Het nieuwe kijken #100

Kijken als een baby

Illustratie: Joost Broeren-Huitenga/Midjourney AI

Ebele Wybenga bericht over wat hem opvalt op het kruisvlak van cinema en beeldcultuur.

Nu ik een zoontje van zes maanden oud heb, kijk ik met andere ogen naar de wereld om me heen. In een boek dat op de wachtkamertafel van onze verloskundigenpraktijk lag, stond een illustratie van wat baby’s zien in de eerste maanden van hun leven. Net na de geboorte is hun blikveld blijkbaar slechts een smalle koker waar een strookje van de wereld verschijnt in onscherpe grijstinten. Een week later zien ze kleuren. Gezichten, als ze dichtbij genoeg zijn, krijgen week na week meer detail en het smalle kokertje verbreedt tot een ovaal kijkraam dat steeds meer van de wereld binnenlaat.

Twee tot drie maanden na de geboorte kan een baby een object volgen. Ons zoontje keek in deze periode met stijgende opwinding naar een reeks visual stimulus-kaartjes met zwart-witte objecten erop, van blokjes en spiralen tot de silhouetten van dieren. Tussen vier en zes maanden na de geboorte is hun zicht scherp en compleet. Dan is een nieuwe kijker pas echt geboren.

Het ontroert me om te zien hoe mijn zoontje opgaat in observeren. Beddengoed met felle strepen is eindeloos fascinerend. Alles met stevige kleuren en contrasten, van een rood soepblik tot een Campari-fles, trekt hem aan. Hij bewondert zijn bolle zelf in de spiegelende kap van een leeslamp. De Matisse-waardige bladeren van een kamerplant trekt hij gepassioneerd aan flarden. Een Perzisch tapijt is als een computerspel met eindeloze nieuwe levels. Er gaat een wereld van kleuren en patronen voor hem open en ik geniet van zijn verwondering.

Maar er ligt een machtige kracht op de loer die dit dreigt te verpesten. Zijn favoriete object in huis is rond, glimmend en komt tot leven als je in de buurt komt: de Nest-thermostaat. Het scherm licht bij aanraking oranje op en als hij dichtbij genoeg is met zijn handjes draait en klikt hij driftig door de menu’s. Eén nacht werden mijn vrouw en ik benauwd wakker: hij had het verwarmingsschema van die nacht aangepast naar een temperatuur van tegen de dertig graden.

Terwijl ik deze column schrijf, kijkt hij mee naar mijn laptopscherm. Zoet en stil, met grote ogen. Als ik, met hem op schoot, bezig ben op mijn telefoon verliest de lamp, de kamerplant, het gestreepte overhemd, het soepblik of de boekenplank het altijd van het scherm. Binnen zes maanden is hij helaas al een schermklevertje geworden, net als zijn ouders.

Geschreven door Ebele Wybenga