Prénom Carmen #68

Lobbig lijkvocht

Drag Me to Hell

Carmen Felix schrijft, voor de laatste keer, over mainstream, genre en niche.

Er zijn van die regisseurs die je meteen herkent, ook als ze jaren niets geregisseerd hebben. Sam Raimi is er zo één.

Zijn laatste échte horrorfilm, Drag Me to Hell uit 2009, blijft voor mij een klein meesterwerk. Het is een film die het plezier van horror weer smerig durft te maken. Geen ironische knipoog, geen blowende sukkels in een spookhuis, maar kleverige horror vol slijm, tanden, vloeken en paniek.

Ik kan nog steeds hardop lachen om die scène waarin het hoofdpersonage eindelijk denkt van de vloek af te zijn, om vervolgens bedolven te worden onder lijkvocht uit de mond van de dode zigeunerheks. Dat soort smerigheid is pure Raimi: over de top, boerenkinkelachtig lomp en met een duister gevoel voor timing.

Na Drag Me to Hell verdween Raimi voor lange periodes uit de regiestoel. Hij produceerde van alles, van redelijke horrorhitjes tot onhandige niemendalletjes, en regisseerde twee grote studiofilms (Oz the Great and Powerful en Doctor Strange in the Multiverse of Madness), maar zelden zat er iets tussen wat écht zijn handtekening droeg.

Wat ik aan hem waardeer is dat hij horror niet behandelt als een genre met regels, maar als een speeltuin vol smerige mogelijkheden. Hij weet dat walging en humor dicht bij elkaar liggen, dat een goed geplaatste spuugstraal of uitpuilend oog meer vertelt over menselijke kwetsbaarheid dan een bladzijde dialoog. Drag Me to Hell was daarin bijna een manifest: een film die tegelijk goor en geestig is, wreed en vrolijk.

Zijn nieuwe film Send Help (eind januari in de bios) lijkt datzelfde gevoel op te roepen. Geen nostalgisch vervolg, geen franchisegedoe, maar gewoon Raimi die maakt waar hij zin in heeft. Misschien wordt het een rommeltje, misschien geniaal, waarschijnlijk allebei. Maar één ding weet ik zeker: liever één druppel lobbig lijkvocht van Sam Raimi dan een hele emmer lauwe ironie van de gemiddelde stoner-horror.

Als je jezelf wil voorbereiden op Send Help, of gewoon weer even herinnerd wil worden aan wat Raimi allemaal kan, is er genoeg om op terug te grijpen. Begin bij The Evil Dead, zijn debuut uit 1981: een krankzinnige oefening in pure, bezopen horror, gemaakt met een honger die je bijna door het scherm heen voelt. De vervolgen Evil Dead II en Army of Darkness laten zien hoe hij horror en slapstick tot één chaotische vorm kneedde met kettingzagen, gillende schedels en camera’s die vliegen als bezetenen. En als je Drag Me to Hell net zo vaak hebt gezien als ik, probeer dan A Simple Plan uit 1998 eens: een sobere, ijskoude thriller die bewijst dat Raimi ook zonder demonen en slijm een meester is in moreel verval.

Geschreven door Carmen Felix