Prénom Carmen #5

Rampen-filmelarij

Carmen Felix schrijft over mainstream, genre en niche en gaat heus haar mening niet onder bioscoopstoelen of lounge-banken steken.

Ik ben altijd door het dolle heen als ik zie dat er nog steeds studio’s zijn die eens in de zoveel jaar investeren in een lompe, dure rampenfilm. Hoewel, ik discrimineer niet: ik word ook blij van een lompe, goedkope rampenfilm. De rampenfilm is een van mijn favoriete genres. En nee, dit wordt geen zielig riedeltje over guilty pleasures, die term is voor mensen vol zelfhaat die niet zonder ironie voor hun eigen smaak uit durven te komen.

Ik hou oprecht van het vaste regime waar de rampenfilmelarij zich al jaren aan houdt: er is altijd een flinke dreiging, of het nou een alien-­invasie, het weer of een buitenlandse vijand is. Er zijn ook altijd allerlei mensen, die elkaar niet kennen maar wiens levens uiteindelijk keihard verstrengeld blijken te zijn, in paniek over deze dreiging. De dreiging is altijd wereldwijd, maar laten we wel wezen: de hoofdrol is wel altijd weggelegd voor een grote Amerikaanse stad, het liefst L.A. of New York.

Een paar scènes die ik sowieso in een rampenfilm wil terugzien: ik wil dat er een ernstig kijkende maar vriendelijke Amerikaanse president wordt gebeld met slecht nieuws over de wereld die aan gort wordt getrapt door een reuze-­alien of zondvloed van bijbelse proporties. Ik wil minstens één keer zien hoe een kleuter, met favoriete teddybeer in d’r hand, vol angst naar de lucht boven haar kijkt terwijl er om haar heen mensen in paniek wegrennen voor het gevaar. Ik wil dat er een paniekerige medewerker van wat voor een belangrijke dienst dan ook, vol zenuwen door het beeld stapt en iemand anders mededeelt dat “Tokio is gevallen”.  Ik wil een wetenschapper als held, die eerst niet wordt geloofd en dan tóch de belangrijkste mensen achter zich krijgt. Ik wil dat een oud en tikkie insignificant persoon zichzelf opoffert om bijvoorbeeld op een gekke, rode knop onderwater te drukken waarna hij helaas niet meer terug kan zwemmen om door te gaan met z’n leven. Ik wil een bad guy maar dan het liefst een vrouw waarvan ik in het begin al dacht dat ze niet te vertrouwen was, want hoezo werkt ze de wetenschapper zo tegen en wat fluisterde ze net tegen haar assistent? Ik wil dat er tegen het eind een vermiste en vooral doodgewaande hond levend van onder het puin wordt gehaald. Ik wil bekende landmarks in bijvoorbeeld New York volledig naar de tering geholpen zien worden door horrorhagel of een leger aan op hol geslagen drones. Maar boven alles wil ik dat de protagonisten, ondanks alle logica, het overleven. Misschien op één persoon na, als ze maar niet aan het aantrekkelijke hetero­stelletje komen waarvan je al de hele film hoopt dat ze elkaar een dwarslaesie pompen.

Hoe heerlijk is het om te genieten van de adrenaline van een neerstortend vliegtuig vol schoolkinderen op weg naar een museum in Washington D.C. als je daarna rustig op de wc kan gaan zitten om door je Instagram te scrollen terwijl je geniet van hoe zorgeloos je eigen leven is?

Geschreven door Carmen Felix