Berlinale 2021, blog 1
Virtueel naar Berlijn

Ich bin deine Mensch
Om zeven uur vanmorgen ging de 71ste editie van het filmfestival van Berlijn van start. Zonder openingsceremonie, rode lopers of feestjes, en geheel online.
Het zal geen toeval zijn dat twee van de drie competitiefilms die op de eerste dag van de digitale 71ste editie van het filmfestival van Berlijn beschikbaar werden gemaakt, zich afspelen in Berlijn. Een aardige manier, zo moet de festivalorganisatie hebben gedacht, om de filmprofessionals die vanuit hun werkkamers over de hele wereld inloggen bij het festival toch nog een beetje naar Berlijn te halen.

Al is de grap dan wel weer dat Introduction, de nieuwe film van vaste festivalgast Hong Sang-soo, weliswaar deels in Berlijn werd gedraaid, maar visueel even goed in elke andere grote stad had kunnen spelen. Zoals altijd bij Hong bestaat de film grotendeels uit dialogen, die met name in inwisselbare interieurs van Koreaanse barretjes plaatsvinden. Maria Schraders Ich bin deine Mensch pakt gelukkig wel lekker uit met weelderige beelden van de Berlijnse grootstedelijke architectuur. Die vormt het decor voor een een arty scifi-verhaal over de relatie tussen een vrouw en een robot. Uiteraard draaien de ideeën over deze nagebootste mens vooral om vragen over wat het betekent een écht mens te zijn.
Even goed kun je je afvragen in hoeverre een digitaal nagebootst festival nog wel een festival is. Net als het filmfestival van Rotterdam heeft de Berlinale zich dit jaar in tweeën gesplitst. Deze week vindt online de eerste helft plaats, voornamelijk gericht op de filmindustrie. Het filmprogramma met premières en competities, de gigantische European Film Market, en het trainingsprogramma Berlinale Talents: alles vindt online plaats. Voor het algemene publiek is daarvan alleen een aantal talkshows en workshops uit het Talents-programma te ‘bezoeken’. Het publieksprogramma is verder geheel doorgeschoven naar juni, wanneer er hopelijk weer mogelijkheden zijn om fysieke vertoningen te organiseren (desnoods in de open lucht) en de makers naar Berlijn te laten reizen. Ook rode-loper-evenementen, feestjes en prijsuitreikingen worden tot juni bewaard (al worden komend weekend wel al de winnaars bekendgemaakt).
Zo ging het festival dus vanmorgen zonder enige bombarie van start. Om zeven uur werden de digitale pijpleidingen opengedraaid en kon men films gaan kijken; dat was het. Het IFFR probeerde begin februari tijdens de online editie de festivalervaring enigszins na te bootsen, via onder meer een platform waar festivalgasten elkaar kon ontmoeten om te videochatten. Berlijn laat zulke benaderingen van een live-festival achterwege. Zelfs de traditioneel goedbezochte persconferenties voor de competitiefilms worden niet georganiseerd (behalve waar persagenten zelf iets op poten zetten).
Daarmee ligt het risico op de loer dat de festivalervaring zodanig gefragmenteerd wordt, dat in feite geen sprake meer is van een festival. Dat is immers in de eerste plaats een ontmoetingsplek – ontmoetingen van mensen, maar ook ontmoetingen van films. Een plek waar films met elkaar gaan communiceren en zo een rijkere ervaring creëren dan ze ieder op zichzelf zouden opleveren. Die communicatie ontstaat normaal gesproken in de wandelgangen, bij toevallige ontmoetingen waar je kleine observaties deelt die zo samen een groter geheel gaan vormen. Het is afwachten of zonder dat cement de komende vijf dagen alsnog een festival ontstaat – met andere woorden, of het meer wordt dan een platform met pakweg 150 nieuwe films.