlijk nog steeds voor de glitz, de glamour en voor de door champagne-merken gesponsorde mediacampagnes, maar datzelfde mediacircus biedt een ook nog altijd ongeëvenaard podium voor makers van geëngageerde cinema met een kritische blik op de stand der dingen.

Dit jaar voelt die verantwoordelijkheid acuter. Het lijkt er vooral op dat de oorlog in Oekraïne een stempel op het programma en beleid van Cannes heeft gezet. Pacifisme is daarbij een sleutelwoord. Daarom is For the Sake of Peace toepasselijk als onofficiële festivalopener. De documentaire over een mogelijk einde aan het gewapend conflict in Zuid-Soedan werd geproduceerd door Forest Whitaker, die dit jaar een ere-Palme d’Or krijgt. Volgens de beschrijving is For the Sake of Peace een film over tragiek en duisternis, maar uiteindelijk ook over hoop en menselijke veerkracht. Het intrigeert om die film naast Mariupolis 2 te zetten van de Litouwse regisseur Mantas Kvedaravičius. Afgelopen april werd hij door Russische troepen in Oekraïne gevangengenomen en vermoord. Het materiaal wat hij daar schoot was bedoeld als vervolg op Mariupolis (2016), een indringende film over een toen nog sluimerende oorlog die het alledaagse leven van bewoners van de stad Marioepol begon over te nemen. De nieuwe film speelt zich opnieuw af in de inmiddels tot puin gebombardeerde stad en laat het onmiddellijke effect van die oorlog zien.

Mariupolis 2

Achter de schermen neemt het festival ook een uitgesproken politieke positie in. Op een nieuwe film van Kirill Serebrennikov na, zijn Russische films geweerd van de programmering. Ook Russische journalisten die werken voor platforms die zich niet expliciet hebben uitgesproken tegen de daden van Poetin zijn dit jaar niet welkom. Zelfs de officiële openingsfilm van Michel Hazanavicius was aan verandering onderhevig. De oorspronkelijke titel Z (comme Z) riep te veel associaties op met het door Rusland omarmde symbool voor de invasie. Nu staat Hazanavicius’ zombiekomedie dus als Coupez! in het programma (of Final Cut voor de internationale markt). Tegelijkertijd probeert het festival de Oekraïense filmindustrie een boost te geven met een speciaal “Ukraine in Focus”-programma. Oekraïense films op het festival zijn onder andere Maksim Nakonechnkyi’s Butterfly Vision (in de sectie Un Certain Regard), Sergei Loznitsa’s The Natural History of Destruction (Special Screenings) en Dmytro Sukholytkyy-Sobchuk’s Pamfir (Quinzaine des Réalisateurs).

Natuurlijk is de politieke focus op Rusland en Oekraïne slechts een fractie van wat zich de komende weken op het festival gaat afspelen. De truc is om deze dingen te erkennen, zonder andere belangrijke makers, werken en verhalen ermee te overschaduwen. Nieuwe films van onder andere James Gray, Hirokazu Kore-eda, Lukas Dhont, Kelly Reichardt, Claire Denis, Ali Abbasi, Cristian Mungiu, Mia Hansen-Løve en talloze andere makers moeten immers ook gezien en besproken worden. Uiteindelijk is dat het meest typisch aan Cannes: een opeenstapeling van tegenstellingen en een opeenvolging van urgente films die allemaal moeten vechten om hun portie media-aandacht. Zie het als The Truman Show in het kwadraat, maar dan onder een echte, veel fellere zon.